29-jarige Maarten Poels wint zijn eerste nationale vlucht
De 29-jarige Maarten Poels uit Berbroek bekomt nog van de emoties na de vlucht uit Châteauroux. Zijn duivin Elsa bezorgde hem immers zijn allereerste nationale winst. Hij treedt zo in de voetsporen van zijn vader en grootvader Johan en Albert. “Ik verkoop ze niet”, zegt Poels.
Met wind een gunstige rugwind werden er topsnelheden verwacht vorige zaterdag. “Sowieso was het uitkijken of ze eens naar de juiste richting van het land werden gestuwd”, lachen de mannen van Poels. Vader Johan analyseert met heldere blik het resultaat en teert op decennialange ervaring als hij vaststelt: “Een duif die met forse rugwind wint, die moet slim zijn en de ‘baan’ goed kennen. Als het wind op kop is, dan moet de duif slim én sterk zijn.” Dat winnares Elsa slim en sterk is mag blijken uit haar palmares, want dit seizoen vloog ze vijfde provinciaal uit Issoudun en vorig jaar zevende provinciaal op de Derbyvlucht Orléans. Als tweede inzet van 22 jaarduiven werd ze, net zoals de rest van de ploeg, met hoge verwachting naar Frankrijk gezonden.
“Iedere soort van duiven heeft bepaalde vliegvoorkeuren”, zegt Maarten die verwijst naar enkele podiumplaatsen die eerder in dit zware duivenjaar werden behaald. Zo werd hij onder andere nipt tweede op de eerdere Châteauroux I, toen vlogen de duiven meer dan 2.000 meters per minuut, een slordige 120 km/u. “De weersomstandigheden bepalen – in zekere mate - welk type duif snel thuis is”, erkent Maarten de duivenwijsheid van zijn vader en grootvader.
De goudvliegster stamt af van het eigen soort Poels – dat werd bereikt door de kweek- en speeltechnieken van pa Johan: het ras gebroeders Clerinx verrijkt met inbreng van snuifje Eric Limbourg.
Black-out
Maarten was dolgelukkig met de winst. “Hij heeft allerlei toeren gedaan toen hij dat duifje over de antenne zag stormen”, bulderen zijn ouders. “Eerlijk, ik heb geen idee wat en hoe ik gereageerd heb, ik was volledig van de wereld. Ik herinner me dat ik naar mijn oma ben gespurt. Haar reactie was even grappig als relativerend: “Wacht toch maar rustig af op de achtervlucht.”