Gillé & Vliegen mikken op eindzege voor eigen volk
Sander Gillé en Joran Vliegen mikken op titel voor eigen volk
Team Sandoran. Zo worden Sander Gillé en Joran Vliegen tegenwoordig aangekondigd. Een naam die angst inboezemt, net als de twee Limburgers dit jaar op de baan. Deze week maken ze in Antwerpen jacht op hun vierde ATP-titel van 2019.
Gillé (28, Hasselt) en Vliegen (26, Maaseik) maakten dit jaar probleemloos de overstap van het Challengercircuit naar de ATP Tour. Drie ATP-titels hebben ze al op hun naam staan. En dat dwingt respect af. Ook bij de concurrenten, die nu steevast in de tribune zitten om hen te scouten. “Ze houden nu rekening met ons. Een fijn gevoel”, beamen de Limburgers, die in de kwartfinale vlot de maat namen van Gonzalez/Qureshi: 6-4, 6-2 . In de halve finale spelen ze zaterdag om 12u tegen Ram en Salisbury, de tweede reekshoofden.
Hadden jullie begin dit jaar durven dromen dat jullie nu vierde reekshoofd zouden zijn in Antwerpen?
Vliegen: “Durven dromen misschien wel. Maar verwacht? Niet meteen. We hadden wel een mooi 2018 achter de rug, met zeven titels in de Challengers. Maar dan moet je die grote kloof richting ATP Tour dichten... Niet dat we twijfels hadden, hoor. We voelden dat we het niveau hadden, maar het vergt wat tijd. Al bij al hebben we de stap heel snel kunnen zetten.”
Voor eigen volk spelen: zorgt dat voor extra druk of extra motivatie?
Gillé: “Allebei. Voor aanvang van een wedstrijd zorgt dat voor extra spanning. We hebben een goed seizoen achter de rug en de mensen verwachten ook hier een mooi resultaat. We willen hen niet ontgoochelen. Tijdens de match zet die spanning zich om in extra motivatie. Veel supporters in de tribunes, die bijna allemaal voor ons komen. Dat doet wel iets met je. Ons doel is duidelijk: we zijn naar hier gekomen om te winnen.”
Was jullie overwinning tegen Melo/Soares, eind januari in de Davis Cup, een kantelpunt in jullie carrière?
Gillé: “Ik denk het wel. Dat was onze eerste echt grote overwinning. Tot dan was het steeds ‘net niet’ tegen de toppers. Die zege heeft ons vertrouwen een boost gegeven. De week erna hebben we meteen bevestigd met een halve finale in het ATP-tornooi van Cordoba. Toen hadden we zoiets van we kunnen het.”
Is er een titel of wedstrijd die er voor jullie bovenuit steekt?
Vliegen: “Niet meteen. Voor mij steekt het hele proces dat we de laatste jaren hebben doorgemaakt erbovenuit. We zijn in 2015 beginnen dubbelen. We hebben veel moeten investeren en keihard moeten werken. En we kregen daar aanvankelijk weinig voor terug. Maar nu plukken we er de vruchten van. Wat destijds een droom was, is nu werkelijkheid.” Gillé: “Maar we zijn er nog niet. We willen meer. We zitten nu safe voor de ATP 250-tornooien. Volgend seizoen willen we in de 500 en 1000-tornooien geraken en degelijke resultaten neerzetten in de grand slams.”
Sander, waar is de tijd dat je crowdfunding nodig had om je seizoen te bekostigen?
Gillé: “Van 2014 tot 2016. Die crowdfunding is super belangrijk geweest voor mijn carrière. Zonder die steun had ik hier nu niet gezeten. Ik ben de mensen die me toen geholpen hebben héél dankbaar. Ik ben blij dat ik nu samen met Joran kan tonen dat hun investering niet voor niets is geweest.”
Nu kunnen jullie zonder crowdfunding overleven. Maar het verschil met het prijzengeld in het enkelspel is nog enorm. Stoort jullie dat?
Vliegen: “Ja en nee. Het is de realiteit. We proberen ons ding te doen en alleen maar met onze ontwikkeling bezig te zijn. Dat we niet beloond worden zoals een enkelspeler... Tja, het zij zo.”
Gillé: “Wij trainen net zoveel en even hard. Al zijn er natuurlijk minder spelers die zich in het dubbelspel specialiseren. Het dubbel wordt tegenwoordig toch een pak hoger aanzien dan vroeger. Als we op dit niveau voortdoen, kunnen we een mooie carrière uitbouwen.”
Ik vermoed dat jullie voor 2020 ook een olympische droom koesteren, niet?
Vliegen: “Dat is lange tijd alleen maar een verre droom geweest. Maar in de loop van dit jaar kregen we het gevoel dat het misschien werkelijkheid kan worden.” Gillé: “Al is het verdomd moeilijk om daar te geraken. Op de Spelen is er maar een tabel van 32. De top 10 krijgt een vrijgeleide. Daarnaast zijn er nog een aantal wildcards en gaan er nog een handvol enkelspelers dubbelen. We zullen tegen dan dus sowieso top 30 moeten zijn om een kans te maken. Maar als we zo blijven werken en presteren, zou het kunnen lukken. Goh, de Spelen... dat zou een unieke beloning zijn.”
Jullie hebben nog één grote afspraak dit seizoen: de Davis Cupfinale in Madrid. Wat verwachten jullie daarvan?
Gillé: “De selectie wordt volgende week pas gemaakt. We weten dus nog niet of we erbij zijn. Maar natuurlijk spookt dat door ons hoofd. Het zou een erg mooie apotheose zijn van een geweldig seizoen.”
Jullie zijn het hele seizoen samen op pad. Jullie slapen vaker met elkaar dan met jullie vriendinnen. Worden jullie elkaar nooit beu?
Vliegen: “We slapen niet samen, hoor (schatert). Als ATP-speler heb je recht op een eigen kamer. Maar we zijn inderdaad meer met elkaar samen dan met onze vriendinnen. Je moet goed begrijpen dat er verschillen zijn. Hoe is de andere persoon, hoe ben je zelf? En hoe kunnen we die karakters op de baan het best doen samenwerken om goede resultaten te halen? Dat is de kunst.”
Gillé: “Wij zijn ook niet constant samen hé. Wij zitten niet iedere avond nog vier uur samen te kaarten of zo. Wij doen ons eigen ding. In het buitenland, maar ook thuis. Dat is nodig, want anders zijn we veel te veel samen.”
Zit er veel verschil in jullie karakters?
Vliegen: “Toch wel. Niet extreem, maar we zijn anders. Ik toon vaak mijn emoties op de baan. Ook negatieve. Ik heb dat soms nodig. Sander is van nature heel positief en ook heel emotioneel. Maar als je weet hoe de andere in elkaar steekt en als je daar begrip voor kunt opbrengen, is het veel makkelijker om daarmee om te gaan.”
Jullie worden tegenwoordig als team Sandoran aangekondigd. Van waar komt die bijnaam?
Gillé: “We hebben op Twitter eens een oproep gelanceerd voor een bijnaam en daar kwamen een paar reacties op. Sanjo bijvoorbeeld. Maar dat vonden we niet sterk genoeg. Tot er plots ergens Sandoran opdook.”
Vliegen: “Dat is een van de beste combinaties die je van onze voornamen kan maken. Het klinkt goed. Zelfs een beetje angstaanjagend. Het deed me meteen denken aan een figuurtje uit Pokémon. There is the Sandoran! Klinkt toch geweldig, niet?”