“Het kleintje kreeg geen melk, alleen maar icetea”
Sinds vijf jaar doet Anneke Raquet (36) uit Hasselt crisisopvang voor kinderen van nul tot drie jaar. “De jongste ben ik na de bevalling rechtstreeks in het ziekenhuis gaan halen.”
Het babymeisje dat Anneke sinds twee weken in huis heeft, is het zesde dat ze opvangt. Nochtans had Anneke zes jaar geleden andere plannen. “Ik was dertig en een huis aan het bouwen met mijn vriend. Maar toen liep de relatie stuk”, zegt Anneke. “Daar zat ik met mijn kinderwens. Adoptie of alleenstaande moeder worden was niets voor mij. Maar ik wilde mijn tijd en liefde wel aan een kindje geven. Zo ben ik in pleegzorg gerold.”
Ogen geopend
De kindjes die ze opvangt, worden geplaatst door de jeugdrechter. “Details van het dossier ken ik niet, maar om een of andere reden kunnen de ouders niet voor hun kindje zorgen.” Het heeft haar ogen geopend”, zegt ze. “Ik had geen idee dat er in mijn eigen omgeving zoveel noden waren. Ik heb al een kindje gehad dat voordien nooit melkvoeding gekregen had, het werd grootgebracht op icetea. En zo kan ik wel honderd verhalen vertellen.”
Anneke is een van de vier Limburgse pleegouders die crisisopvang van baby’s doen. En die zijn heel erg nodig. “Ik krijg bijna elke week een telefoontje. In zeventig procent van de gevallen moet ik nee zeggen, want anders kom ik gewoon niet meer aan werken toe. Bovendien zou ik het ook emotioneel niet aankunnen.”
Bij elk telefoontje moet ze haar leven halsoverkop omgooien. “De eerste keer kreeg ik telefoon en twee uur later stonden ze met het kindje aan mijn deur. Gelukkig heb ik een werkgever die flexibel is en houden ze bij de Hummeltjes altijd een plaatsje vrij in de crèche.”
Niet voor het geld
Maar er zijn ook tekortkomingen. “Ze zouden dringend ouderschapsverlof voor pleegouders moeten invoeren. Ik kan niet anders dan onbetaald verlof nemen.” Anneke krijgt een dagvergoeding van 13 euro en - als het kindje langer dan twee weken blijft - ook kinderbijslag. “Met dat geld kom ik niet toe, maar dat stoort me niet. Ik zie het als een vrijwilligersvergoeding. Je mag dit niet voor het geld doen.” De kortste opvangperiode tot dusver was een week, de langste 9 maanden. Maar onvermijdelijk komt de dag dat Anneke haar kindjes weer ziet vertrekken naar de ouders of naar een langdurig pleeggezin. “Soms krijg ik achteraf nog een fotootje of zie ik ze een keer terug. Maar als dat niet zo is, probeer ik me te troosten met wat ik in tussentijd voor die kindjes heb kunnen betekenen.”
En wat als er plots een nieuwe liefde Annekes pad kruist? Gaat ze er dan mee door? “Wat komt, dat komt. Ik volg gewoon mijn gevoel.”