Stoelendans met de fiets
WIELRENNEN WORLD TOUR WAAROM IS ER ZOVEEL VERLOOP?
Het begon vorig jaar met een opvallende driehoek: Team Sunweb ging van Giant naar Cervélo. Team CCC van BMC naar Giant. Dimension Data van Cervélo naar BMC. AG2R ruilde ondertussen Factor in voor Eddy Merckx. Met Cofidis (van Kuota naar De Rosa), Astana (van Argon-18 naar Willier) en Israël Cycling Academy (van De Rosa naar Factor) zitten we al aan zeven ploegen op het hoogste niveau die op twee jaar tijd van fiets veranderen, hoe komt dat?
“De racefietsenmarkt staat erg onder druk”, zegt Jochim Aerts, CEO van de Belgian Cycling Factory, producent van Ridley en Eddy Merckx. “Sommige constructeurs stappen in de World Tour in de hoop een omslag te maken in het businessmodel. Maar je ziet dat merken die geen specialisten zijn - bijvoorbeeld Orbéa en Focus - snel weer verdwijnen. Anderen vergalopperen zich financieel. Factor is een voorbeeld.”
HOEVEEL BETALEN CONSTRUCTEURS OM TE MOGEN SPONSOREN?
Hoe werkt een sponsordeal tussen een fietsconstructeur en een wielerteam? Complex is het minste wat je kan zeggen. Constructeurs voorzien teams van een kleine 200 fietsen. “Voor elke renner vijf tot zes”, zegt Aerts. Het is wel zo dat niet elk seizoen het volledige fietsenpark wordt vervangen: tijdritfietsen gaan standaard twee jaar mee, de beste wedstrijdfiets wordt het jaar nadien een trainingsfiets. In een tweede sponsorjaar levert een constructeur daardoor 120 fietsen. Contractueel worden ook afspraken gemaakt over de ‘restwaarde’. Het is niet ongebruikelijk dat alle gebruikte fietsen op het einde van het seizoen terugkeren naar de producent. Soms worden percentages afgesproken. Bij Dimension Data mogen ze bijvoorbeeld 30 procent van de fietsen zelf houden. Die kunnen verkocht worden, maar alleen ‘in familiale kring’ om concurrentie met de officiële verdelers te vermijden.”
In de World Tour is het standaard dat constructeurs bovenop de fietsen ook een geldsom betalen. Hoe hoog die precies ligt? “Alles tussen nul en vijf miljoen euro”, hoor je. Waar je je op dat enorme spectrum bevindt, hangt af van hoe interessant je ploeg is. Lotto-Soudal krijgt van Ridley ergens tussen de 800.000 euro en 1,2 miljoen. Specialized zal een veelvoud van dat bedrag betalen aan Bora-Hansgrohe. “Het is bekend dat zij een stuk van het loon van Sagan betalen”, zegt Patrick Lefevere, CEO van Deceuninck-Quick Step.
LEVERT DE CONSTRUCTEUR ALLEEN HET KADER
OF DE VOLLEDIGE FIETS?
Ook dat is een modaliteit die contractueel wordt vastgelegd. “Met Ridley leveren wij 100 procent afgewerkte fietsen aan Lotto-Soudal”, zegt Aerts. “Bij de Merckx zitten we voor AG2R ongeveer op 75 procent. Zij hebben met Look (pedalen, nvdr) en Mavic (wielen, nvdr) een paar eigen Franse leveranciers.”
Patrick Lefevere krijgt van Specialized ook volledige afgewerkte fietsen. “Maar we hebben wel inspraak in de keuze van de merken waarmee ze afwerken”, zegt hij. “Zo houden we controle over de kwaliteit.” Constructeurs verkiezen sowieso een constructie van honderd procent afgewerkt. Aerts: “Anders kan het gebeuren dat een team jouw frame koppelt aan een product dat niet goed functioneert of geen goede combinatie is. Maar bij kettingproblemen onthoudt de consument alleen de Ridley die aan de kant van de weg staat. Niet het haperend schakelsysteem van pakweg FSA.”
HOE BELANGRIJK IS HET WORLD TOUR-PLATFORM VOOR
EEN CONSTRUCTEUR?
Alle grote constructeurs zijn vertegenwoordigd in de World Tour. Is het een onmisbaar marketingplatform? “Wij zitten er al in sinds de oprichting in 2005”, zegt Aerts. “Maar de World Tour is geen garantie op succes. Kijk naar Lapierre, al een eeuwigheid de leverancier van La Française des Jeux. Het is een merk dat inzet op woonwerkverkeer met de stadsfiets, maar geen exceptionele ontwikkeling doet met de racefiets. Hun aanwezigheid in de World Tour heeft weinig effect buiten de lokale markt. Het laatste wat je moet doen, is naar de World Tour stappen met een product dat niet World Tour-waardig is.”