“Het is dweilen met de kraan open, maar iemand moet het wel doen”
In het vierde seizoen volgt het VIER-programma rechercheurs Koen Bertrands en Guido Bynens van Team Drugs bij de politie Carma tijdens het oprollen van cannabisplantages.
DE RECHERCHE
GENK
De televisiemakers van Woestijnvis brengen op VIER voor het eerst de rechercheurs uit Genk naar het scherm. In de eerste aflevering is het onmiddellijk prijs: een inval in een loods leidt tot de vondst van een megaplantage van zo’n 2.500 cannabisplanten, goed voor een jaaropbrengst van 1,5 miljoen euro. De kijker maakt dankzij bodycams het binnenstormen vanop de eerste rij mee. Ze zien hoe een groene zee van wiet opduikt, een geladen pistool wordt gevonden en het verder onderzoek leidt tot de vondst van nog eens vier andere plantages. Een adrenalineshot, ook voor Koen Bertrands (54) en Guido Bynens (62). Zij zijn de protagonisten van Team Drugs bij de zone Carma. Speurders van het eerste uur die sinds midden jaren 2000 hun team van twee naar acht rechercheurs zagen groeien. “We zouden zelfs nog extra volk kunnen gebruiken om alles gedaan te krijgen”, vertellen ze. “Met de ervaring die we hebben weten we dat we nooit zonder werk vallen.”
Cannabisfabrieken
Bertrands en Bynens geloven rotsvast in de ‘war on drugs’ die ze voeren en zijn er van overtuigd dat het nooit meer zal verdwijnen. “Dezelfde gezichten keren terug. Veroordeelden die na meerdere jaren in de cel opnieuw beginnen. De teelt van drugs is té lucratief en gepakt worden weegt niet op tegen de woekerwinsten. Huis-tuinen-keukenmannen zijn tien procent van het totaal. Het is een industrie met ware cannabisfabrieken, met organisaties volgens een hiërarchie en een structuur zoals bij een echt bedrijf. We zien hoe ze boekhouders aan het werk zetten om het geld wit te wassen en hoe stromannen het kleine grut zijn die worden ingezet voor de bewaking van de planten of die voor onderdak zorgen. Het is een sluipend gif dat families, relaties en mensen vernietigt. Drugs maakt meer kapot dan we vaak denken en de tentakels van zulke bendes reiken ver”, zeggen de speurders. “Ons werkterrein beperkt zich niet tot de zone. We vallen binnen op locaties overal in het land. Er zijn dossiers waarvoor we verdachten in Spanje, Italië of Denemarken moeten ondervragen. Als we dan mensen horen zeggen dat cannabis vrij onschuldig is moeten we dat beeld bijstellen. De THC-waarden zijn vandaag zo hoog dat gebruikers met zware verslavingen kampen en met psychoses geconfronteerd worden. We zien veel miserie en het is onze strijd om de veroorzakers te klissen. Ja, het is dweilen met de kraan open, maar iemand moet het wel doen”, zeggen ze.
Beschoten
Het opsporen van wiet is hun corebusiness, maar Bertrands en Bynens zien de drugswereld evolueren. “Cocaïne is aan het opkomen en chemische labo’s voor de aanmaak van bijvoorbeeld GHB komen steeds vaker voor. Het zorgt voor extra problemen. Het afval wordt gedumpt en de job wordt steeds gevaarlijker. Een huiszoeking kan en mag je nooit onderschatten. Achter elke deur zit de surprise van de dag verborgen. Amper een maand geleden werden we bij een inval in Zutendaal beschoten. Bij een drugslab in Kinrooi reed eerder dit jaar iemand op ons in en we moeten steeds oppassen voor boobytraps. Je wil je voet niet in verroeste nagels
van 7 cm lang zetten.”
Albanezen
Eveneens een trend: de opkomst van Albanezen. “We stellen vast dat zij hier steeds meer instaan voor de teelt van cannabis. Die worden voor amper 1.000 euro in hun thuisland verleid. Dat geld kunnen ze op drie maanden verdienen door hier een plantage te bewaken. Ze worden voor die periode effectief in een huis of loods opgesloten. Tussen de planten ligt een matras waarop ze slapen en er staat een koelkast. Intussen vernevelen de sproei-installaties pesticiden om de insecten weg te houden. Ze verlaten het domein pas wanneer ze met het geld terug naar huis gestuurd worden. In hun thuisland verdienen ze maar 170 euro per maand als kelner, dus dan weet je dat die mensen bij een inval voor niks terugdeinzen. Opletten is de boodschap.”
Toch hebben beide rechercheurs ondanks al die gevaren geen problemen met herkenbaar in beeld komen. Ze halen hun schouders op. “Iedereen kent ons intussen toch al. Een verdachte vertelde tijdens een verhoor dat deze reeks het best bekeken tv-programma in de gevangenis is. (lacht) Ze willen allemaal de rotzakken zien die hen geklist hebben”, besluiten Bynens en Bertrands.
→