Gedragsbioloog: “Leer wolven dat schapenvlees niet lekker is”
De Nederlandse gedragsbioloog Diederik van Liere heeft een tip voor schapenboeren die bang zijn van de wolven. “Leer hen dat schapenvlees niet lekker is.”
Diederik van Liere, die onder andere in Slovenië de aanvallen van wolven op schapen bestudeert, weet dat de wolven zich niet gauw laten tegenhouden eens ze schapenvlees hebben geproefd. “Gedragsbeïnvloeding is de sleutel om de samenleving met schapen mogelijk te maken”, zegt van Liere. “We doen dat door van de omgang met schapen een negatieve ervaring te maken.” Zo kunnen schapen een ketting dragen om de hals, want daar bijt de wolf het liefst. Die ketting geeft een stroomstoot die de wolf niet licht zal vergeten.
Of schapen kunnen sensoren op hebben. Wanneer die sensoren verhoogde stress registreren, gaat een geluidssignaal aan dat de wolven verjaagt. Nog een derde middel: een schapenkadaver met daarin een slecht smakend middeltje bij het wolvennest leggen, zodat welpjes leren: schapenvlees is niet lekker.
Jan Loos van Welkom Wolf heeft bedenkingen bij elk van de drie voorstellen. “Het idee om een schapenkadaver met een smaakje bij het wolvennest te leggen, is tegen de wet. De wolf is een Europees beschermde soort en dan mag je niet in de buurt van het nest komen.” De halsband is niet praktisch volgens Loos. Want die heeft een batterij nodig die de stroom moet leveren. “En de stresssensoren die van Liere voorstelt, zijn al in Duitsland uitgetest en bleken niet te werken.” Loos raadt schapenboeren een schrikdraad van 1,20 meter met een verhoogde stroomcapaciteit van 11.500 volt aan. “Werkt in 95 procent van de gevallen.”