Prachtig leven
Ik ben niet te beklagen. Ik ben niet tijdelijk werkloos zoals zovelen. Niet ziek. Ik ben evenmin direct betrokken geweest bij de regeringsonderhandelingen van 10 dagen geleden, toen het idee van een regering van ‘nationale eenheid’ met PS en N-VA afsprong. Na een paar weken zou het water hoe dan ook te diep zijn geworden tussen Vlaams-nationalisten en Franstalige socialisten. Niet door de schuld van deze of gene, simpelweg omdat het wantrouwen tussen hen viraal is. De oplossing, de bestaande regering die van buitenuit wordt gesteund, is de meest werkbare. Binnen 6 maanden wordt ze – in Franstalige ogen – een heuse Vivaldi-coalitie. In de coulissen toont de MR zich alvast bereid om nog maar 2 ministerposten te behouden – Sophie Wilmès inbegrepen – en de rest aan de andere Franstalige partijen af te staan. Om de coronakater weg te werken, zal een sterk samenhangende ploeg broodnodig zijn. Geen team met tegenpolen als PS en N-VA. Nee, ik ben niet te beklagen. Ik zal in elk geval mijn naasten niet besmetten. Mijn vrouw Annick in Schelle, ik in Namen, hebben beslist tijdelijk niet samen te wonen. Te riskant. Toen het leven nog ‘normaal’ was, woonden we al maar 1 week op 2 samen, namelijk als mijn drie zonen niet bij mij in Namen vertoefden. Ik wil haar en haar twee zonen nu niet in gevaar brengen. Want ik ben een risicogeval. Ik ga 3 dagen per week naar RTL voor mijn debatprogramma en de extra-uitzendingen. Een tv-studio kan je thuis niet nabouwen. Ik blijf ook straatinterviews maken, weliswaar vanop afstand. Om de kijkers te informeren over hoe de anderen deze crisis beleven. Als ik bezig ben, voel ik me solidair met al de beroepen die nog altijd functioneren: politiemensen, postbodes, vuilnisophalers, winkelpersoneel, mensen die ons van elektriciteit, water, internet en zoveel meer voorzien, en uiteraard al wie in de zorg werkt. Het land moet blijven draaien. Blij voor iedereen die wél thuis kan werken en vaak een pak meer verdient dan die mensen. Voor hen is ‘blijf in uw kot’ roepen een pak makkelijker.
Ik ben niet te beklagen. Al mis ik mijn vrouw. En mijn 3 zonen die bij hun mama in een randgemeente van Namen verblijven. Ze lopen minder risico dan in het centrum van de stad, waar ik zelf woon. Ze hebben een tuin om te ontspannen, ik een terrasje. Mijn ex-vrouw mag van haar werkgever ook telewerken. Ik troost mij met de gedachte dat ze ei zo na onbezorgd verder leven.
Iedereen moet doorbijten. Het duurt nog even. De relance zal een paar jaar in beslag nemen. Maar er is een leven na het virus, zoals er een leven na de terroristische aanslagen was. Een prachtig leven.