Wie redden we straks?
De Nationale Veiligheidsraad van vrijdagavond heeft niet veel nieuws gebracht. Zoals iedereen al had voorspeld, zullen de maatregelen minstens gelden tot het einde van de paasvakantie. Waarschijnlijk meteen gevolgd door een verlenging tot 3 mei. De reikwijdte en ernst van deze ramp daalt stilaan in bij alle geledingen van de bevolking. Iedereen kent ondertussen wel iemand in zijn of haar directe omgeving die besmet is met het coronavirus. In Limburg is ondertussen het jongste slachtoffer te betreuren: een dappere verpleegster. Ook de berichten uit Italië en Spanje zijn huiveringwekkend. Daar moeten hartverscheurende beslissingen worden genomen over leven en dood. Deze pandemie is een spiegel voor de manier waarop we leven en werken, en de keuzes die we maken. Een daarvan is: wie redden we straks?
In Italië en Spanje is dat helaas al een heel letterlijk dilemma, maar ook bij ons zijn er al richtlijnen voor artsen die stellen dat jongere mensen voorrang krijgen op ouderen. De overwegingen die nu noodgedwongen worden gemaakt, doen een rilling over menig ruggengraat lopen. Onze maatschappij staat op het toppunt van haar kunnen, de welvaartsgraad is groter dan ooit. Waarom kunnen we dit dan zo moeilijk de baas? Het twijfelende antwoord van leidinggevenden - zowel politiek als bedrijfseconomischdoet veel mensen nadenken over de manier waarop we onze samenleving organiseren. Velen dromen van een betere wereld in een post-coronatijdperk, waarin meer oog is voor natuur, balans tussen privé en werk en een ontsnappen uit de ratrace waarin velen zich toch gevangen voelden. Er wordt volop gefilosofeerd over een nieuwe maatschappij. Eentje waarin de slagzin dat het einde van de wereld sneller nabij is dan het einde van ons vrijemarktsysteem, naar de prullenmand mag. Dat is begrijpelijk. Maar de werkelijkheid ziet er anders uit. Mensen vergeten snel en gaan al te vaak opnieuw over naar de orde van de voorbije dag. Ook nu zal de crisis snel worden weggeveegd uit ons actieve geheugen. Hoewel de nasleep ervan ongetwijfeld nog jaren zal duren, zal de economische relance iedereen meeslepen in een verschroeiend ritme, want de welvaart moet opgekrikt worden, de begrotingsgaten gevuld en de bedrijven gered. Misschien moeten we dus toch durven meedromen van een betere maatschappij. Het heeft tenslotte geen zin om de economie met een turbo op gang te schieten, wanneer we dreigen om nog harder met ons hoofd tegen de muur te lopen. Misschien moeten we dus niet nadenken over wie, maar wat er gered moet worden. Want wanneer een crisis als deze geen keerpunt kan zijn voor de manier waarop we leven, wat dan wel?