Onze man kruipt in het zadel om mondmaskers te bezorgen voor Bioracer
Vorige week lanceerde Bioracer een oproep aan sportievelingen om hun naar schatting 20.000 mondmaskers rond te brengen. Onze man gaf het goede voorbeeld door zelf in het zadel te kruipen als fietskoerier. De ‘sightseeing tour’ door Midden-Limburg kreeg hi
Even recapituleren: omdat er op dit moment weinig vraag is naar fietsoutfits, hebben ze het bij Bioracer over een andere boeg gegooid. De Limburgse producent van wielerkledij is haar textiel gaan gebruiken om het nijpend tekort aan mondmaskers in ons land op te vangen. Maar liefst 13.000 stuks zijn er geproduceerd in Tessenderlo, het gaat om een mix van afgewerkte producten en zelfbouwpakketten. En om die aan de man te brengen, zijn er (fiets)koeriers nodig. Véél fietskoeriers. De respons van fietsend Limburg op de oproep is overweldigend. 150 sportievelingen hebben zich aangemeld, daarbij één onder de vlag van Het Belang van Limburg. Ik heb het geluk dat ik bij de snelle aanmelders hoor zodat ook ik mijn steentje kan bijdragen in de bestrijding van het coronavirus. Om klokslag tien uur kruip ik op een koude woensdagmorgen in het zadel. Startplaats: Waltwilder in Bilzen. De thermometer kruipt met moeite naar een schamele vier graden, maar de prominente voorjaarszon maakt veel goed. En ten slotte doen we dit voor het goede doel. Een pietluttigheid als koude vingers is dus het laatste waarover ik ga klagen.
Er staat ook een schrale oostenwind maar daarvan heb ik weinig last. Die blaast namelijk stevig in mijn rug. In geen tijd ben ik door Bilzen gefietst en kom ik in Beverst de eerste steunbetuigingen tegen, gericht aan onze helden in de zorgsector. Het grote bord met daarop in koeien van letters ‘BEDANKT’ omgeven door hartjes en rode kruisjes geeft me een spreekwoordelijk duwtje in de rug. Want vandaag werk ik voor een keer toch ook een klein beetje in de zorg, toch?
Ik steek het kanaal over aan de sluis in Diepenbeek en trap via het natuurgebied De Maten een ander bosrijk gebied binnen: Bokrijk. Op dit moment van het jaar oogt hier de natuur rondom mij nog wat grijs en dood. De talrijke knoppen op bomen en struiken verraden echter dat alles weldra zal ontploffen in nieuw en groen leven. Nieuw leven, dat hopelijk ook het einde inluidt van het ellendige virus genaamd corona. Vooral op het domein van Bokrijk wemelt het van de activiteit. Ik zie wandelaars, fietsers en lopers. Ze houden zich allemaal netjes aan de richtlijnen: in groepjes van maximaal twee en met de nodige afstand ten opzichte van elkaar. Zoals het hoort dus. Op kruissnelheid fiets ik dwars door het water en vervolgens richting het Albertkanaal. Dat betekent dat ik één derde van mijn traject heb afgelegd. Nu gaat het, weliswaar via een ommetje langs de Paalse plas, in rechte lijn naar het hoofdkantoor van Bioracer in Tessenderlo.
Lunchen op afstand
55 kilometer staat er op mijn teller als ik op het middaguur de poort van het bedrijf binnen fiets. Het is er erg rustig. Ook hier is er sprake van technische werkloosheid door de coronacrisis en het weinige personeel dat er nog werkt, zit buiten op bankjes te lunchen. Weliswaar op afstand van elkaar. Het begrip social distancing wordt nauwgezet nageleefd.
In de inkomhal is een speciale stand opgebouwd waarop de ingeschreven fietskoeriers zich kunnen aanmelden. Maar eerst moeten ze wel hun handen wassen met
de desinfecterende gel die op de tafels staat uitgesteld. Via tijdssloten kunnen de koeriers hun pakje ophalen zodat er geen groepjes tegelijk aankomen en samenscholing wordt vermeden.
Met mondmasker op en handschoenen aan staat CEO Danny Segers me al op te wachten. Hij reikt me drie pakketjes aan. “Goed voor veertig mondmaskers”, zegt Segers, die na zijn dagdienst ook nog eigenhandig een aflevering voor zijn rekening zal nemen. “Deze maskers zullen uiteindelijk in scholen en opvangcentra voor kinderen terechtkomen”, vertelt hij. “Daarom hebben we ze uitgerust in kleurrijke stofjes en leuke prints.” Helaas krijg ik die ontwerpen niet te zien want de maskers zitten netjes ingepakt in ondoorzichtig plastic. Met wat duwen en trekken krijg ik ze in mijn rugzak gepropt en klauter ik snel weer in het zadel. Er staat me immers nog een pittig tweede luik van mijn koeriersdienst te wachten. De route naar Winterslag gaat recht naar het oosten. Recht tegen de koude wind in dus, dat belooft...
Bij het verlaten van Beringen krijg ik al snel spijt dat ik te voortvarend van start ben gegaan. Ik voel de vermoeidheid langzaamaan in de benen kruipen. De Beringersteenweg die later overgaat in de Meylandtlaan is weinig charmant: drukke verkeersader, rechttoe, rechtaan en ‘volle bak’ tegenwind. Mijn benen schreeuwen om een tussenstop met koffie met vlaai maar dat is in tijden van lockdown uitgesloten. Het wordt dus sportdrank met een banaan, en ‘coronacombo’ die me er weer bovenop helpt.
Op berenjacht
Dan doen ook de vele teddyberen die ik bij het binnenrijden van Zonhoven achter de ramen opmerk. De berenjacht is in het leven geroepen om kinderen in deze crisisperiode te entertainen, maar zorgt ook voor mij voor wat welgekomen afleiding tijdens mijn heroïsch gevecht met de wind. Een gevecht dat echter klein bier is, vergeleken met de strijd die de vele coronapatiënten momenteel leveren op de intensieve zorgen van onze ziekenhuizen. Mijn gemoed klaart op als ik het fietspad tussen Zonhoven en Genk opdraai: een strook van ongeveer tien kilometer puur genieten in de ongerepte natuur van De Teut. Het geluid van het verkeer maakt plaats voor dat van fluitende vogels. En net als in Bokrijk spot ik opnieuw veel wandelaars met hun hond. De trouwe viervoeters zijn wellicht nog nooit zo vaak uit wandelen genomen. Voor hen is corona een feest! Na nog wat meer beuken tegen de wind duikt in de verte plots de mijnterril van Winterslag op. Het is nu niet ver meer tot aan ‘de Uitdaging’. Dit initiatief van de stad Genk richt zich op het weerbaar maken van jongeren maar in tijden van corona doet het dienst als distributiecentrum voor de verdeling van de mondmaskers in het Genkse. Coördinator Roel Vandewal neemt er mijn pakketje met de glimlach in ontvangst. Hij zal er op zijn beurt voor zorgen dat deze op hun eindbestemming geraken in de Genkse scholen en kinderopvangen.
En daarmee zit mijn taak erop,
mission accomplished. De laatste vijftien kilometer richting huis verlopen bijgevolg aan een gezapig tempo. Ik geef toe: als gedreven fietser is het leuk om je fietsmaten er eens op te leggen in een spurtje. Maar de gedachte dat je met gewoon een pakje af te leveren op de fiets misschien wel levens hebt gered, geeft duizend maal meer voldoening.