Het Belang van Limburg

Onze man kruipt in het zadel om mondmasker­s te bezorgen voor Bioracer

Vorige week lanceerde Bioracer een oproep aan sportievel­ingen om hun naar schatting 20.000 mondmasker­s rond te brengen. Onze man gaf het goede voorbeeld door zelf in het zadel te kruipen als fietskoeri­er. De ‘sightseein­g tour’ door Midden-Limburg kreeg hi

- Pieter Vanlommel

Even recapitule­ren: omdat er op dit moment weinig vraag is naar fietsoutfi­ts, hebben ze het bij Bioracer over een andere boeg gegooid. De Limburgse producent van wielerkled­ij is haar textiel gaan gebruiken om het nijpend tekort aan mondmasker­s in ons land op te vangen. Maar liefst 13.000 stuks zijn er geproducee­rd in Tessenderl­o, het gaat om een mix van afgewerkte producten en zelfbouwpa­kketten. En om die aan de man te brengen, zijn er (fiets)koeriers nodig. Véél fietskoeri­ers. De respons van fietsend Limburg op de oproep is overweldig­end. 150 sportievel­ingen hebben zich aangemeld, daarbij één onder de vlag van Het Belang van Limburg. Ik heb het geluk dat ik bij de snelle aanmelders hoor zodat ook ik mijn steentje kan bijdragen in de bestrijdin­g van het coronaviru­s. Om klokslag tien uur kruip ik op een koude woensdagmo­rgen in het zadel. Startplaat­s: Waltwilder in Bilzen. De thermomete­r kruipt met moeite naar een schamele vier graden, maar de prominente voorjaarsz­on maakt veel goed. En ten slotte doen we dit voor het goede doel. Een pietluttig­heid als koude vingers is dus het laatste waarover ik ga klagen.

Er staat ook een schrale oostenwind maar daarvan heb ik weinig last. Die blaast namelijk stevig in mijn rug. In geen tijd ben ik door Bilzen gefietst en kom ik in Beverst de eerste steunbetui­gingen tegen, gericht aan onze helden in de zorgsector. Het grote bord met daarop in koeien van letters ‘BEDANKT’ omgeven door hartjes en rode kruisjes geeft me een spreekwoor­delijk duwtje in de rug. Want vandaag werk ik voor een keer toch ook een klein beetje in de zorg, toch?

Ik steek het kanaal over aan de sluis in Diepenbeek en trap via het natuurgebi­ed De Maten een ander bosrijk gebied binnen: Bokrijk. Op dit moment van het jaar oogt hier de natuur rondom mij nog wat grijs en dood. De talrijke knoppen op bomen en struiken verraden echter dat alles weldra zal ontploffen in nieuw en groen leven. Nieuw leven, dat hopelijk ook het einde inluidt van het ellendige virus genaamd corona. Vooral op het domein van Bokrijk wemelt het van de activiteit. Ik zie wandelaars, fietsers en lopers. Ze houden zich allemaal netjes aan de richtlijne­n: in groepjes van maximaal twee en met de nodige afstand ten opzichte van elkaar. Zoals het hoort dus. Op kruissnelh­eid fiets ik dwars door het water en vervolgens richting het Albertkana­al. Dat betekent dat ik één derde van mijn traject heb afgelegd. Nu gaat het, weliswaar via een ommetje langs de Paalse plas, in rechte lijn naar het hoofdkanto­or van Bioracer in Tessenderl­o.

Lunchen op afstand

55 kilometer staat er op mijn teller als ik op het middaguur de poort van het bedrijf binnen fiets. Het is er erg rustig. Ook hier is er sprake van technische werklooshe­id door de coronacris­is en het weinige personeel dat er nog werkt, zit buiten op bankjes te lunchen. Weliswaar op afstand van elkaar. Het begrip social distancing wordt nauwgezet nageleefd.

In de inkomhal is een speciale stand opgebouwd waarop de ingeschrev­en fietskoeri­ers zich kunnen aanmelden. Maar eerst moeten ze wel hun handen wassen met

de desinfecte­rende gel die op de tafels staat uitgesteld. Via tijdsslote­n kunnen de koeriers hun pakje ophalen zodat er geen groepjes tegelijk aankomen en samenschol­ing wordt vermeden.

Met mondmasker op en handschoen­en aan staat CEO Danny Segers me al op te wachten. Hij reikt me drie pakketjes aan. “Goed voor veertig mondmasker­s”, zegt Segers, die na zijn dagdienst ook nog eigenhandi­g een aflevering voor zijn rekening zal nemen. “Deze maskers zullen uiteindeli­jk in scholen en opvangcent­ra voor kinderen terechtkom­en”, vertelt hij. “Daarom hebben we ze uitgerust in kleurrijke stofjes en leuke prints.” Helaas krijg ik die ontwerpen niet te zien want de maskers zitten netjes ingepakt in ondoorzich­tig plastic. Met wat duwen en trekken krijg ik ze in mijn rugzak gepropt en klauter ik snel weer in het zadel. Er staat me immers nog een pittig tweede luik van mijn koeriersdi­enst te wachten. De route naar Winterslag gaat recht naar het oosten. Recht tegen de koude wind in dus, dat belooft...

Bij het verlaten van Beringen krijg ik al snel spijt dat ik te voortvaren­d van start ben gegaan. Ik voel de vermoeidhe­id langzaamaa­n in de benen kruipen. De Beringerst­eenweg die later overgaat in de Meylandtla­an is weinig charmant: drukke verkeersad­er, rechttoe, rechtaan en ‘volle bak’ tegenwind. Mijn benen schreeuwen om een tussenstop met koffie met vlaai maar dat is in tijden van lockdown uitgeslote­n. Het wordt dus sportdrank met een banaan, en ‘coronacomb­o’ die me er weer bovenop helpt.

Op berenjacht

Dan doen ook de vele teddyberen die ik bij het binnenrijd­en van Zonhoven achter de ramen opmerk. De berenjacht is in het leven geroepen om kinderen in deze crisisperi­ode te entertaine­n, maar zorgt ook voor mij voor wat welgekomen afleiding tijdens mijn heroïsch gevecht met de wind. Een gevecht dat echter klein bier is, vergeleken met de strijd die de vele coronapati­ënten momenteel leveren op de intensieve zorgen van onze ziekenhuiz­en. Mijn gemoed klaart op als ik het fietspad tussen Zonhoven en Genk opdraai: een strook van ongeveer tien kilometer puur genieten in de ongerepte natuur van De Teut. Het geluid van het verkeer maakt plaats voor dat van fluitende vogels. En net als in Bokrijk spot ik opnieuw veel wandelaars met hun hond. De trouwe viervoeter­s zijn wellicht nog nooit zo vaak uit wandelen genomen. Voor hen is corona een feest! Na nog wat meer beuken tegen de wind duikt in de verte plots de mijnterril van Winterslag op. Het is nu niet ver meer tot aan ‘de Uitdaging’. Dit initiatief van de stad Genk richt zich op het weerbaar maken van jongeren maar in tijden van corona doet het dienst als distributi­ecentrum voor de verdeling van de mondmasker­s in het Genkse. Coördinato­r Roel Vandewal neemt er mijn pakketje met de glimlach in ontvangst. Hij zal er op zijn beurt voor zorgen dat deze op hun eindbestem­ming geraken in de Genkse scholen en kinderopva­ngen.

En daarmee zit mijn taak erop,

mission accomplish­ed. De laatste vijftien kilometer richting huis verlopen bijgevolg aan een gezapig tempo. Ik geef toe: als gedreven fietser is het leuk om je fietsmaten er eens op te leggen in een spurtje. Maar de gedachte dat je met gewoon een pakje af te leveren op de fiets misschien wel levens hebt gered, geeft duizend maal meer voldoening.

 ??  ??
 ?? FOTO TOM PALMAERS ?? De ontwerpen krijgt onze journalist niet te zien, want de maskers zitten netjes ingepakt in ondoorzich­tig plastic.
FOTO TOM PALMAERS De ontwerpen krijgt onze journalist niet te zien, want de maskers zitten netjes ingepakt in ondoorzich­tig plastic.
 ?? FOTO TP ?? Met de mondmasker­s op zak gaat de tocht verder naar Genk.
FOTO TP Met de mondmasker­s op zak gaat de tocht verder naar Genk.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium