“Ik hoor die verschrikkelijke slag nog vaak”
Helena Vastmans en haar man Hubert Oosterbos hebben bijna weer een woonkamer. In april 2019 reed een vrachtwagen ’s ochtends recht hun huis binnen. “We hebben gelukkig niet veel nodig.”
De tachtigjarige Helena uit de Neeroeterenstraat in Opoeteren (Maaseik) blijft er heel kalm onder. Het Covid19-virus houdt haar bezig. De bewegingsvrijheid die zij en haar man Hubert hebben, is beperkt, maar voldoende. “We hebben gelukkig niet veel nodig. Op onze leeftijd ben je sneller content. Een keukentje en tafel om aan te zitten. Daar geraak je al ver mee”, vertelt ze.
Toch heeft het echtpaar weer iets om naar uit te kijken. Momenteel wordt hun woonkamer vanaf de grond heropgebouwd. Die werd
Seconde
in de vroege ochtend van 23 april vorig jaar onherstelbaar verwoest door een tientonner. Een uitwijkmanoeuvre van de vrachtwagenchauffeur, nadat een gedrogeerde automobilist in een flauwe bocht recht op hem afkwam bij het inhalen van een andere truck. “Ik hoor die verschrikkelijke slag nog vaak terug. Ik kan het me herinneren alsof het gisteren was. Je kan dan enkel dankbaar zijn dat het niet erger is afgelopen”, zegt de bewoonster.
De schade aan het huis was zo groot dat de stabiliteit niet gegarandeerd kon worden. Het stond op instorten en werd uiteindelijk helemaal afgebroken. Uit noodzaak. Nu de verzekeringskwesties achter de rug zijn, krijgt de woonkamer van weleer stilaan vorm. Onherstelbare schade kan je in een fractie van een seconde aanrichten, maar het herstellen neemt veel meer tijd in beslag. Maar we hebben tijd. De aannemers zijn afhankelijk van de leveranciers en in deze periode is het allemaal niet vanzelfsprekend. We zien het wel gebeuren. En tot dan blijven we rustig. Meer kan je toch niet doen. Je daar in druk maken heeft geen nut”, besluit Helena.