Huisartsen aan de frontlijn
De huisartsen zetten alle zeilen bij om als eerstelijnszorgers de coronacrisis te helpen bedwingen. Vanaf maandag houden twee Limburgse dokters in onze krant een dagboek bij over hun dagelijkse strijd.
Jos Vanhoof is huisarts in groepspraktijk Artsengroep Zorgpoort in Lommel. In de huisartsenkring neemt iedereen extra taken op zich door te kiezen tussen triageshiften in de centrale wachtpost of andere opties, zoals de verantwoordelijkheid voor een woon-zorgcentrum. Dokter Vanhoof koos voor het laatste. “Ik verzorg in samenspraak met Nelke, hoofd van de verpleegkundige dienst, dagelijks de permanentie in de Ploegdries in Lommel”, vertelt hij. “Daar verblijven momenteel 77 residenten, van wie gelukkig nog niemand besmet is met het nieuwe coronavirus. Er gelden dan ook al meerdere weken verschillende maatregelen, die al in voege waren vóór het Agentschap Zorg en Gezondheid ze op 13 maart aan de hele sector oplegde. Zo werd onder andere bezoek beperkt tot een strikt minimum, en uiteindelijk werden de cafetaria, de gemeenschappelijke ruimte en het kapsalon gesloten. De residenten werd gevraagd om contacten met medebewoners te vermijden en zo veel mogelijk op hun kamer te blijven. Dat lukt tot nu toe heel goed. Ook het verzorgend en logistiek personeel houdt zich strikt aan de hygiënemaatregelen en is uitgerust met schorten, handschoenen, veiligheidsbrillen en mondmaskers. Die preventieve maatregelen hebben duidelijk hun nut bewezen, al moet gezegd dat geen enkele maatregel waterdicht is. Want het logistiek personeel en de verpleegkundigen blijven natuurlijk niet intern; die mensen gaan na hun shift naar huis om de volgende dag terug te keren. Dat houdt risico’s in. In dat kader werd ook beslist om de huisartsen van iedere aparte bewoner te vervangen door één dokter. Waardoor het risico opnieuw wat verkleind kon worden. Sindsdien ben ik 24 uur op 24 verantwoordelijk voor het medische luik. Er is iedere dag een overleg met de hoofdverpleegkundige, waarop we de situatie continu opvolgen. Het kapsalon is omgevormd tot een dokterskabinet waar ik bewoners met klachten kan ontvangen en waar ik in beschermende kledij beperkte consultaties kan doen. Zelf kom ik niet op de afdelingen, opnieuw om het risico op een overdracht minimaal te houden.”
Isolement
De noodzakelijke maatregelen zijn niet evident voor de ouderen. Vooral het isolement door een gebrek aan bezoek en sociaal contact met medebewoners valt zwaar voor deze groep, die sowieso al kwetsbaarder is voor eenzaamheid. “Het is zeker geen gevangenis, dat is te cru gesteld. Maar de residenten zijn inderdaad wel zoveel mogelijk kamerplichtig”, zegt Jos Vanhoof. “En dat is niet altijd even makkelijk. We vragen de familie dan ook om contact te houden via de telefoon en de sociale media. Daarnaast heeft het woon-zorgcentrum een intern televisiekanaal ingericht, waarop kennissen en familie live videoberichten kunnen streamen. We merken dat dat systeem de betrokkenheid sterk verhoogt. En uiteraard is ook het personeel extra attent en waakzaam.”
Ondanks de strenge maatregelen, valt helaas niet uit te sluiten dat het virus op een dag misschien toch toeslaat in de Ploegdries. “Als een bewoner ziektetekens vertoont, zullen wij die intern in isolatie plaatsen tot hij zeven dagen asymptomatisch is.”, aldus dokter Vanhoof. “De betrokken patiënt zal steeds als laatste verzorgd worden en maaltijden krijgen. Dat klinkt hard, maar het betekent niet dat die persoon uren zal moeten wachten op voeding of verzorging. Meestal spreken we dan over minuten. Maar door de resident aan het einde van de keten te plaatsen, verkleinen we het risico op overdracht.”
Wanneer de medische toestand van een besmette bewoner achteruitgaat, wordt die niet automatisch gehospitaliseerd. “Een aantal bewoners heeft een DNR-code die vermeldt in welke mate ze nog behandeld willen worden. Op die manier kunnen ze bijvoorbeeld aangeven niet meer beademd of gereanimeerd te willen worden, om geen sondevoeding te krijgen of om niet meer gehospitaliseerd te worden. Als verantwoordelijke arts beschik ik over al die DNR-codes en ben ik dus op de hoogte van de specifieke wensen van elke bewoner. Maar ik beschouw het als mijn ethische en deontologische plicht om iedereen met een zorgvraag in te lichten over zijn of haar medische toestand, zodat men alsnog vrij kan kiezen of de DNR-code herroepen wordt. En als iemand dan verkiest om toch gehospitaliseerd te worden, dan zorg ik daarvoor.”
Niet-pluisgevoel
Naast zijn taak in het rusthuis is dokter Vanhoof samen met zijn collega’s nog altijd aan het werk in de praktijk, die open blijft voor mensen met niet-coronagerelateerde klachten. Ook doet hij telefonische consultaties voor patiënten die een vermoeden van besmetting hebben. “Wij krijgen weleens de vraag of die triages niet moeilijk zijn, want uiteraard kunnen we via de telefoon niemand klinisch onderzoeken”, aldus de arts. “Maar heel veel huisartsen hebben iets
“We hebben het kapsalon van het rusthuis ingericht als dokterskabinet”
Jos Vanhoof Huisarts in Lommel en verantwoordelijk voor een woon-zorgcentrum
wat we het ‘niet-pluisgevoel’ noemen: wij horen heel snel of iets ernstig is. Door de manier waarop iemand praat en vragen stelt. Vanochtend had ik bijvoorbeeld iemand aan de lijn die geen vlotte volzinnen meer kon uitspreken; ik hoorde dat hij kortademig was voor hij het me zelf kon vertellen. Tja, dan wéét je dat dit geen mineur probleem is, dus stuur je zo iemand naar de centrale triagepost voor een klinisch onderzoek.”
Als huisarts komt Jos Vanhoof onvermijdelijk met heel veel mensen in contact. Hoe bang is hij om zelf besmet te worden? “Oh, daar heb ik nog niet bij stilgestaan”, zegt hij. “Maar ik neem alle mogelijke voorzorgsmaatregelen. Wij, artsen, moeten het goede voorbeeld geven en zetten dus net als iedereen maximaal in op hygiëne en social distancing. Ik heb drie dochters en ben bompa van Arno, die 2,5 jaar is, en van Céleste, die pas twee maanden oud is. Normaal heb ik veel contact met mijn kleinkinderen, maar dat kan nu natuurlijk niet. Ik vind dat hartverscheurend. Met Arno heb ik een heel intens contact. Als baby sliep hij weleens op mijn borst, en hij herkende mijn stem al heel snel. Dat zorgde voor een unieke band, die ik nu niet kan opbouwen met Céleste. Ontzettend pijnlijk is dat, want de eerste maanden zijn zo cruciaal voor de hechting. Maar ja, dat zullen we later nog wel goedmaken. Het doet een mens ook beseffen hoe belangrijk en kostbaar het contact met je naaste familie is. Hopelijk houden we dat in het achterhoofd als deze crisis voorbij is.”
Triage in partytentjes
Dokter Vanhoof zal het ‘Dagboek uit de Huisartsenpraktijk’ delen met Wilfried Colmonts. Wilfried is huisarts in groepspraktijk PArel in Borgloon en doet onder meer triages in de coronawachtpost van Sint-Truiden. Afgelopen woensdag heeft hij zijn eerste shift gedaan in de Trudo-sporthal op de Truiense Veemarkt. “Ik moet zeggen dat dit goed georganiseerd is”, vertelt dokter Colmonts. “De stad heeft hier verschillende werknemers gestationeerd die de logistieke organisatie op zich nemen. Zo is er een parkeerwachter, er zitten enkele dames aan het onthaal, er zijn verplegers en er is een poetsdienst. De consultatieruimtes zijn in de sportzaal opgebouwd door middel van partytenten. Een tiental in totaal, dus er kunnen meerdere patiënten tegelijkertijd onderzocht worden. Maar momenteel loopt het zo’n vaart nog niet; bij de triage woensdag onderzochten we zo’n twintig patiënten in vier uur tijd, dus waren er maar enkele tenten in gebruik.”
In de wachtpost gelden rigoureuze veiligheidsmaatregelen. “De artsen komen binnen via een niet-gecontamineerde zone en begeven zich eerst naar een kleedkamer”, legt dokter Colmonts uit. “Daar kleden we ons uit, waarna we nieuwe, propere kleren aantrekken die we van thuis meebrachten. Daarover gaat een steriel wit pak met een kap, dat mensen wellicht kennen van de gerechtelijke diensten en het labo die een plaats delict onderzoeken. We dragen ook twee paar handschoenen waarvan het bovenste paar na elke consult wordt vervangen. Verder zijn we voorzien van het juiste mondmasker, een veiligheidsbril en indien nodig een plexi gezichtsscherm. Pas daarna betreden we de gecontamineerde zone waar de onderzoeken plaatsvinden. Na elk onderzoek gaat de poetsploeg aan de slag, want de consultatieruimte moet telkens volledig gereinigd en ontsmet worden. Je ziet, die triages zijn een hele onderneming. Alsof je op de set van een sciencefictionfilm bent terechtgekomen.”
Arrogantie
Haspengouw is de zwaarst getroffen regio in Limburg, wellicht zelfs in heel België. Er zijn ook al verschillende huisartsen besmet, een vijftiental in totaal. “In onze praktijk is iedereen nog symptoomvrij”, weet dokter Colmonts. “Maar je kan het virus al doorgeven voor de eerste ziektetekens optreden. Dus is het vooral voor artsen belangrijk om de richtlijnen goed te blijven opvolgen. Daar zou nog wat meer uniformiteit in mogen komen, want iedere huisartsenpraktijk legt eigen accenten. Nu, de mensen moeten zich zeker geen zorgen maken. De zorgverlening in onze regio kan op dit moment zonder problemen gegarandeerd worden. Maar we moeten ervoor opletten dat niet al onze soldaten sneuvelen voor de oorlog op zijn hoogtepunt is. Daarnaast wil ik de burgers toch ook nog eens oproepen om een goede handhygiëne in acht te nemen en zo veel mogelijk contact te vermijden. Ik kan me voorstellen dat het sommige mensen begint te vervelen dat er altijd op datzelfde nageltje geklopt wordt, maar aan hen wil ik zeggen: stop met daarover te discussiëren, laat het los en doe wat er gevraagd wordt. Want het virus veroorzaakt de epidemie, maar de arrogantie van de mens is verantwoordelijk voor de pandemie.”
Witte vlaggen
Doordat mensen met coronasymptomen niet langer welkom zijn in de wachtzaal van hun huisarts, is het aantal consultaties sterk afgenomen. “Dat is herleid tot 3 à 4 procent”, aldus Wilfried Colmonts. “Ik zie nog zo’n vijf patiënten per dag. Maar het werk wordt verlegd naar telefonische consulten; die zijn uiteraard exponentieel toegenomen. Een compleet andere manier van werken, maar dat is oké. De sfeer in onze praktijk is ook nog altijd heel goed. Echt chapeau voor mijn collega’s. De solidariteit is groot en er is veel persoonlijke betrokkenheid. Daardoor krijg je het gevoel dat je niet alleen staat in deze strijd. Ik apprecieer ook de burgerinitiatieven die zorgverleners een hart onder de riem steken door bijvoorbeeld witte vlaggen uit te hangen en te applaudisseren. Dat doet ontzettend veel deugd. Maar het mag geen aan-/uitknop zijn. Ik bedoel: het is hartverwarmend dat mensen om 20 uur massaal in hun handen klappen, maar ze mogen ze daarna ook niet vergeten te wassen. Dus, blijf de maatregelen volgen die de experten voorschrijven. Dat moet de boodschap zijn.”
“Na ieder onderzoek in de triagepost wordt de hele ruimte
gepoetst”
Wilfried Colmonts
Huisarts in Borgloon en triagearts in
Sint-Truiden