Miljoen mensen thuis maar asperges raken niet geoogst
De regering wil snel meer mensen aan het werk krijgen in de landbouw-, voeding- en zorgsector. CORONACRISIS
WERKLOOS
HASSELT
Op de aspergevelden van Leo Henckens en Carine Snijkers in Geistingen (Kinrooi) is het voorlopig nog rustig, maar midden volgende week zouden normaal gezien de eerste asperges boven de grond moeten worden gehaald. Dat is elk jaar een feestelijk moment, maar nu zal het dat allerminst zijn. Om de asperges van het veld te krijgen, zijn seizoensarbeiders nodig. En die zijn er niet. Ofwel zijn ze teruggekeerd naar hun familie in Polen, Roemenië of Bulgarije, ofwel mogen ze hun land niet verlaten om naar hier te komen. Dat zorgt voor grote onzekerheid in de groente- en fruitsector, waar 80 procent van de werkkrachten uit het buitenland komt. “Normaal hebben we dertig seizoensarbeiders, maar daar zijn er maar drie van in het land op dit moment”, zegt Carine Snijkers. “Eerst dachten we dat we niks konden oogsten, maar we hebben nu wel een aantal andere mensen uit eigen land gevonden. Genoeg om alles uit de grond te halen is dat niet, waardoor we wellicht maar de helft van onze asperges kunnen oogsten. Financieel is dat een zware domper.”
Ook fruitteler Koen Francis uit Sint-Truiden zit met de handen in het haar. “Het grootste probleem is dat onze mensen wel mogen vertrekken, maar dat er geen nieuwe naar hier kunnen komen. Ik zoek nu zelf een 20-tal sorteerders. Ik heb ook al een oproep gedaan op Facebook, maar met weinig succes. Buiten enkele asielzoekers komt daar bijna niemand op af.”
Europa moeit zich
De federale ministers van Werk en Sociale Zaken, Nathalie Muylle (CD&V) en Maggie De Block (Open Vld), versoepelden dinsdag de regels. De quota worden verdubbeld, waardoor seizoensarbeiders een tweede plukkaart kunnen krijgen en dubbel zo lang kunnen blijven. In de tuinbouw gaat het om 130 in plaats van 65 dagen, in de fruitteelt om 100 in plaats van 65 dagen en voor een derde van de arbeiders per bedrijf zelfs tot 200 dagen.
Maar zo lang seizoensarbeiders niet in ons land geraken, zal dat niet volstaan om het probleem op te lossen. Maandag moeide ook de Europese Commissie zich met de zaak. De Commissie vraagt de lidstaten nu informatie uit te wisselen en snelle procedures in te voeren voor een vlotte doorgang van seizoensarbeiders. “We hebben mensen nodig die planten en oogsten”, aldus commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Het is afwachten wat onze Nationale Veiligheidsraad met die vraag doet.
Covid-19-vacatures
Feit is dat er snel oplossingen nodig zijn. Vanaf de derde week van april heeft de landbouw nood aan 15.000 seizoenarbeiders, in de loop van mei worden dat er 25.000. De VDAB heeft intussen aan al haar werkzoekenden de vraag gesteld of ze aan de slag willen in cruciale sectoren zoals de voeding, zorg en landbouw. “We hebben voor die zogenaamde Covid-19-vacatures al 1.300 kandidaten in Limburg”, zegt Tinne Lommelen, provinciaal directeur bij VDAB Limburg. “Er is dus heel wat animo voor en het aantal stijgt ook nog flink. Het gaat om studenten, maar bijvoorbeeld ook om interimmers die nu tijdelijk zonder werk zitten.”
Maar ook die nieuwe instroom zal ongetwijfeld niet voldoende zijn om de duizenden vacatures dicht te fietsen. Her en der klinkt de roep om zij die tijdelijk werkloos zijn – vandaag al 1.047.000 Belgen – bovenop hun uitkering te laten bijverdienen in de cruciale sectoren. “Cumuleren mag vandaag niet”, legt Lommelen uit. Wie een uitkering voor tijdelijke werkloosheid krijgt, mag die dag niet elders in loonverband werken. Als je dat toch wil doen, valt de uitkering op die dagen weg. Ter herinnering: wie in tijdelijke werkloosheid zit, krijgt 70 procent van zijn normale brutoloon.
Laagste segment
Te veel om de landbouw aantrekkelijk te maken, zo klinkt het bij de boeren. “We kunnen de mensen wel werk geven, maar we zitten in het laagste segment qua lonen. En hoeveel houden ze daar later dan nog van over?” vraagt Koen Francis zich af.
“Ik heb al een kandidaat gehad die op gesprek kwam, maar erna liet weten toch thuis te blijven omdat het verschil te klein was”, zegt Carine Snijkers. “We betalen de werklozen te veel. En wij kunnen als sector niet meer betalen, want anders moeten we de prijs van de groenten dubbel zo duur maken. Ik hoop dat de mensen daar na deze crisis toch eens over zullen nadenken.” Intussen zoekt de federale regering naar oplossingen om meer mensen aan de slag te krijgen. “Het gaat niet alleen om de landbouw-, maar ook om de zorg- en voedingssector”, benadrukt Miet Deckers, woordvoerster van minister Muylle (CD&V). “Er zijn bijvoorbeeld ook verpleegkundigen tijdelijk werkloos, terwijl elders handen te kort zijn. We zijn nu aan het bekijken waar er precies nood is aan arbeidskrachten en hoe we in die cruciale sectoren de mensen die werken kunnen belonen. We hopen dat op de ministerraad zo snel mogelijk rond te krijgen. Wat de opties zijn? Daar wil ik niet op vooruitlopen. Tijdelijk werklozen in de cruciale sectoren extra laten verdienen bovenop de 70 procent uitkering? Dat is maar een van de vele mogelijkheden.”