Hoopvolle zwaluw
Enkele dagen geleden kreeg ik een mailtje binnen van Guido Knoops, een medewerker van Limburgs Landschap. Hij vertelde daarin dat hij in Kinrooi zijn eerste zwaluwen van dit jaar had gezien. Hét moment waarop het hart van iedere waarnemer een tikje sneller gaat slaan. Volgens waarnemingen.be staat de teller - op het moment dat ik dit schrijf - op 29 boerenzwaluwen die door het Limburgse luchtruim zeilden. En dan ben ik er zeker van dat er een aantal mensen hun waarneming niet hebben gemeld. Sommige exemplaren zijn er zelfs in geslaagd om stiekem ons landje binnen te vliegen.
Na een verblijf op het Afrikaanse continent zijn de zwaluwen na een lange reis weer terug in België. Totaal niet bewust van het corona-verhaal dat zich hier afspeelt. Nu ja, de natuur doet gewoon verder, gelukkig maar.
Zelf heb ik er voorlopig nog geen gezien. Het feit dat ik mijn waarnemingsstraal moet inperken, zal ervoor zorgen dat dit nog wel even gaat duren. Of ik moet wel heel veel geluk hebben. Boerenzwaluwen duiken meestal eerst op bij grote vijvers of plassen. Maar daarna vliegen ze door naar hun broedplaatsen. Ze keren heel vaak terug naar hun vroegere locatie waar ze geboren zijn of waar ze vorig jaar een nestje hadden. De boodschap is dan om - de ondertussen schaarse elektriciteitsdraden langs de weg in het oog te houden. Hun favoriete kwebbel-plekjes. Een wandeling langs het erf (vlakbij je huis, weet je wel) van een actieve boerderij kan ook helpen. Stallen met vee blijven aantrekkelijke plekjes voor zwaluwen. Nestgelegenheid en eten in overvloed dankzij de massaal rondvliegende mugjes en vliegjes.
Wees gerust, ook je eigen boerenzwaluw is ongetwijfeld onderweg. Hij zal de lente niet maken. Maar voor mij is het toch weer een teken van hoop. Iets wat we in deze tijden hard kunnen gebruiken.