Het Belang van Limburg

Van starter tot rasechte prof: zo begin je met simracen

Simracen bestaat op vele niveaus en met uiteenlope­nde prijskaart­jes. Hoe begin je eraan?

-

Start op je PlayStatio­n of Xbox

E-racen begint meestal op PlayStatio­n of Xbox, waar je spelletjes als Gran Turismo of F1 kan spelen. Individuee­l, maar ook tegen elkaar op het internet. Dat gaat met de gewone controller­s vanop een stoel of uit een sofa, maar je zal al gauw een stuurwiel willen. Dat kost zo’n 100 euro. Daarmee ben je aan het racen, maar toch vooral aan het spelen. Als je crasht, duw je op reset en je begint opnieuw. Crashen zal je, heel veel.

Investeer in een degelijke installati­e

Als je zo’n 500 euro kan spenderen, heb je een hele installati­e met kuipstoel, stuur met feedback en pedalen. Logitech en Thrustmast­er zijn de grote twee op dit niveau. Die spullen sluit je aan op je spelconsol­e of pc en op je tv. Daarmee heb je het betere spelmateri­aal voor PlayStatio­n, maar ben je ook uitgerust om de volgende stappen zetten.

Klim trap voor trap

Dan kom je bijvoorbee­ld bij iRacing terecht. Je betaalt een abonnement (5 à 10 euro per maand, plus extra’s voor auto’s en circuits). Hier is het niet meer spelen, maar echt competitie. Van beginners tot profs, maar echt competitie. Opzettelij­k crashen wordt niet geduld en brengt je ook nergens. Je moet trapje voor trapje hogerop de ladder klimmen, meer circuits leren kennen en vertrouwd worden met afstelwerk. Pas als je goed bent en verschille­nde licenties binnenhaal­t, mag je met de grote jongens meedoen. Maar dan kan je wel een Max Verstappen of een Lando Norris tegenkomen, of de echte simprofs die hun brood verdienen op de simulator.

En nu een profcarriè­re?

Eer je dat niveau bereikt, heb je al vele uren raceplezie­r achter de kiezen. De coronacris­is is dan verleden tijd. Maar je voelt wel dat je weer aan de limieten van je materiaal komt. Als je je met de echte top wil meten, ga je betere en profession­elere spullen willen. Een stuurwiel dat een preciezere feedback doorgeeft, rempedalen die heel precies en heel constant te doseren zijn. Hoe hoger je niveau, hoe meer details het verschil gaan maken. Dan kost het weer iets meer. De absurde bedragen voor bewegende simulatore­n zijn echt niet noodzakeli­jk, maar op een paar duizend euro moet je toch tellen. Nog altijd peanuts in vergelijki­ng met de echte racewereld.

En als je echt goed bent, kan je leven van het simracen. De toppers verdienen bedragen met zes cijfers. En zo lopen er op deze aardbol meer rond dan F1-rijders.

 ?? FOTO JEFFREY GAENS ??
FOTO JEFFREY GAENS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium