Een tsunami en een u-bocht
Alsof er een tsunami door onze winkelstraten heeft geraasd. Zo zullen de Limburgse stadscentra eruitzien nadat de coronamist is opgetrokken. Iconische namen als Hema, INNO, Mediamarkt en E5-mode staan op het punt te bezwijken onder het virus. In hun kielzog volgen honderden, misschien zelfs duizenden kleine winkels en horecaondernemers. Krijgen we die levensaders van onze steden nog ooit heropgebouwd? Of heeft het winkelgebeuren zich nu onherroepelijk verplaatst naar het internet, waar je met de nodige social distancing je inkopen doet zonder nadien je handen te wassen?
Wat zouden we zien als we een paar jaar in de tijd vooruit konden springen en naar onze handelscentra zouden kijken? Ik betwijfel of het zicht er een van desolate leegte zou zijn. Winkelen, kuieren, een terrasje en nadien misschien een etentje meepikken, dat zijn genoegens die niet door een scherm en een toetsenbord vervangen worden. Maar in die toekomst zullen we andere winkels zien, in een gewijzigde omgeving, met meer beleving, waarbij horeca, winkelen en zelfs ambachten op sommige plaatsen vaker verweven zullen zijn. De vraag is hoe wij die tijdsprong kunnen maken? Georges Ugeux, een in de VS wonende Belg die lang de tweede man van de New Yorkse beurs was, voorspelt een
U-bocht: een diep dal van twee tot drie jaar, en vervolgens een economie die peil omhoogschiet. De uitdaging voor retail en horeca is daarom hoe ze dat dal kunnen overbruggen. En vervolgens hoe ze mee omhoog kunnen schieten.
Ik vrees nochtans dat die wankelende winkelreuzen, waarover we het eerder hadden, sneller de weg naar overbruggingskredieten zullen vinden dan de lokale ondernemer. Die is ontmoedigd en is in Vlaanderen algemeen afkerig van leningen en schulden. Tenzij men over een stevige spaarpot beschikt, zijn leningen en schulden nochtans de enige manier om die lange dip te overleven. De overheid én de banken moeten deze zelfstandige ondernemers over hun schroom heen helpen en hen door dit dal loodsen. Voor de horeca hoort een duurzame oplossing voor de fiscale druk en de werkgeverskost hier ook nog bij, om hen opnieuw de moed te geven om er opnieuw in te vliegen. Indien niet nu, wanneer dan wel? Maar vanaf dag één in het dal begint de taak om de winkel- en horecabeleving van de toekomst te creëren. Dat wordt een grote uitdaging voor onze zelfstandige ondernemers. Maar ook voor onze gemeenten. Zij zullen voluit moeten investeren in stadsinrichting en beleving. Uitgerekend zij mogen nu niet op de rem gaan staan. Want wie bruusk remt in een scherpe bocht, zou er wel eens uit kunnen vliegen.