U21-ploegen laten meedoen kan profvoetbal in 1B redden
sport 2
Eerst even het rekensommetje maken. Van de 24 huidige profclubs in 1A en 1B hebben er met Standard, Moeskroen, Oostende, Virton, Lommel, Roeselare en Lokeren zeven naast een licentie gegrepen. Twee clubs uit eerste amateur (Deinze en RWDM) kregen wel een licentie voor 1B, waardoor volgend seizoen zou kunnen worden aangevat met 19 profclubs. Geen makkelijk aantal om een competitie te organiseren.
Dat aantal zal bovendien nog gewijzigd worden door het BAS. Onder meer Seraing maakt zich sterk dat haar dossier sterk genoeg is om de licentie te verwerven en één van de vacante plaatsen in 1B op te vullen. Omdat weinigen ook Standard zien sneuvelen voor het BAS en er daar altijd wel een of andere verrassende aap uit de mouw komt, is de realistische inschatting dat we zullen stranden op 22 of 23 profclubs.
Nederlands voorbeeld
Een onmogelijk aantal om in één reeks te laten uitkomen. Omschakelen naar een 1A met 18 (of zelfs) 20 clubs lijkt ook heel lastig, hoe graag bijvoorbeeld Club Brugge en leden van de K11 dat ook zouden willen. Maar wat doe je dan met de vier, vijf, zes of zeven resterende clubs?
Daarom is één van de mogelijke oplossingen de introductie van de beste U21-teams van het land. Naar Nederlands voorbeeld, waar de sterkste beloftenploegen al zeven seizoenen meedraaien in de Keuken Kampioen Divisie, de oranje variant van 1B. Vooral de Belgische topclubs zijn al enkele jaren vragende partij om hun beloftenploegen tegen eerste elftallen te laten spelen. Terwijl de amateurafdeling dat niet ziet zitten, kan de huidige crisis in het profvoetbal nog een niveau hoger de deur openzetten.
Realisme in 1B
Onder meer KRC Genk en Club Brugge zijn al langer voorstander van het idee. Racing stalt al enkele jaren talenten bij clubs uit 1B, om in versneld tempo van de jongens mannen te maken. Met succes, het schoolvoorbeeld van zo’n openbloeiende speler was Leandro Trossard, die voor OH Leuven en Lommel uitkwam. Maar clubs verspreiden hun jonge talenten liever niet over het hele land: als hun beloftenploegen een competitie op hoog niveau krijgen, vergemakkelijkt dat de postformatie in hun opleiding.
De aanwezigheid van de U21teams, die niet naar 1A kunnen promoveren, kan van 1B opnieuw een volwaardige en meer leefbare reeks maken. Het huidige format met acht clubs, waarbij iedereen zich voortdurend tussen hamer en aambeeld bevindt, staat bij te veel clubs een realistische aanpak in de weg.
Play-offs
Met een volwaardige 1B-reeks kunnen in 1A ook de play-offs makkelijker in stand gehouden worden. Die formule zorgde het afgelopen decennium voor een extra spanningsveld, zowel in de reguliere competitie - wie haalt de top 6? - als tijdens de play-offs zelf. Al wordt die spanning door tegenstanders als kunstmatig omschreven, het format bleek ook commercieel een troef bij de onderhandelingen over het tvcontract.
De introductie van de U21-teams kan als optie worden aangereikt door de werkgroep, die zich momenteel buigt over de toekomst van het Belgisch profbestel. Die werkgroep passeert nog via de raad van bestuur van de Pro League, alvorens de algemene vergadering kan stemmen over een (nieuwe) competitieformule. De eerstvolgende algemene vergadering van de Pro League werd donderdag uitgesteld van 15 naar 24 april. Maar de kans is klein dat dan al gestemd wordt over een competitieformule. Daarvoor wordt best het oordeel van het BAS (ten laatste 8 mei) afgewacht, wanneer duidelijk wordt hoeveel profclubs ons land overhoudt.
In Nederland draaien
de sterkste beloftenploegen al zeven seizoenen mee
in de Keuken Kampioen Divisie, de oranje variant
van 1B