Genkse Ellen legt project in Peru stil door corona

Ingestuurd door Jef Gabriels

Ook in Peru sloeg het coronavirus toe. Het project Añañau van de Genkse Ellen Bosch in de buurt van Cuzco moest tijdelijk zijn activiteiten stilleggen. De Belgische stagiairs keerden terug naar hun land. Ellen zelf blijft ter plaatse en houdt het thuisfront op de hoogte.

Sinds 2014 werkt Ellen Bosch uit Boxbergheide met haar organisatie Añañau aan de schoolbegeleiding van kinderen en jongeren in situaties van extreme armoede en onstabiele familiesituaties in de buurt van de Peruaanse stad Cuzco. Nog geen jaar geleden kon een nieuw schoolgebouw in gebruik genomen worden in de achtergestelde buurt waar Ellen werkt. Het zag er allemaal vrij goed uit, tot de coronacrisis...

Gezinnen in armoede

Op 6 april waren er in Peru al 2.300 besmettingen vastgesteld en waren er 83 mensen overleden. Ook daar zit iedereen in sociale quarantaine. Aangezien alles stilligt en de scholen gesloten zijn, moest ook Ellen haar project sluiten. Ze heeft voor een tijdje afscheid genomen van de kinderen en hun families en hen zo veel mogelijk goede raad meegegeven: handen wassen, afstand houden en alle andere dingen die wij hier intussen zo goed kennen. Voor de gezinnen in armoede slaat deze quarantaine dubbel zo hard toe. De meeste moeders verkochten namelijk producten op straat of in de buurt van de markt, en dat kan nu allemaal niet meer. Ellen probeer contact te houden met de families. Maar ook dat is niet eenvoudig, want de meesten hebben geen gsm.

Stagiaires

Zeven

studenten

uit

verschillende Belgische hogescholen (foto rechts onder) waren op stage in Peru in het kader van het project Añañau. Deze gedreven jongeren werden begin april door de Belgische ambassade gerepatrieerd en vertrokken met spijt in het hart weer naar hun thuisland.

Ellen zelf blijft in Cuzco.

Ze wil samen met de plaatselijke mensen de uitdaging aangaan. Want ook als Covid-19 voorbij is, zal er nog altijd armoede zijn, meer dan ooit.