De exit staat nu al op losse schroeven
“Er is absoluut geen zekerheid dat de winkels op 11 mei opengaan. Alles wat we beslist hebben, hangt af van de verdere verspreiding van het virus”, zei premier Sophie Wilmès (MR) zondag. Staat de exitstrategie van de regering op losse schroeven? Voor een
De politiek wil sneller uit de lockdown dan de experten, zo werd vrijdagavond al snel duidelijk tijdens de presentatie van de exitstrategie van de Veiligheidsraad. De regering wil vanaf 4 mei meer mensen aan het werk, vanaf 11 mei de winkels open en vanaf 18 mei - 15 mei voor Vlaanderen een gedeeltelijke heropstart van het onderwijs. Afgelopen weekend toonden de experten openlijk hun ongenoegen over die strategie.
Eén van de discussiepunten is de opening van de winkels op 11 mei. “Dat is te vroeg”, benadrukte Erika Vlieghe, infectiologe en voorzitster van de expertengroep (GEES) zondag. Vlieghe en haar team hadden de regering overigens geadviseerd om de winkels pas op 18 mei te openen, maar dat advies werd niet gevolgd. Ook viroloog Marc Van Ranst vindt 11 mei voor de winkels te vroeg. “Zolang het aantal dagelijkse nieuwe ziekenhuisopnames niet naar 100 zakt, is dit veel te risicovol”, aldus Van Ranst. Momenteel zijn we nog een heel eind verwijderd van die 100 nieuwe ziekenhuisopnames. Zondag was er sprake van 204 nieuwe opnames, zaterdag 217. “De laatste dagen zien we inderdaad dat dit cijfer terug stabiliseert”, zegt viroloog Steven Van Gucht. “Een duidelijke verklaring heb ik niet, al zou het logisch zijn dat dit voornamelijk mensen uit de woon-zorgcentra zijn, want daar is een uitbraak gaande.”
“Geen zekerheid”
Ook premier Sophie Wilmès (MR) zei zondag dat de exitstrategie, waarbij het openbare leven vanaf 4 mei in vier fasen zou hernemen, niet vastligt. “4 mei is een startmoment, maar zekerheid bestaat niet in deze tijd, perspectief wel”, zei Wilmès. “Zo is het ook absoluut niet zeker dat de winkels op 11 mei opengaan. Alles wat we beslist hebben, is voorwaardelijk. Dat is de hele filosofie van de aanpak. Alles hangt af van de verdere verspreiding van het virus.” Nog volgens Wilmès kunnen de maatregelen alleen stelselmatig versoepeld worden op basis van monitoring. “De criteria voor die monitoring zijn de besmettingsgraad en het aantal opnames in het ziekenhuis en op intensieve zorgen”, zo liet het kabinet van Wilmès gisteren nog weten. Wel moeten de concrete cijfers over hoe hoog de besmettingsgraad en het aantal ziekenhuisopnames mogen zijn, nog worden bepaald. “De expertengroep GEES zal zich daarover moeten buigen. En dat is een werk voor de komende weken”, zei Wilmès. “Wij vragen hulp en advies van de experten, al zijn wij verantwoordelijk. De exitstrategie zal altijd een politieke beslissing zijn.”
Coronaspeurders
Een ander punt van discussie is de aanwerving van de zogenaamde coronaspeurders, mensen die telefonisch maar ook ter plaatse moeten nagaan met hoeveel personen een besmette patiënt in contact is geweest en hoe intens dat contact was. Op die manier kunnen besmette mensen geïsoleerd worden en nieuwe besmettingshaarden ingedijkt worden. Erika Vlieghe, hoofd van de expertengroep GEES, begrijpt niet waarom de regering zo talmt met die zogenaamde contact tracing, die in principe vanaf volgende week van start moet gaan als de eerste fase van de versoepeling ingaat. Op dit moment zijn er nog maar 20 van die contact tracers. Voor het hele land zijn er nog 2.000 extra nodig en die moeten nog aangeworven én opgeleid worden. Terwijl de experten en de politiek discussiëren over de juiste exitstrategie loopt de dodentol van de coronacrisis verder op in ons land. Zondag stond de teller in ons land al op 7.094 overlijdens. Nu de kaap van zevenduizend overschreden is, stelt viroloog Steven Van Gucht een symbolische grens voorop. “Aan dit tempo hoop ik dat we onder de 10.000 overlijdens kunnen blijven voor de zomer”, aldus Van Gucht.