“Sluipmoordenaar die traag over de grond kruipt”
Onze kennis over het virus is vandaag nog niet volledig. Er zijn twee grote onbekende factoren: de seizoensgebondenheid en de immuniteit. “Dit virus zal op termijn wellicht in de liga van de verkoudheden spelen. De hamvraag is of dit virus ook in de zomer opduikt of verdwijnt. En als het verdwijnt, waar houdt het zich dan schuil? Je kan het vergelijken met een guerrillastrijder die zich terugtrekt in het struikgewas. Het struikgewas zijn in dit geval diersoorten: eenden, varkens, honden, katten, vleermuizen,… Daarnaast is er over de immuniteit nog weinig bekend. Als je de ziekte doormaakt, ben je in principe immuun. Maar we weten niet hoe sterk die immuniteit is en hoelang je beschermd bent. Of hoe ernstig de ziekte is als je een tweede keer besmet raakt. De groepsimmuniteit is er nog lang niet. In enkele hotspots in Duitsland, waar het virus wild om zich heen heeft geslagen, bedraagt die amper 12 tot 15 procent. In België 3 tot 4 procent. Een vaccin ontwikkelen vraagt tijd. Of het dan succesvol is, valt af te wachten. Denk maar aan HIV. Antivirale middelen ontwikkelen die het virus afremmen, worden dan van levensbelang. Aan de KU Leuven zijn hoopvolle klinische studies gestart. Maar zolang we de ziekte niet kunnen voorkomen of afremmen, is grote voorzichtigheid nodig. We moeten ons echt voorbereiden op een tweede golf door op wacht te staan om bij het geringste snel in te grijpen. Corona blijft een sluipmoordenaar die traag over de grond kruipt en dan plots als een raket omhoog schiet.”