“Mensen zeggen vaak dat wij paniekzaaiers zijn”
Thomas Neyens coördineert de statistische analyse van de wekelijkse coronastudie van de Universiteit Antwerpen in samenwerking met de Universiteit Hasselt en KU Leuven. “Ik maak een geografische analyse van enerzijds de symptomen die mensen zelf rapporteren en anderzijds van de door Sciensano bevestigde gevallen. De combinatie van die twee databronnen kan ons inzicht verbeteren in hoe het virus zich kan verspreiden. Daarnaast is het een belangrijke parameter om ons te waarschuwen. De symptomen tonen zich voor de ziekenhuisopname. Op die manier kunnen we de mogelijke ziekenhuisopnames op tijd inschatten en indien nodig aanmanen om de maatregelen bij te sturen of terug te schroeven. Dat wordt in de komende weken erg belangrijk.” Uit de coronastudie blijkt dat vooral 65-plussers hun contactgedrag sterk hebben aangepast. 15% van de jongeren en jong volwassenen geeft nog altijd een handdruk aan iemand buiten het gezin. “De fysieke afstand is er dus niet. Daarnaast stellen we ook vast dat er een sterkere stijging is van mentale problemen bij mensen die krap wonen. Ook de aanwezigheid van kinderen zorgt daar voor extra druk. In grote woningen bevordert dit over het algemeen het welzijn.” Thomas is vooral bezorgd over de coronamoeheid die de kop opsteekt. “Mensen zeggen vaak dat wij paniekzaaiers zijn. Maar wij willen even graag dat dit allemaal stopt. Als wetenschapper wil je vooral de kennis die je vandaag hebt eerlijk delen. Zo kunnen we mensen waarschuwen en beschermen.”