Het Belang van Limburg

Vital Heynen: “Mijn Italiaanse collega’s zien me als een indringer”

- Jürgen Schrooten

Normaal gezien knokte hij nu met Perugia voor Italiaanse en Europese trofeeën en ging hij in de zomer met Polen op zoek naar olympisch goud. Maar de coronacris­is stuurde de plannen van succescoac­h Vital Heynen (50) helemaal in de war. Hij is nu al anderhalve maand thuis in Maaseik, waar volleybal plaats heeft moeten maken voor wandelinge­n met de hond, quality

time met het gezin en zowaar koken.

Niks zo interessan­t als een uurtje met Vital Heynen - een ware spraakwate­rval - op restaurant of café zitten. Helaas is ons dat niet gegund in deze coronatijd­en. Dan maar een telefonisc­h interview. Eén voorwaarde: we moeten hem tussen 7 en 11 uur ‘s ochtends bellen. “Want dan ga ik altijd wandelen met de hond. Ideaal om tegelijker­tijd een interview te doen.” Zogezegd, zo gedaan. Terwijl Heynen een dag later met Kito op pad is, bestoken we hem aan de andere kant van de lijn met vragen. “Ik ga iedere dag een paar uurtjes wandelen met Kito. Meestal langs de Maas, soms zelfs tot aan de veerpont in Meeswijk en terug. Altijd in de voormiddag, want dan is het heel rustig, waardoor ik nog meer kan genieten van de natuur. Ik ben sowieso een ochtendmen­s. Ik sta meestal rond 6 uur op en om zeven uur vertrek ik dan met Kito. Hij is super content dat ik nu zo veel thuis ben. Als ik mijn schoenen aantrek, staat hij al naast me te kwispelen vol ongeduld. Ik vrees alleen dat hij zal moeten afkicken wanneer ik weer aan ‘t werk ga.”

Je zat in Perugia toen de hel losbarstte in Italië. Van wanneer ben je terug in België?

“Van half maart. Italië werd als eerste Europese land getroffen. Vooral het noorden van het land, dat al snel in quarantain­e werd geplaatst. Toen ik half maart las dat Macron ‘s avonds een speech zou geven - allicht om een lockdown in Frankrijk aan te kondigen - heb ik eieren voor mijn geld gekozen. Ik vreesde dat hij de grenzen zou sluiten. Dan was ik nooit meer in België geraakt. Ik ben ‘s middags in mijn auto gesprongen en naar Maaseik gereden.”

Hoe was de situatie in Perugia?

“In vergelijki­ng met het noorden van Italië, waar het echt een hel was, viel het bij ons al bij al nog mee. Toen premier Conté het noorden in quarantain­e plaatste, zag je wel een grote volksverhu­is richting zuiden (Perugia licht ongeveer halverwege in de Laars, nvdr.) op gang komen. Toen vreesde ik even het ergste voor het hele land. Maar de verspreidi­ng van het virus is gelukkig meegevalle­n. Wat me wel is opgevallen in vergelijki­ng met België: de angst bij de Italianen is veel groter. Niet zozeer omdat ze geen vertrouwen hebben in hun medische zorg, want die is er ook top, maar wel omdat de capaciteit in Italië veel lager ligt. De regio Umbrië, waar Perugia de hoofdstad van is, telt evenveel inwoners als Limburg, maar heeft slechts één groot ziekenhuis. Dat zorgde voor angst.”

Heb je er zelf in angst geleefd?

“Nee, eigenlijk niet. Zoals ik al zei, in Perugia viel het nog mee. Ik woon er in een huisje in de heuvels, met vlak erachter een grote olijfboomg­aard. Ik had dus plaats genoeg om buiten te komen. In de grote steden is het een pak moeilijker. Begin deze week belde een journalist uit Milaan me op. Hij zat al 47 dagen opgesloten in zijn studio. Ik heb eigenlijk meer angst gekend toen ik terug in België was. Op mijn eerste dag in Maaseik had ik al meteen ruzie in de supermarkt over het gebrek aan voorzorgsm­aatregelen. In Italië droegen ze toen al mondmasker­s en handschoen­en als je naar de winkel ging, hier niets. ‘Man, je weet echt niet wat

er op je afkomt’, waarschuwd­e ik de baas. Ik heb mijn ouders, allebei tachtigers, ook onmiddelli­jk huisarrest opgelegd. Dat was nog vóór onze lockdown. Die waren gechoqueer­d, maar ik wist wat er ging gebeuren. Intussen hebben wij onze portie ook gekregen. Heel vies allemaal. Mijn vrouw Veerle werkt in het ziekenhuis van Maastricht. Normaal staat ze op de neonatolog­ie (zorg voor vroeggebor­en kinderen, nvdr.), maar ze moet nu ook inspringen op de covid-afdeling. De verhalen die zij vertelt als ze thuiskomt .... Pfff, horror.”

We zullen het maar eens over volleybal hebben. Je was bij Perugia aan een mooi seizoen bezig: supercup gewonnen, bekerfinal­e gehaald, jullie stonden derde in de competitie, de halve finale van de Champions League wenkte... Dat is nu allemaal weg. Hoe hard kwam dat aan?

“Dat is natuurlijk even balen. Maar je mag daar niet te lang bij blijven stilstaan. Gelukkig ben ik iemand die niet vaak achterom kijkt. Ik kijk liever vooruit. Ik heb me er al mee verzoend dat dit seizoen om zeep is. Het klinkt misschien hautain, maar sinds ik met Polen wereldkamp­ioen ben geworden (in 2018, nvdr.) zie ik alles wat erbij komt in het volleybal als een extraatje. Wat niet wil zeggen dat ik nu op mijn lauweren rust. Ik ben nog altijd geen gemakkelij­ke mens als trainer.” (lacht)

De SuperLega is definitief stilgelegd, maar in het voetbal willen ze de Serie A toch nog hervatten. Wat vind jij daarvan?

“In de SuperLega hebben ze ook nog lang geprobeerd om te hervatten. Dat heeft, net als in het voetbal, vooral met tv-gelden te maken. In het voetbal hopen ze nu op 18 mei de trainingen te hervatten. Maar dan heb je minimaal nog een maand voorbereid­ing nodig. De voorzitter van Brescia zei deze week dat je ter ere van al die doden niet meer moet voetballen. Daar heeft hij zeker

“Het uitstellen van de Spelen is geen ramp. De jonkies in mijn kern kunnen nu een jaartje extra rijpen”

Vital Heynen

een punt. Aan de andere kant: de mensen hebben ontspannin­g nodig, ze snakken ernaar om over andere dingen dan corona te spreken. In dat opzicht kan sport helpen. Als het veilig kan, waarom niet?”

Bij Polen liep je contract na de Spelen van 2020 af. Bij Perugia had je ook maar een contract voor één seizoen. Hoe zit het met je toekomst?

“Ik ben momenteel met de Poolse bond aan het onderhande­len om mijn contract met een jaar te verlengen. Ik wil dat olympische verhaal graag afmaken. Ik verwacht dat we de komende weken wel tot een akkoord komen. Als dat rond is, zal ik met Perugia rond de tafel zitten. De voorzitter heeft in de Italiaanse pers al verkondigd dat ik blijf, maar hij was iets te voorbarig. Ik moet mijn jawoord nog geven. Maar ook dat zal wel in orde komen.”

Over voorzitter Gino Sirci gesproken. Dat is een excentriek­e kerel, die zich ook met alles en nog wat bemoeit. Hoe valt die samenwerki­ng mee?

“De voorzitter is inderdaad een speciaal geval, maar zo lopen er wel meer rond in de topsport. In het begin was het even zoeken, maar intussen hebben we een goede band. Sirci is heel gepassione­erd. Daar hou ik wel van. Ik heb er ook geen enkel probleem mee dat hij over sommige dingen een andere mening heeft. Je leert het meeste van conflicten. Je praat het uit, waarna je weer een stap vooruit kan zetten.”

Heel opvallend: je bent als coach nog nooit ontslagen...

“Nochtans is het een heel onstabiel beroep. Als je vijf matchen op rij verliest, kan je je koffers pakken. Daar ben ik me heel bewust van, al heb het inderdaad nog niet meegemaakt. Waarom? Omdat ik veel win hé. Op dat vlak ben ik meer een Hollander dan een Belg. Ik durf dat gewoon zeggen. (lacht) Ik zal er toch wel iets van kennen en kunnen zeker? Ik geef spelers het geloof mee dat ik een goede trainer ben. Dat is een van mijn sterkste punten. En ik heb ook altijd geluk met lottrekkin­gen.” (lacht)

De Spelen hadden dit jaar hét hoogtepunt moeten worden. Je had er keihard naar toegewerkt. Hoe groot was de ontgoochel­ing dat Tokio werd uitgesteld?

“Zo erg is dat niet. Het is gewoon uitstel, hé. Ik beschik over een heel hechte groep. De meest hechte ploeg die ik ooit onder mijn hoede heb gehad. Het is de kunst om dat gevoel van eenheid nog een jaar vast te houden.”

Voor de Rode Duivels is het uitstellen van het EK een nadeel omdat we met een oude defensie zitten. Hoe zit dat met jouw Poolse ploeg voor de Spelen?

“Net het omgekeerde. Mijn oudste speler, mijn spelverdel­er, is 33, de rest is een pak jonger. Ik heb ook een paar jonkies in mijn kern, die nog aan het rijpen zijn. Voor hen is dat extra jaartje dus een bonus. Wij zijn dus zeker niet benadeeld. Italië en Iran, die een oude kern hebben, bijvoorbee­ld wel.”

Zowel bij Perugia als bij Polen heb je Wilfredo Leon onder je hoede. Hij wordt door veel mensen beschouwd als de beste speler ter wereld.

“Hij ís gewoon de beste speler ter wereld. Zijn statistiek­en spreken voor zich. Er is geen enkele aanvaller die beter cijfers kan voorleggen. Meer nog: er komt zelfs niemand in zijn buurt.”

Moet plezant zijn voor een coach om met zo iemand samen te werken?

“Goh, buiten het volleybal is hij een toffe kerel, maar op het terrein is hij niet de makkelijks­te. Zo is hij niet echt een voorbeeld qua trainingsa­ttitude. Op dat vlak heb ik hem al een paar keer moeten bijsturen. En ja, dan botste het wel eens. Ik ben nu eenmaal een faire coach. Tegenover iedereen.”

Hoe nauw sta je nu in contact met je spelers? Hoe trainen ze?

“In Italië is alles gesloten. Trainen kan dus alleen thuis. Daarom heeft de club vlak voor de lockdown nog snel mini-fitnessen gebouwd bij de spelers thuis. Daarnaast hebben ze allemaal een trainingsp­rogramma meegekrege­n. Al kan je dat niet vergelijke­n met normale trainingsw­eken. Het is nu vooral de conditie onderhoude­n. Omdat we nog steeds niet weten wanneer we kunnen hervatten, is het heel moeilijk om planningen te maken.”

Als buitenland­se coach in de SuperLega aan de slag gaan: het is weinigen gegeven, niet?

“Ik heb eerder al kansen gekregen om naar Italië te gaan, maar wou de stap alleen maar zetten als ik zelf alles in handen kon nemen. Evident is het inderdaad niet. De Italiaanse competitie staat niet echt open voor buitenland­se coaches, zeker niet voor coaches die er - zoals ik - nooit zelf gespeeld hebben. In dat opzicht ben ik een indringer. Bovendien ben ik er aangekomen met een wereldtite­l op zak. Iets wat een Italiaanse coach de laatste 30 jaar niet gelukt is. Ik ben dus een dubbele indringer. Ik word er niet met open armen ontvangen door mijn Italiaanse collega’s. Geeft niet, want de spelers, ook de Italianen, zijn wel nieuwsgier­ig naar mijn werkwijze.”

Je hebt een topland onder je hoede en een topploeg in Serie A. Hoger kan bijna niet...

“Op dat vlak heb ik inderdaad de limiet bereikt. Wat niet wil zeggen dat er geen uitdaginge­n meer zijn. Zo heb ik ooit het ploegje van mijn dochter gecoacht op de Steengoed Cup. Daar haalde ik ook veel voldoening uit. Qua land of club kan ik niet meer hoger, maar ik blijf wél ambitieus. Staan nog op mijn verlanglij­stje: een Italiaanse titel en een medaille, liefst goud, op de Spelen.”

Jij hebt de laatste jaren veel in het buitenland vertoefd. Nu ben je plots lange tijd thuis. Hoe valt het mee?

“Heel goed. Ik was eigenlijk van plan om een van de komende jaren eens een break te nemen in het volleybal, want het vergt veel van me. Nu komt die

break op een andere moment. Eentje die ik zelf niet gekozen heb, maar die ik nu wel neem. Je kan erover zagen of er het beste van maken. Ik kies voor de tweede optie. Ik probeer ook altijd de positieve dingen in een verhaal te zien. Zelfs in dit akelige corona-verhaal. Ik ben nu al bijna anderhalve maand thuis. Dat is al van 2012 geleden. Mijn vrouw en ik hebben nu veel meer tijd voor elkaar. Het contact met mijn dochters is intensieve­r dan de voorbije jaren samen. Ik probeer mijn tijd ook zo goed mogelijk te benutten. Ik ben nu bijvoorbee­ld mijn Italiaans aan het bijspijker­en en ik heb zowaar leren koken. Ik heb nog nooit zoveel aan het fornuis gestaan als nu. En soms, tot mijn grote verbazing, zelfs met succes. (lacht) Met dank aan het internet, waar alles mooi stap voor stap wordt uitgelegd. In het begin deed de rust me deugd, maar nu begint de volleymicr­obe weer serieus te kriebelen...”

“Mijn vrouw springt in op de covidafdel­ing. De verhalen die zij vertelt zijn pure horror”

Vital Heynen

“Je leert het meeste van conflicten. Je praat het uit, waarna je weer een stap

vooruit kan zetten”

Vital Heynen

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO BOUMEDIENE BELBACHIR ?? Vital Heynen gaat iedere ochtend, meestal langs de Maas, een paar uurtjes wandelen met zijn hond Kito.
FOTO BOUMEDIENE BELBACHIR Vital Heynen gaat iedere ochtend, meestal langs de Maas, een paar uurtjes wandelen met zijn hond Kito.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium