Wie vangt vanaf 15 mei kinderen op die niet naar school mogen?
Op 15 mei mogen de eerste kinderen weer naar school, tegelijkertijd gaan ook veel van hun ouders weer aan het werk. En dus stelt zich een praktisch probleem: wie gaat voor de opvang zorgen van kinderen die niet naar school mogen? Een concrete oplossing is
“Wanneer de basisscholen hun primaire taak – lesgeven – weer opnemen, valt de capaciteit terug tot de helft. Als de kinderen van het eerste, tweede en zesde studiejaar op school aanwezig zijn, gelden de verplichte veiligheidsmaatregelen. Zoals maximaal 14 kinderen per klas. Dat betekent dat alle klassen ontdubbeld worden. En dan is er gewoon geen plaats meer om ook nog kinderopvang te organiseren”, zegt directeur-generaal Lieven Boeve van Katholiek Onderwijs Vlaanderen die al meermaals het probleem aankaartte. “De afgelopen weken hebben de scholen in een ongeziene crisissituatie een uitzonderlijke dienst geleverd. Maar niemand kan het onderwijs iets verwijten als zij hun kerntaak weer opnemen. Voor het probleem van de kinderopvang is dringend een creatieve oplossing nodig.” Boeve kijkt daarvoor naar de bedrijven en lokale besturen. “Het is belangrijk dat we met alle partners snel tot een oplossing komen, want 15 mei is niet meer veraf.”
Maatschappelijke plicht
Werkgeversorganisatie Voka reageerde meteen op het voorstel van de topman van het katholiek onderwijs. Volgens Voka moeten de lokale besturen en het onderwijs samenwerken om dit probleem op te lossen. “Dat is hun maatschappelijke plicht”, zegt gedelegeerd bestuurder Johann Leten van Voka Limburg. “Ook in crisistijd verwacht de belastingbetaler een oplossing. De lokale besturen kunnen bijspringen voor de twee grootste noden: infrastructuur en personeel. Denk aan feestzalen, sporthallen en culturele centra enerzijds en gemeentepersoneel en vrijwilligers anderzijds. Dit mag geen rem worden voor de hoopvolle heropstart. We dringen aan op snel overleg over de kinderopvang voor alle medewerkers.” In de marge daarvan voegt Leten eraan toe dat het bedrijfsleven desnoods wil helpen zoeken naar oplossingen. “Vele ondernemingen werken nauw samen met het onderwijs in tal van opleidingen. Ook in deze coronacrisis willen zij met hun onderwijspartners zoeken naar oplossingen.”
Kost voor gemeenten
De Vlaamse ministers Ben Weyts (Onderwijs), Bart Somers (Binnenlands Bestuur) en Wouter Beke (Welzijn) hebben maandag in een gezamenlijke persmededeling aangekondigd dat de Vlaamse regering de nodige middelen 30 euro per kind per dag - zal vrijmaken zodat de lokale besturen, eventueel samen met een externe partner, de kinderopvang kunnen organiseren.
Scholen en bedrijven zeggen dat ze de kinderopvang niet kunnen organiseren, maar wat is het standpunt van de lokale besturen? Vorige week verklaarde de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) nog dat de opvang van schoolgaande kinderen een moeilijke opgave is voor de lokale besturen. “We zijn tevreden dat de Vlaamse overheid de scholen als eerste verantwoordelijke aanduidt. De lokale besturen zijn zeker bereid om oplossingen te zoeken. Dat doen ze al op heel wat vlakken gedurende deze crisis. En dat zullen ze ook verder doen als het gaat over de opvang van schoolgaande kinderen”, zegt VVSG-voorzitter Wim Dries.
“Maar niet alle locaties zijn geschikt om kinderen op te vangen. Vaak zijn ingrepen nodig op het vlak van veiligheid en hygiëne. Dit vergt ook heel wat bijkomende medewerkers. Dat kost allemaal veel geld. Dat de Vlaamse overheid die extra kosten wil vergoeden, is goed nieuws. De lokale besturen zullen hun best doen, maar anderzijds zullen er gemeenten zijn die geen oplossing hebben voor het opvangprobleem, ook daar moet begrip voor zijn.” De intentie tot samenwerking is er bij de partners, maar hoe de kinderopvang vanaf 15 mei concreet wordt ingevuld, zal de komende dagen duidelijk moeten worden. De Vlaamse regering zal de experten overigens ook vragen om alternatieve vormen van opvang verder te onderzoeken.