Afstandsleren lukt ook in scholen met veel allochtonen
Hoe slagen scholen met veel allochtone leerlingen erin om onderwijs op afstand te organiseren? Redelijk goed, met dank aan intense oudercontacten die ze in precoronatijden hebben opgebouwd. “Maar ze worden het nu wel moe”, zegt Hubert Crals, directeur van
“Zowel kinderen als ouders beginnen het preteachen moe te worden”, zegt Hubert Crals, directeur van de Europaschool in Kolderbos, Genk. “Ze lezen de berichten die we hen via WhatsApp of mail sturen nog wel, maar ze reageren minder. Het nieuwe is er wat vanaf. In de derde kleuterklas werkt het anders wel goed, maar in het lager onderwijs moeten ze klanken inlezen en ouders kunnen dat vaak niet opvolgen. Dit gaan ze meedragen denk ik. Scholen bestaan niet voor niets.”
Half mei gaan de deuren van de school weer open voor de leerlingen van de eerste, de tweede en de zesde klas. “Ik verwacht niet iedereen. Van onze 300 leerlingen komen er 100 met onze schoolbus, maar die kunnen we wegens de afstandsregels niet inzetten. Die kinderen zullen niet allemaal hier geraken.” Terwijl veel scholen worstelen met de verplichte opvang voor wie geen les heeft, wegens een gebrek aan zowel ruimte als personeel, is dat hier geen probleem. “We hebben plaats voor 60 kinderen, maar we verwachten er maximaal 30. Van onze kinderen zijn er ook niet veel met twee werkende ouders.”
Succes
Carlo Gysens, algemeen directeur van Scholengroep Go Next, zegt dat het preteachen in zijn voormalige lagere scholen op de campus Schans-Luchtballon in HeusdenZolder, goed lukt. “Ik volg die scholen nog goed op. We hebben groepen gevormd met WhatsApp en zo’n 90 procent van de leerlingen reageert daar ook op.” Ook Gysens verwacht dat bij de herstart niet meteen iedereen opdaagt. “De angst is groot. We zullen veel moeten doen om de mensen duidelijk te maken dat de school veilig is.”
Hilde Sijbers, directeur van de Mickey Mouse-De Sleutel in Sledderlo, Genk, is ook tevreden over het preteachen. “Behalve in het eerste leerjaar, daar is dat moeilijk. Die kinderen hebben nog geen zin voor verantwoordelijkheid. Maar voor de andere jaren gaat dat vrij goed, we bereiken via WhatsApp zo’n 90 procent van de ouders. Als het contact verwatert, bellen we hen op. We hebben er wat tijd in gestoken om alle kinderen online te krijgen, onze ICT-coördinator heeft hen begeleid en we hebben materiaal gebracht naar kinderen die geen tablet of computer hadden. Sommige kinderen zijn nu heel actief, andere minder. Die kloof is er wel.”
Christos Pistolas, directeur van de Vrije Basisschool van Meulenberg, Houthalen, heeft geen problemen om ouders en kinderen te bereiken. “Maar we hadden ook al in precoronatijden veel contact met ouders. We hebben per klas een WhatsAppgroep en dat lukt allemaal vrij goed. De leerlingen die we niet bereiken, ben ik zelf aan het bezoeken. Dat zijn er niet meer dan 5 à 6 van de 210. We vragen feedback via de telefoon. Ouders fotograferen huistaken en sturen die door, zo worden zij ook bij de school betrokken.” Vreest hij dat de leerlingen door corona achterstand opbouwen? “Dat woord hoor ik niet graag. Ze leren in deze periode andere zaken: hun plan trekken bijvoorbeeld, werken met multimedia en hoe een gezin zich organiseert.”
“Zowel kinderen als ouders beginnen het preteachen moe te worden. Ze lezen de berichten die we hen via WhatsApp of mail sturen nog wel, maar ze reageren minder”
Hubert Crals directeur van de Genkse Europaschool