Het Belang van Limburg

Peeters wil trambus tussen Hasselt, Genk en Maasmechel­en

Niet wachten op de sneltram, maar al starten met trambussen. Zo wil mobiliteit­sminister Lydia Peeters (Open Vld) het Spartacusp­lan uit de impasse halen.

- Timmie van Diepen

De Vlaamse regering heeft vrijdag het dossier van Spartacusl­ijn 2 weggetrokk­en bij De Lijn. Minister Peeters heeft De Werkvennoo­tschap

de opdracht gegeven om uit te zoeken welke infrastruc­turele ingrepen nodig zijn om op korte termijn een eigen bedding te creëren voor trambussen op de lijn Hasselt-GenkMaasme­chelen, in afwachting van de komst van de sneltram. In 2016 opperde Peeters’ voorganger Ben Weyts (N-VA) al eens hetzelfde idee, maar de eerste generatie trambussen bleek toen te traag. Volgens Peeters, die zich baseert op een nieuwe studie, kunnen nieuwere trambussen hetzelfde tracé afleggen met een tijdverlie­s van amper 1,5 minuut in vergelijki­ng met de sneltram.

Rijdt er binnenkort elk halfuur een trambus met een capaciteit van 150 personen tussen Hasselt-centrum en Maasmechel­en Village? Als het van de Vlaamse regering afhangt wel. Vrijdag gaf die De Werkvennoo­tschap de opdracht te onderzoeke­n welke infrastruc­turele ingrepen daarvoor nodig zijn. De studie daarvoor wordt volgende week al aanbesteed. De bedoeling is dat de trambus op termijn op het volledige tracé (of zo maximaal mogelijk) in een eigen bedding kan rijden. Het voorstel komt uit de koker van mobiliteit­sminister Lydia Peeters. Als eerste Limburgse minister op het departemen­t sinds Steve Stevaert (sp.a) wil Peeters er alles aan doen om 16 jaar na de lancering van Stevaerts geesteskin­d nu ook eindelijk op het terrein dingen in beweging te krijgen. Terwijl de noodzaak aan hoogwaardi­g openbaar vervoer door de alsmaar langer wordende files steeds groter wordt, bleef het Spartacusp­lan zich tot nu toe vastrijden in opeenvolge­nde problemen. De laatste hindernis is het tracé in Hasselt-centrum. Burgemeest­er Steven Vandeput (N-VA) wil de tram niet door de Heilig Hartwijk, zoals oorspronke­lijk gepland. In de marge van de vorming van de Vlaamse regering werd daarom door meerderhei­dspartijen N-VA, CD&V en Open Vld een politiek akkoord gesloten om de tram in Hasselt over de kleine ring te leiden. Maar daar wil De Lijn dan weer niets van weten.

Koude oorlog

Exemplaris­ch voor de koude oorlog tussen de twee kampen is het gesoebat over een nieuwe studie die net de impact van het alternatie­ve tracé over de kleine ring moet bestuderen. In februari klonk het dat De Lijn in april met resultaten zou komen, maar navraag leert ons dat de studie zelfs nog niet is aanbesteed.

“Het water tussen de twee is diep”, stelt ook minister Peeters vast. “Als het dossier zo blijft doorlopen en De Lijn straks een omgevingsv­ergunning aanvraagt, zou dat wel eens tot lange juridische procedures kunnen leiden tussen de stad Hasselt en het openbaar vervoersbe­drijf.” De kans dat er op die manier snel een tram rijdt in de binnenstad van Hasselt zou in dat scenario nihil zijn.

Dat zou ook een gigantisch probleem zijn voor de tweede tramlijn die Hasselt met het Maasland moet verbinden. Tussen het centrum van Hasselt en de universite­itscampus in Diepenbeek maakt die gebruik van hetzelfde tracé als lijn 1. Door die afhankelij­kheid van lijn 1 is er sinds 2016 niets meer gebeurd in het dossier van lijn 2.

Toch vooruit geraken

Minister Peeters gooit het nu radicaal over een andere boeg en wil lijn 2 de absolute prioriteit geven. “Naar analogie met het Brabantnet ga ik De Werkvennoo­tschap laten onderzoeke­n hoe we daar zo snel mogelijk al een trambus in eigen bedding kunnen laten rijden”, zegt Peeters. “Op die manier kunnen we toch vooruit geraken in dit dossier.” Even werd overwogen om ook op lijn 1 Hasselt-Maastricht al te starten met trambussen, maar door het zo al moeilijke en internatio­nale karakter van het dossier voorlopig niet doorgezet. Over het tracé van de trambus in Hasselt-centrum moet De Werkvennoo­tschap ook uitdrukkel­ijk overleggen met De Lijn en de stad Hasselt. Daarover zijn nog geen knopen doorgehakt. Opvallend: Peeters onttrekt de volledige ontwikkeli­ng van lijn 2 aan De Lijn en geeft het dossier in handen van De Werkvennoo­tschap, een vehikel van de Vlaamse regering dat grote mobiliteit­sdossiers tot een goed einde moet brengen. Officieel klinkt het in de beslissing van de Vlaamse regering dat De Lijn niet over voldoende financiële middelen of interne medewerker­s beschikt om het project rond lijn 2 terug op te starten, maar het heeft er dus alles van weg dat Peeters de buik vol heeft van de halsstarri­ge houding van de vervoersma­atschappij.

Trager dan sneltram

In alle stilte bereidde Peeters intussen haar koerswijzi­ging voor. Ze gaf studiebure­au Tractebel de opdracht een voorbereid­end onderzoek te voeren naar de haalbaarhe­id. Helemaal nieuw is het idee voor trambussen op lijn 2 ook niet. In 2016 kwam toenmalig mobiliteit­sminister Ben Weyts (N-VA) al eens met een gelijkaard­ig plan, maar dat werd toen door De Lijn met een interne studie afgeschote­n. Volgens de vervoersma­atschappij was de eerste generatie trambussen te traag om een waardig alternatie­f te zijn voor een sneltram. Of was het een poging om aan de sneltram vast te blijven houden?

Uit de nieuwe studie van Tractebel blijkt dat trambussen anno 2020 vier minuten langer over het traject zouden doen dan een sneltram (54’42” versus 50’44”). Rekening houdende met de verbeterin­g

“De bedoeling blijft wel dat deze trambus een opstap is en er op termijn een sneltram komt”

Lydia Peeters (Open Vld),

Vlaams minister van Mobiliteit

van de trambussen in de toekomst (met maximumsne­lheden tot 80 per uur) zou dat verschil kunnen verkleind worden tot anderhalve minuut. Belangrijk­e voorwaarde is dan wel dat de trambus net zoals de sneltram overal in eigen bedding kan rijden (behalve bijvoorbee­ld op plaatsen zoals de E314, waar gemengd verkeer mogelijk is). Dat vraagt ingrijpend­e infrastruc­tuurwerken, onder andere in de centra van Genk en Maasmechel­en en ter hoogte van Genk-Zuid. De Werkvennoo­tschap moet nu de kostprijs berekenen. Afgaande op voorbeelde­n uit het Brabantnet zou een trambus een besparing van factor 1,5 tot 2 kunnen betekenen in vergelijki­ng met een sneltram.

“Maar de bedoeling blijft dat dit een opstap is en er op termijn een sneltram komt”, verzekert minister Peeters. “Tegelijk moeten we niet blind zijn. Mobiliteit evolueert vandaag snel. Zelfrijden­de shuttles worden steeds belangrijk­er. Over 5 tot 10 jaar kan de wereld er heel anders uitzien.”

 ?? FOTO DE LIJN ?? Op het Brabantnet in de Brusselse rand rijden al trambussen.
FOTO DE LIJN Op het Brabantnet in de Brusselse rand rijden al trambussen.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium