Limburgse clubs zien leden met 28% dalen
De coronacrisis hakt er stevig op in bij de Limburgse tennisclubs. In Vlaanderen werd het verlies in aantal leden na de heropstart deze week teruggebracht van 21,5 naar 19 procent. Een aantal Limburgse clubs noteren een veel grotere terugval, tot zelfs meer dan 50 procent.
In 2019 telde onze provincie nog 32.454 leden. Dit jaar zijn er dat momenteel nog slechts 23.240, een daling van maar liefst 9.214 oftewel 28%.Vooral de kleine clubs dreigen hierdoor in de problemen te geraken als ook de inkomsten van interclub en tornooien wegvallen. “Daarom zal de Raad van Bestuur zich volgende week buigen over ondersteuningsmaatregelen”, bevestigt Gijs Kooken (CEO Tennis Vlaanderen). “De voorbije weken hebben we ons vooral geconcentreerd op het sportieve, maar nu volgt het extrasportieve gedeelte omdat wij ook signalen opvangen uit het veld.” De tabel (zie kader) maakt duidelijk dat alle tachtig Limburgse clubs zwaar getroffen worden.
Tenniscentrum Alken kan positieve cijfers voorleggen net als TC Katteberg Bilzen en TC Riemst, twee clubs die pas onlangs opgestart werden.
Moeilijk te compenseren
“In Vlaanderen zien we een gelijkaardig beeld. In vergelijking met vorig jaar bedraagt het verlies op dit moment 19 procent”, vult Gijs Kooken aan. “Elk jaar kennen we overigens een ledenuitval van 25 procent, maar door het organiseren van lessen, tenniskampen en “Start to Tennis” trekken we telkens nieuwe leden aan. Dat zal dit seizoen misschien niet meer allemaal lukken en daarom zal het heel moeilijk worden om ons verlies helemaal te compenseren.” Gewestvoorzitter Vic Engelen zit op dezelfde golflengte. Hij is ook clubvoorzitter van KTC Meulenberg. “Bij ons bedraagt het verlies 100 leden of net geen 20 procent. “Start to Tennis”, naast de tenniskampen, is voor ons een belangrijk middel om nieuwe leden aan te trekken. In plaats van één groot tenniskamp te organiseren gaan wij er nu meerdere kleinere organiseren als wij de toelating krijgen. Voor de grote clubs betekent het wegvallen van lentetrainingen een grote aderlating. De interclubspelers hebben in januari al ingeschreven, maar de anderen, vooral recreatieve spelers, wachten met het betalen van hun lidgeld tot ze meer duidelijkheid hebben.”
Financiële ademnood
Als naast het lidgeld, gemiddeld 100 euro per seizoen, ook nog interclub en tornooien zouden wegvallen geraken clubs in financiële ademnood. “En dan spreken we nog niet over sponsors die eventueel afhaken”, vult Engelen aan. “Minder leden betekent ook minder verbruikers. Vooral de kleine clubs die volledig teren op interclub en tornooien gaan het moeilijk krijgen. Grote en ook middelgrote clubs hebben doorgaans wel nog een financiële buffer. De zelfstandige uitbaters van kantines kunnen gelukkig beroep doen op premies. Ook hier vallen de kleine clubs weer uit de boot. In Limburg is de afgelopen maanden ook veel geïnvesteerd in padel en zitten clubs met afbetalingen. Ik wil wachten tot einde mei om een juist beeld te krijgen”, blijft Engelen hoopvol.