80 % van scholen kiest voor minder les dan toegelaten
In acht op de tien Limburgse basisscholen krijgen de leerlingen de komende weken minder les dan wat de Nationale Veiligheidsraad toelaat. Dit blijkt uit een rondvraag van deze krant bij 130 scholen.
Vier dagen per week les voor het eerste en tweede leerjaar, en twee dagen per week voor het zesde leerjaar. Dat is vanaf vrijdag of maandag maximaal toegelaten in de lagere scholen. Acht op de tien Limburgse directeurs kiezen de eerste weken echter voor minder lesuren. In een vijfde van de scholen zal het tweede leerjaar bijvoorbeeld nog niet starten. Bijna de helft opteert voor het ‘2-2-2’-principe, waarbij zowel het eerste, het tweede als het zesde leerjaar twee volle (of vier halve) dagen per week les krijgt.
Een ‘maximale’ start is om verschillende redenen (nog) geen optie: de capaciteit van de school laat het niet toe, er is een tekort aan personeel of de directie verkiest een voorzichtig begin, aangezien uitbreiden later nog altijd mogelijk is.
ONDERWIJS HASSELT
Vrijdag mogen de scholen al eens proefdraaien, maar vanaf maandag mogen leerlingen van het eerste, tweede en zesde leerjaar officieel weer naar de klas. Al is het aantal lesdagen per week beperkt: maximaal vier volle dagen voor de eerste graad, en maximaal twee (of vier halve) dagen voor het zesde leerjaar. Bovendien mogen er niet meer dan veertien leerlingen in één klaslokaal zitten, op voorwaarde dat er vier vierkante meter ruimte per leerling is. Voor de leerkracht komt daar nog eens acht vierkante meter bij. Ondertussen moeten scholen ook nog instaan voor noodopvang van andere schoolkinderen, die dan weer niet in contact mogen komen met de andere ‘klasbubbels’. En dat terwijl schooldirecties vandaag vaak nog geen idee hebben hoeveel leerlingen van die opvang gebruik zullen maken.
Niet méér, wel minder
U merkt het, de scholen staan voor een flinke uitdaging. Na overleg met de onderwijskoepels eind april benadrukte Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts dat elke school moet kijken wat haalbaar is. “Directeurs mogen niet méér les organiseren, maar wel minder”, klonk het. In onze provincie kiezen acht op de tien Limburgse basisscholen voor ‘minder’, zo blijkt uit een rondvraag van onze redactie. Volgende week is door Hemelvaart nog een korte lesweek, maar ook daarna zal slechts op 27 van de 130 bevraagde scholen ‘maximaal’ les gegeven worden.
Vooral de leerlingen van het tweede leerjaar moeten geduld oefenen. In één op de vijf basisscholen wordt daar nog niet gestart. Een heel ander verhaal voor de leerlingen van het zesde leerjaar: in 92 procent van de bevraagde scholen zullen zij twee volle of vier halve dagen les per week krijgen, het maximum van wat toegelaten is.
Bijna de helft van de scholen (45 procent) kiest voor een ‘2-2-2principe’: twee volle (of vier halve) dagen voor zowel het eerste, het tweede als het zesde leerjaar.
Redenen
De redenen waarom er nog niet ‘maximaal’ lesgegeven wordt, zijn uiteenlopend. Soms laat de capaciteit van het schoolgebouw het niet toe, of is er te weinig personeel om zowel les te geven als opvang te voorzien. Bovendien moeten de scholen ook alle gebruikte ruimtes regelmatig kunnen poetsen. Daarnaast kiezen scholengemeenschappen vaak voor een uniforme aanpak, net om onduidelijkheid en een opbod te vermijden. Daardoor wordt binnen één scholengemeenschap vaak de kaart getrokken van de kleinste school. Tot slot zijn er ook scholen die opteren voor een voorzichtig begin. “Uitbreiding naar het maximum toegelaten aantal lesdagen is daarna nog mogelijk”, klinkt het meermaals tijdens de rondvraag. De heropstart belooft in ieder geval een huzarenstukje te worden voor de scholen. In basisschool De Driehoek in Bocholt krijgen alle leerlingen van het eerste, tweede en zesde leerjaar vier halve dagen les. “Zo zijn er zowel voor- als namiddag zo’n vijftig à zestig leerlingen op school, plus de leerlingen uit de opvang”, zeggen directrices Ilse Verheyen en Evie Vandersteegen. “Die zijn op hun beurt nog eens verdeeld in groepen, die elk gelinkt zijn aan één specifieke kleur. Bij aankomst in de school maken die kleuren duidelijk welke ingang de leerlingen moeten nemen en welke route ze moeten volgen naar hun klaslokaal. Vrijdag leggen we dat allemaal nog eens uit met een rondleiding.”
Steden en gemeenten
Ondertussen proberen steden en gemeenten hun scholen maximaal te ondersteunen en hun noden in kaart te brengen. Zo is er bijvoorbeeld veel vraag naar nadarhekken, om de speelplaats op te delen of om ouders en kinderen rondom de school te begeleiden. In Genk werd al 650 meter aan nadarhekken uitgeleend, in Hasselt is er door de grote vraag een verdeelsleutel van 30 nadarhekken per school. Johan Sauwens, burgemeester in Bilzen, deelde gisteren beschermpakketjes uit voor alle zeshonderd leerkrachten in zijn gemeente. Daarin zitten vijftig mondmaskers, een faceshield en een flesje ontsmettingsmiddel. Vrijwel alle gemeentebesturen willen ook hun steentje bijdragen wat opvang van de kinderen betreft, zowel qua personeel als qua faciliteiten. Zo zal Vrije Basisschool De Zevensprong in Ham kinderen opvangen in het Kristoffelheem, dat de gemeente ter beschikking stelt. “Zo blijven de kinderen in de opvang ook gescheiden van de kinderen in de school”, zegt directrice Karine Stijnen. “Omdat bij het Kristoffelheem buiten niet echt speelruimte is, heeft een buurman ons de toestemming gegeven om de kinderen in zijn tuin te laten spelen.”