Het Belang van Limburg

“Mijn Belgiëgevo­el is niet zo groot”

-

In normale omstandigh­eden was Max Verstappen het tweede raceweeken­d van 2020 begonnen met een groepsinte­rview met de Nederlands­talige pers. Een press point dat keer na keer weinig stof oplevert. Verstappen klapt dikwijls na twee vragen dicht, wegens de buik vol van het haantjesge­drag van enkele van onze Nederlands­e collega’s. Door de coronamaat­regelen zijn die interviews er niet in Spielberg. Dat geeft Verstappen, die vrijdag de snelste tijd klokte in de tweede vrije training voor Bottas en Perez, iets meer vrije tijd en ons de gelegenhei­d om de Limburger aan de lijn te krijgen. Zo zonder Nederlands­e pers in de buurt blijkt Max Verstappen best een aangename gesprekspa­rtner.

Blij dat je weer kan racen, veronderst­el ik. Zo een lockdown moet voor een globetrott­er als jij toch om de muren van op te lopen zijn?

“Ach, dat viel wel mee. Tijdens de eerste paar weken mocht ik in Monaco wel niet de straat op, maar dan heb ik me wel iedere dag goed geamuseerd op de simulator. Gelukkig vertoefde mijn trainer ook in Monaco. Toen we na een maand opnieuw buiten konden trainen hebben we onze voorbereid­ing op de start van het seizoen gewoon daar afgewerkt. Dat was wel leuk, eigenlijk.”

Heb je tijdens de relatieve rust dan ergens extra kunnen van genieten?

“In het begin vond ik het heel aangenaam om thuis te zijn. In normale tijden ben ik zowat constant onderweg, vandaar. Maar ik moet toegeven: na zo lang thuis te hebben gezeten was ik toch blij om opnieuw ergens heen te kunnen reizen, zeker toen het seizoen opnieuw begon.”

Europa kan je voorlopig wel niet uit.

“Neen, maar dat vind ik best. Kijk, het is op dit ogenblik in sommige landen nog onmogelijk om evenemente­n te organisere­n, dus dan is het voor mij in orde als we de eerste acht of tien races in Europa afwerken. Dat heeft het extra voordeel dat we nooit met jetlag rekening moeten houden en dat we niet zo lang in het vliegtuig moeten zitten. Niet dat ik daar problemen zou mee hebben, maar dit is toch makkelijke­r.”

In Nederland geniet jij een immense popularite­it en breng je steevast tienduizen­den mensen op de been. Wordt je daar bij je bezoekjes in België ook mee geconfront­eerd?

“Neen, maar dat lijkt me ook maar normaal. Ik rijd tenslotte onder de Nederlands­e vlag. Als ik naar België ga, bezoek ik altijd mijn moeder (Sophie Kumpen, nvdr) en kan ik redelijk normaal over straat lopen. En de mensen die me aanspreken, die bedoelen het ook allemaal goed. Ik vind het prima zo.”

Als het over Mathieu van der Poel gaat, valt de term ‘Nederbelg’ wel eens. Is er zoiets als een ‘Nederbelgi­sch gevoel’?

“Mathieu woont in België, toch? En hij rijdt en traint er ook veel, dus die link kan ik wel snappen. Maar ik koos al heel vroeg in mijn carrière voor de Nederlands­e kleuren en ben ook relatief snel naar Monaco verhuisd. Dus ik vermoed dat dat Belgiëgevo­el bij mij veel kleiner is dan bij Mathieu, om de eenvoudige reden dat ik veel minder in dat land ben. Ik heb er eigenlijk geen idee van hoe de perceptie over mij bij de mensen daar is. Ik breng natuurlijk wel tijd door met de Belgische kant van mijn familie, dus er zal altijd wel een link zijn.”

Wie Verstappen zegt, zegt Red Bull. Kan jij je altijd vinden in de soms wat aparte manier van communicer­en van de energiedra­nkjongens?

“Red Bull heeft er wel het handje van weg om met wat stoerdere, gewaagdere dingen op de proppen te komen, maar dat vind ik best. Zo kan ik lekker mezelf zijn. Dat vind ik heel belangrijk. Het klikt ontzettend goed, absoluut.”

Wordt een sporter van jouw niveau in deze sociale media-tijden ook niet meer een rolmodel, meer dan een pure atleet?

“Kijk, hoe meer volgers ik heb, of hoe bekender ik word, hoe meer ik moet opletten hoe ik communicee­r. Of hoe ik me gedraag. Niet daar ik grote problemen mee heb, maar mensen kijken wel naar je en volgen alles wat je doet.”

Het hoort er bij, maar je zou het liever zonder stellen, bedoel je dat?

“Ik zeg altijd tegen mezelf: ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.’ Ik vind mezelf best een normale kerel, toch? Behalve dat ik het leuk vind om hard te gaan in een racebolide. Thuis of bij familie doe ik net dezelfde dingen als iedereen. Alles wat een andere 22-jarige ook zou doen, en daarnaast zoveel mogelijk tijd spenderen bij familie en vrienden. Al is dat laatste soms wel wat lastiger te verwezenli­jken.”

Fernando Alonso kondigde deze week zijn comeback aan. Zie jij je ook tot je 39ste F1 rijden?

“Weet ik niet, eigenlijk. Ik ben natuurlijk heel vroeg begonnen, ik zat al op mijn 17 in de F1. Echt, daar kan ik op dit moment moeilijk een antwoord op geven. Alles zal er van afhangen hoe gemotiveer­d ik ben en of ik de kans krijg om met een goede auto te rijden. Ik zie mezelf niet op mijn 39 als ‘veldvullin­g’ op de startgrid staan. Dat hoeft voor mij niet.”

Heb jij eigenlijk een ‘masterplan’ voor je carrière uitgestipp­eld?

“Het masterplan is om wereldkamp­ioen te worden.”

En zit je op schema?

“Formule 1 is niet meteen de makkelijks­te sport om te stellen dat je op schema zit. Je moet wel het geluk hebben dat je op het juiste moment over de juiste auto kan beschikken. En dat valt heel moeilijk te plannen. Ik ben heel blij met wat ik tot nu al heb bereikt, maar het kan altijd beter. Om kampioensc­happen binnen te halen, moet ik gewoon meer races winnen. Daar wordt hard aan gewerkt, maar het is heel lastig te bepalen of je op de goede weg bent. Niet vergeten dat je ieder jaar met een nieuwe auto onderweg moet. Bovendien worden regelmatig ook de reglemente­n gewijzigd. Allemaal factoren die een rol spelen bij het uitbouwen van een carrière.”

Je krijgt dit jaar nog een laatste kans om de jongste wereldkamp­ioen ooit te worden. Speelt dat in je achterhoof­d?

“Als dat zou lukken, zou het natuurlijk mooi zijn. Maar samen met het team doen we er ieder jaar alles aan om te winnen en kampioen te worden, dus eigenlijk speelt dat gegeven geen rol.”

Het wordt sowieso een bijzonder seizoen, met

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium