DE GR5 DOOR LIMBURG
De man die zijn landgenoten leerde wandelen
De Fransen zijn de uitvinders van de rood-witte GRwandelpaden, maar de inspiratie haalden ze bij de Belg Maurice Cosyn. Hij is de bezieler van het eerste internationale wandelpad van ‘s-Hertogenbosch naar Luxemburg dat nog steeds deel uitmaakt van de GR5, het langste wandelpad van Europa. Vandaag brengt dat ons van de abdij van Herkenrode naar Bokrijk.
Bij de abdij van Herkenrode pakken we een bospad langs een aspergeveld. Na een prachtig uitzicht vanop de Kuringse kanaalbrug komen we in de groene long van Hasselt terecht. Op een steenworp van het stadscentrum is de stadsrand hier een oase van rust en groen. Op een veldje langs de route hangt een schommel in een grote boom. Af en toe moet een volwassen man zich kunnen laten gaan.
“Tot in de 19de eeuw wandelden de mensen uit noodzaak van punt A naar punt B. Pas aan het begin van de 20ste eeuw werd wandelen vrije tijd. Er werden wandelclubs opgericht en wandelpaden aangelegd. In de jaren dertig was er een eerste boom van het massatoerisme”, vertelt Luc Selleslagh van de website Trekkings.be. Hij deed historisch onderzoek naar het ontstaan van het GR5-wandelpad in België. “Veel had te maken met het steeds beter georganiseerde openbaar vervoer. Met de tram en trein kon je snel ergens geraken. In 1936 wordt in België ook de betaalde vakantie ingevoerd. Mensen kregen dus tijd om te gaan wandelen.”
In die jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog was het toerisme vooral een aangelegenheid voor de burgerij. “De vader van Maurice Cosyn speelde daar handig op in. De Lakenaar publiceerde wandelgidsen voor Brussel en Brabant. Dat waren gidsen voor de Brusselse burgerij die op zondag op uitstap gingen naar de ‘boerenbuiten’. Ze verkochten als zoete broodjes.” Maurice Cousyn (1851-1951), een ingenieur, zette de traditie van zijn vader verder. “Maar hij was bezeten van de landschappen in de Ardennen en publiceerde de Guides Cosyn, met heel concrete bezoekerstips. Het waren de meest succesvolle toeristische reisgidsen van die tijd.” Vlak voor de Tweede Wereldoorlog groeide ook de aandacht voor het langeafstandswandelen. “Op vraag van het Groot-Hertogdom Luxemburg had Cosyn in 1935 een nationaal padennet ontwikkeld. In 1935 krijgt hij van de Belgische overheid een half miljoen Belgische frank – een kapitaal in die tijd – om samen met de Belgische Touring Club een uitgebreid wandelpadennet te maken. Al in 1936 worden 1.000 kilometer aan Belgische wandelpaden opengesteld met bewegwijzering, overdekte kiosken en rustbanken.”
Toeristentaks
Onze wandeltocht langs de GR5 brengt ons ondertussen op een bankje aan de Grote Platwijers, vlak op de grens van Hasselt en Zonhoven. De zon zorgt voor een hete Wijvenheide, maar de vijvers brengen vooral verkoeling. Ze zijn een streling voor het oog. Dit is Limburgse natuur op zijn best.
“In Nederland was het langeafstandswandelen al erg ingeburgerd omdat het land in de Eerste Wereldoorlog neutraal was.”, gaat Selleslagh verder. “De Nederlanders zaten rond 1916 in lockdown in hun eigen land. Maar omdat de koers van de gulden te hoog staat, ontvangt het land nog nauwelijks buitenlandse toeristen en trekken Nederlanders massaal op vakantie naar België en Luxemburg. De Nederlandse overheid wil daarom toeristentaks heffen op buitenlandse reizen. Mede dankzij Cosyn verzoenen de drie landen zich en bezegelen ze die verzoening met de aanleg van het eerste internationale grensoverschrijdende wandelpad tussen ’s-Hertogenbosch en Luxemburg. Voor Cosyn was dat een lang gekoesterde droom die uitkwam.”
Het Nederlandse padennetwerk wordt op de vooravond van de Tweede Wereldoorlog aangesloten op het Belgisch traject, de Sentier des Ardennes. En dat pad wordt vervolgens bewegwijzerd richting zijn eerder aangelegde Luxemburgse padennetwerk. De oorspronkelijke route was 512 km lang, waarvan 241 kilometer in Nederland, 162 in België en 109 door Luxemburg. Het wandelpad slingert via Maastricht naar het Limburgse Kanne, sluit daar aan op de Waalse route en eindigt diep in Luxemburg. De Franse aansluiting wordt uitgesteld door het uitbreken van de oorlog.
Pofbroeken
Er hangt een bordje ‘Bos te koop’ als we door de loden hitte verder wandelen naar het domein van Kiewit. Iemand vraagt of dit misschien nog iets is voor H.Essers. Journalistenhumor. We struikelen over knuppelpaden – daarom heten ze zo wellicht – en wandelen over vlonders door het Kiewitse groen. Vlak aan het hoofdgebouw staat een bordje dat de weg wijst naar de Middellandse Zee en Vielsalm. Dat dorpje in de provincie Luxemburg is van hieruit nog 205 kilometer stappen. Hier moet al menig GR-toerist hebben geposeerd. Wat verderop staat er plots een plaatsnaambord van Houffalize in het bos. Geen vergissing, maar wel een eerbetoon aan een neergestorte piloot die tijdens de oorlog kwam onderduiken in Kiewit. Dat lijkt ver, maar we begrijpen zijn keuze. Kiewit is wondermooi.
“Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, op woensdag 19 juli 1939, is er de plechtige opening van het wandelpad in ’s-Hertogenbosch. Burgemeester van Lanschot van de Noord-Brabantse stad steelt volgens de krant van toen de show, gekleed in wandeluitrusting met pofbroek, wollen kousen en een wandelstok. Hij daagt zijn Luxemburgse collega per brief uit om vanuit zijn stad naar het noorden te trekken om elkaar halverwege te ontmoeten. Cosyn wordt benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Het gezelschap trekt volgens het dagblad ‘met de moderne zevenmijlslaarzen’ – de auto dus – richting zuiden. Ze drinken thee op het terras van het Fort Sint Pieter in Maastricht en bij zonsondergang wordt het Belgische deel ingehuldigd. Er ontstaat even hilariteit als het gezelschap verdwaalt omdat ze de eigen wegwijzers niet vinden.
“Niet de burgemeester van Den Bosch, maar wel twee krasse Nederlandse zestigers zijn de eerste wandelaars die het hele wandelpad afmalen”, zegt Selleslagh. “Een gepensioneerd zakenman en een vrijzinnig predikant beginnen aan de tocht in Den Bosch op 9 augustus 1939 en bereiken Luxemburg op 25 augustus. Ze beklagen zich in hun beschrijvingen over de verwoesting door een ontginningsbedrijf van de Maastrichtse Sint-Pietersberg, maar ze roemen wel de natuurpracht van de Ardennen.”
Ze besluiten hun reisverslag met de zin: ‘Geen enkele blaar, branderigheid, schaving, zwelling of wat dan ook. Verband, jodium en hechtpleister zaten in de rugzak, maar dat pakje is nooit open geweest.’ En daarmee was het eerste internationale wandelpad ingewandeld.
Volgens Selleslagh is het duidelijk dat de Fransen hier de mosterd kwamen halen voor hun rood-witte GR-paden. “Nederland, Vlaanderen en Wallonië adopteerden het Franse bewegwijzeringssysteem met wit-rode streepjes wel, maar het Belgisch en Luxemburgs Ardennennetwerk van wandelwegen was de inspiratiebron voor het toekomstige Franse GR-net. Cosyn is de vader van dat idee.”
In 1962 breidt de Fransman Jean Loiseau de GR5 flink uit en integreert de Internationale Wandelweg van Cosyn in het netwerk. Vandaag zijn er verschillende andere GRroutes in Spanje, Portugal, Italië en Zwitserland.
Jeugdherbergen
De GR5 in Vlaanderen was oorspronkelijk een fietsroute. Leden van de Vlaamse Jeugdherbergcentra, die Vlaanderen vertegenwoordigden in de Belgische vereniging voor GR-paden, vonden Vlaanderen te vlak en te verkaveld voor lange wandelroutes. Daarom werd er vanaf 1962 een GR5fietsroute uitgebouwd langs de Vlaamse jeugdherbergen van Bergen-op-Zoom naar Moelingen met aansluiting op de GR5wandelweg door Wallonië. Hier en daar vind je de wegwijzers nog. “Pas jaren later kwam er ook een GR5-wandelpad door Vlaanderen. In 1977 werd de vzw Grote Routepaden opgericht die nu nog steeds alle bewegwijzering op de GR-wandelpaden voorziet.” Het Vlaamse GR-netwerk telt vandaag 27 routes waarvan er verschillende in Limburg liggen.
Het laatste stuk van onze wandeling gaat vandaag door de bossen naar het station van Bokrijk. We bedenken ons dat we misschien toch wat vroeger hadden moeten vertrekken. De rood-witte tekens op de bomen zijn in het schemerdonker minder goed te zien en bovendien zijn we op onze hoede voor everzwijnen. Hier en daar ruist er wat in het bos. Maar het avondrood achter de vijvers maakt veel goed. We bereiken net voor het donker het station van Bokrijk.
www.trekkings.be, www.groteroutepaden.be, de GPX-coördinaten vindt u op www.hbvl.be
“Geen enkele blaar, branderigheid, schaving, zwelling of wat dan ook.
Verband, jodium en hechtpleister zaten in de rugzak, maar dat pakje is
nooit open geweest.”
P.M van Wijk en G.W. Goedhart
Eerste wandelaars van het eerste internationale wandelpad in 1939