Luc Machiels, de man die mee de routes bedenkt
Meer zomer in de hbvl-app
“Mensen die publieke paden opeisen, dat is
een pest”
Als u via GR-paden door Limburg wandelt, bestaat de kans dat de route bedacht is door
Diepenbekenaar Luc Machiels (66). Hij heeft al minstens 173 kilometer in onze provincie uitgestippeld. “Voor elke route moet je rekenen op zeker twee jaar werk. Je wandelt eerst heel wat kilometers mis
vooraleer je het ideale pad ontworpen hebt.”
Luc Machiels is niet alleen een passioneel wandelaar, maar ook een zeer actieve medewerker van de Limburgse afdeling van de vzw Grote Routepaden. Hij bewegwijzert paden en schrijft mee aan wandelgidsen, maar zorgt er vooral voor dat u in Limburg langs de mooiste plekjes kan wandelen. Vandaag komen we regelmatig stukjes route tegen waarvan hij de inspirator geweest is, zoals een stuk van de GR564 (Lommel-Hoei) en natuurlijk de GR5 zelf. “Ik heb in totaal zo’n 173 kilometer wandelpaden van de Limburgse GR’s ontworpen. Er is maar één GR waar ik niet aan mee gewerkt heb en dat is de GR561, een tocht van 221 kilometer langs de Limburgse Kempen”, vertelt Machiels. “Elke route die je maakt, moet je minstens drie à vier keer zelf afwandelen. Je wandelt heel wat kilometers voor je de goede route te pakken hebt.”
Luc leidt ons vanaf Bokrijk-Station de Hasseltweg over om via een woonwijk en wat veldweggetjes richting het Albertkanaal in Diepenbeek te wandelen. Als we uit het bos komen, zien we achter ons de Tuikabelbrug liggen. Die deed dienst als decor bij een scène in de tv-serie GR5 op Eén. “We hebben de makers van de serie gebeld. Want zoals je ziet, ligt de brug net niet op de route van de GR5 naar Nice. Maar ze wezen ons erop dat de personages ook zeiden dat ze fout gelopen waren. En inderdaad: als je hier een bordje mist, kom je op de Tuikabelbrug terecht. Ze hadden hun huiswerk toch goed gedaan.”
Luc verzorgt nu ook het wandelbomenpark op de GR-routes. “Wandelbomen zijn houten wegwijzers die op een kruispunt staan van verschillende grote wandelroutes. Die wandelbomen moeten regelmatig aangepast worden bij trajectwijzigingen en soms worden ze ook vernield. Vroeger stond er een wandelboom aan het station van Hasselt, maar lolbroeken gingen altijd aan de wegwijzers hangen tot ze afbraken.” De wandelboom aan de sluis van Diepenbeek stuurt ons De Maten in, een van de oudste natuurgebieden van ons land. De wandelroute loopt tussen heide en wuivend riet langs vijvers. Natuurpunt heeft nieuwe omheiningen gezet en daardoor verspert een hek onze route op de GR5. Achter de omheiningen grazen schapen. We vinden een ander pad en genieten van het prachtige uitzicht over de heide. De Maten worden alleen maar mooier zodra we op het grondgebied van Genk komen. De oude Slagmolen maakt het nostalgisch plaatje compleet.
Onderhandelen
“Ik ben beginnen wandelen op mijn 22ste. Ik speelde vroeger handbal en ik ging klimmen in de Ardennen met mijn schoonbroers”, vertelt Luc. “Maar toen ik tijdens het handbal mijn gewrichtsbanden scheurde, kon ik een tijdje niet actief klimmen. Op een dag ben ik dan maar een GR-pad beginnen wandelen in de buurt van de plek waar mijn schoonbroers aan het klimmen waren. Zo ben ik er ingerold. Ik gaf les en ik had regelmatig gaatjes in mijn lessenrooster. Dan maakte ik korte wandelingetjes. Op korte tijd had ik heel Limburg plat gewandeld en daardoor kreeg ik zicht op veel wandelgebieden. Als je wandelroutes maakt, moet je vaak paadjes ingaan om te ontdekken waar je uitkomt.”
We passeren de Westerring van Genk en wandelen het natuurgebied van de Melberg in op het Kempens Plateau. We wandelen door stoffige duinen lichtjes omhoog. De bomen brengen verkoeling. Er staan nog wat jeneverbessenstruiken en hier en daar een strookje heide. Net als op zoveel plekken in Vlaanderen hebben wegen en verkavelingen dit gebied uiteengereten.
“Als je een route maakt, probeer je zo weinig mogelijk verharde wegen te gebruiken. Dat betekent dat je moet achterhalen of bospaadjes of veldwegen privé zijn of niet. Er is best nog veel natuur en bos in handen van privépersonen. Je moet dan onderhandelen met eigenaars. Heel veel mensen reageren enthousiast als we toestemming vragen, maar dat is niet altijd zo. Vroeger liep er een GR-pad langs de snoepfabriek in Kiewit. Dat hebben we 20 jaar mogen gebruiken van de eigenaar. Toen die stierf,
wilden zijn kinderen dat niet meer. We hebben ook een hele tijd toestemming gehad van de kasteelheer van ’s Herenelderen om over zijn domein te wandelen. Maar steeds meer mountainbikers gebruikten het pad ook en dat vond hij maar niks.”
“Een ander groot probleem bij het maken van een route is dat veel mensen servitudewegen inpalmen die tot het openbaar domein horen. Dat is een echte pest in Vlaanderen. We hebben twee advocaten die processen aanspannen tegen mensen die publiek toegankelijke wegen opeisen. Omdat er een paadje langs hun huis loopt, vinden mensen dat het van hen is. We winnen die processen dikwijls, maar niet altijd.”
Wegwijzeroorlog
“Als je aan een lange route begint, hou je rekening met logies, horeca, bezienswaardigheden en openbaar vervoer. Er moet ook een beetje avontuur in zitten. Ik begin meestal met een gewone Michelinkaart.
Daarop duid ik dan alle stations en belangrijke bushaltes aan en daarna ook de bezienswaardigheden en natuurgebieden. Niks is zo vervelend als een lange, rechte weg of een jaagpad waar kilometers niks te zien is. Zodra je die punten in kaart gebracht hebt, probeer je ze min of meer te verbinden via de kortste route. Dat is niet zo simpel, want je zit natuurlijk altijd met hindernissen zoals een rivier, kanaal of autosnelweg.”
“Daarna begint het veldwerk. Dan bots je ter plekke vaak nog op hindernissen zoals verkavelingen, steenwegen en industriegebieden. Die moeten er zo veel mogelijk uit. Is een pad eindelijk klaar, dan leg je het voor aan het hoofdbestuur. Zodra die hun zegen geven, begint het echte werk pas. Dan moet je aan de gemeenten toestemming vragen. Pas als dat administratieve proces rond is, kunnen we beginnen met het verven van de aanwijzingen. Reken toch maar op twee jaar voor een nieuw wandelpad. Je kunt ook niet zomaar op alle paaltjes bordjes hangen, want je wil geen wegwijzeroorlog met andere organisaties. Het pad wordt daarna onderhouden door veldmedewerkers.”
Maar het werk is nooit echt gedaan. “Ik heb eens een route bewegwijzerd en twee dagen later nam de gemeente alle palen weg. Ik ben toen opnieuw stickers gaan hangen, maar toen werden de palen geschilderd. Ik heb ook eens signalisatie geschilderd in een dennenbos op de schors van bomen, maar blijkbaar zuigt zo’n boom die verf naar binnen en zie je er 24 uur later niks meer van. Daarom beitelen we nu de schors een beetje weg. Eén keer per jaar onderwerpen we een pad aan een controle. Onze 38 vrijwilligers controleren dan elkaars paden.”
Berggids
We wandelen eerst door de bossen van Langerlo, een gebied dat we tot voor kort alleen maar kenden als industriegebied. Maar dit oudste gehucht van Genk heeft ook een mooie groene long. In het recreatiedomein Kattevenia botsen we voor het eerst op twee Waalse rugzaktoeristen die het hele eind van Hoek van Holland naar Nice wandelen. “Ik heb François leren kennen in de jeugdherberg van Bokrijk”, zegt Lucas André uit Luik. “Nu wandelen we samen verder naar Frankrijk. Ik geef mezelf twee jaar om in Nice te geraken.” André is erg te spreken over Zeeland, maar was ook onder de indruk van Bolderberg. “Eerst kom je op een racecircuit en dan steek je de straat over en zie je die heuvels en vijvers. Ongelooflijk mooi.”
Na een kleine vier uur eindigt onze GR5-bedevaart met Luc aan de Lourdesgrot van Wiemesmeer (Zutendaal). In 1907 liet ene Mathijs Thijssens hier een Mariabeeld plaatsen uit dankbaarheid voor zijn genezing van de steenpuistziekte. Later werd het een Mariagrot. Nu is het een druk bedevaartsoord geworden. Wij kiezen voor de taverne aan de overkant, maar zorgen wel nog voor een religieuze toets met een trappist.
“Ik ben berggids geweest en ik heb bijna alle GR-paden in eigen land gewandeld en ook een flink aantal internationale paden in het buitenland”, vertelt Luc. “Als ik al mijn wandelingen bijeen tel, heb ik zeker al de wereld rond gewandeld. Misschien zelfs twee keer. (lacht) Helaas maak je ook wel eens minder leuke dingen mee. Ik ben tijdens een wandeling al twee keer met een sterfgeval geconfronteerd. Eén keer was een vrouw gestruikeld en had ze met haar hoofd een steen geraakt. Ze was op slag dood. Een andere keer had iemand een fatale hartaanval gekregen. Ik geniet dus van elke wandeling of het mijn laatste is.”
“Elke route die je maakt, moet je minstens drie à vier keer zelf afwandelen. Je wandelt heel wat kilometers voor je de goede route te pakken
hebt”
Luc Machiels
vzw Grote Routepaden