“Geen enkele erkende schietstand in Limburg”
Na Oost-Vlaanderen telt Limburg met 618 kleiduifschutters het hoogste aantal schutters van Vlaanderen. “Hoewel de sport blijft boomen, heeft Limburg geen enkele erkende schietstand”, zegt Vlaams Parlementslid Steven Coenegrachts (Open Vld).
Kleiduifschieten is een sport die voortkomt uit de jacht en op een groot terrein wordt beoefend. Een kleiduif is een schoteltje (van geperste klei of composiet) dat door een kanon in de lucht wordt geschoten, waarna de schutter met zijn hagelgeweer de schijf moet proberen te verbrijzelen.
Al dan niet door de steeds luider klinkende kritiek op wildjagers, zit de sport duidelijk in de lift. In Vlaanderen waren vorig jaar 2.660 schutters aangesloten bij de Vlaamse Schietsportkoepel of FROS Multisport Vlaanderen. Dat zijn er 784 of bijna de helft meer dan vijf jaar geleden. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Steven Coenegrachts (Open Vld) heeft opgevraagd bij Minister van Sport Ben Weyts (N-VA). “Met 827 schutters staat Oost-Vlaanderen op één. Dan volgen Limburg met 618 en Antwerpen met 576 schutters”, zegt Coenegrachts. In Vlaams-Brabant (327) en West-Vlaanderen (179) is de sport minder populair.
Geen schietstand
Hoewel Limburg recent een milieuvriendelijke variant van het echte kleiduifschieten in Genk heeft bijgekregen, heeft deze provincie geen erkende schietstand waar schutters deze olympische sport kunnen beoefenen. “Als Limburgse sportschutters willen gaan kleiduifschieten, zijn ze aangewezen op de schietstanden Klein-Brabantse Shooting Club in Puurs, Frans Peeters in Herentals of Zelzaatse Kleischutters in Zelzate”, zegt Coenegrachts. Naast het feit dat men er een olympische sport kan beoefenen, zijn deze drie locaties ook van belang voor wapenbezitters die aan de hand van een aantal te schieten beurten moeten voldoen aan de voorschriften van de wapenwetgeving. “Ook voor het praktisch gedeelte en de voorbereiding van het jachtexamen is men aangewezen op een erkende kleiduifstand”, weet Coenegrachts. “Dat de exploitatie van de enige drie schietstanden moet worden verzekerd en dat Limburg best ook een erkende schietstand krijgt, is dus van groot belang.”