Rechter: “Je kan niet veronderstellen dat iemand jaar later moord pleegt”
Jurgen Demesmaeker werd in 2014 vervolgd en veroordeeld voor twee juridische kwalificaties: opzettelijke slagen en verwondingen, met de verzwarende omstandigheid dat het tegenover zijn eigen partner was. En belaging, omdat hij de vrouw in kwestie langdurig ongepast bleef lastigvallen. In het dossier is sprake van wurging, de keel dichtknijpen en eerdere veroordelingen.
“Het is aan het parket om het dossier bepaalde kwalificaties te geven”, zegt Annette Van Hecke, persrechter en ondervoorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde. “De rechtbank kan de feiten eventueel herkwalificeren naar bijvoorbeeld opzettelijke doodslag. Maar in dit dossier heeft de rechter geoordeeld dat dit niet nodig was. Uit het dossier moet opgemaakt zijn dat een verzwaring van de tenlastelegging niet aan de orde was.”
Makkelijk praten
Wurging of een poging tot kan juridisch gezien - ook onder de kwalificatie slagen en verwondingen vallen. Dat de straf van zes maanden voorwaardelijk voor sommigen als veel te laag wordt bestempeld is volgens persrechter
Van Hecke achteraf makkelijk praten. “Achteraf gezien kan altijd veel. Maar op dat moment zit je als rechter met de feiten voor je. Een bundel met pv’s en een strafregister. Ik denk dat het de juiste bestraffing was op dat moment voor de feiten die toen gepleegd zijn. Je kan als rechter niet veronderstellen dat iemand die slagen toebrengt, een jaar later ook ineens een moord gaat plegen.”