Vijf Colombianen staan terecht voor een 40-tal diefstallen op Vlaamse universiteiten. Op het middaguur schuimden ze lokalen af op zoek naar geld, laptops en jassen.
Op de beklaagdenbank namen drie van de vijf verdachten plaats, onder wie twee broers van 22 en 28 jaar uit Bogota. Het trio verblijft momenteel in de gevangenis van Hasselt. Twee beklaagden zijn voortvluchtig. Op 27 januari dit jaar of in volle examenperiode liep het drietal tegen de lamp op de UHasselt, op campus Diepenbeek. Een medewerker kon een verdachte achterna lopen en de politie verwittigen. Niet veel later wisten agenten de Colombiaan op te pakken. De man bleek een valse identiteitskaart op zak te hebben. Omdat hij in Spanje bekend is voor gelijkaardige feiten, zou uit onderzoek blijken. Met de hulp van enkele studenten was het mogelijk om de tweede verdachte op dezelfde dag te vatten. Betichte nummer drie zat in zijn Opel Astra met Spaanse nummerplaat te wachten op zijn kompanen. “Hij stond op de uitkijk”, luidde het. Allen hadden ze valse identiteitspapieren op zak.
Camerabeelden
In de auto van het drietal troffen de agenten nog een laptop en oplaadkabels aan. Er was al enige tijd een plaag van diefstallen aan de UHasselt en andere universiteiten. Met de hulp van camerabeelden konden de speurders de feiten aan elkaar linken. Onder meer Universiteit Antwerpen en de KULeuven stelden zich burgerlijke partij. Bij een huiszoeking in Brussel vonden de agenten de paspoorten en werkelijke identiteit van de betrokkenen. Daar kwamen ook nog twee andere Colombiaanse verdachten in beeld. Zij stonden in voor de verkoop van de gestolen goederen, maar gingen niet mee op dievenpad. Het merendeel van de buit werd verpatst in Frankrijk.
36 maanden cel
Vier beklaagden riskeren 36 maanden cel, een 28-jarige verdachte was bij minder feiten betrokken en hangt 30 maanden boven het hoofd. Daarnaast is de verbeurdverklaring van hun wagen gevraagd. In de rechtbank vroegen de drie gedetineerden om vergiffenis. “Wij willen terug naar Colombia om onze kinderen terug te zien.” Hun advocaten schetsten een beeld van een belabberd leven in Colombia en hoe ze in Europa tevergeefs op zoek waren naar werk. Ze wezen erop dat hun cliënten intussen al negen maanden in voorhechtenis zitten en vroegen om een straf met uitstel.
→ Vonnis op 16 november.