“Na maanden eindelijk eerste thuismatch spelen”
4 januari. Voor Stijn Vreven is dat het sein om terug te keren naar Trencin. Na een verkwikkende vakantie in Kuringen. Tijd ook om met de 47-jarige coach terug te blikken op zijn eerste vijf maanden in Slovakije. Moeizame maanden. Maar er zijn verzachtende omstandigheden. “Wij speelden nog geen enkele thuiswedstrijd.”
Even een korte situatieschets. Half juli koos Vreven voor een OostEuropees avontuur. Een uitdaging was het, dat wist hij op voorhand. “Toch heb ik het wat onderschat.” Zijn club AS Trencin had zelfs even de rode lantaarn in handen. Maar een 4 op 6 net voor de winterstop resulteerde in een tiende plaats op twaalf. Door het Slovaakse competitieformat is nog alles mogelijk: van een Europees ticket tot degradatie. Maar terug naar het begin.
Hoe kom je in godsnaam in Trencin terecht, Stijn?
“Heel simpel. Eigenaar van AS Trencin sinds 2007 is de 64-jarige Nederlander Tscheu La Ling. Oud-speler van onder meer Ajax in de Cruijff-periode. Toen hij in de zomer een nieuwe coach zocht, kwam hij uit bij mij. Eén, omdat ik vrij was. Twee, omdat hij mij kende van mijn periode bij NAC. We maakten een afspraak in Brussel en nadien ben ik een dag of vier naar Trencin getrokken om de werking van de club te leren kennen. Ik vond het een interessante piste, een opportuniteit om een andere voetbalmarkt te leren kennen. Dus heb ik getekend. De belangstelling van de media is er in ieder geval groot. IJshockey en voetbal zijn de belangrijkste sporten.”
Opvallend: er zijn in Slovakije maar twee buitenlandse coaches.
“Correct. Die van Slovan Bratislava (de Sloveen Milanic, nvdr.) en ik. Dat is geen toeval. Er wordt echt met argusogen gekeken naar de resultaten van de buitenlandse coaches. Ze zijn daar op voetbalvlak nogal nationalistisch ingesteld, ze verkiezen eigen trainers en de eigen voetbalcultuur.”
Geldt dat ook voor spelers?
“Niet echt. Als ik naar mijn eigen club kijk: er is een gezonde mix van Slovaken en buitenlanders. Al moet ik bekennen dat ik wel iets raars beleefde. Plots stond ik volop in de schijnwerpers. Tot mijn eigen grote verbazing. De aanleiding: ik was aan een match begonnen met negen Slovaken. Groot nieuws. Terwijl ik mijn selectie puur op sportieve gronden had gemaakt. Ik denk niet in termen van kleur, geloof, nationaliteit of wat dan ook. Het was zeker niet mijn bedoeling om goodwill te kweken. Als een buitenlander op een positie beter is dan een Slovaak, zal ik hem ongetwijfeld zetten. Maar dit zegt wel iets over de buitenlanders in onze selectie.”
Ze voldoen niet?
“Ik had hun potentieel hoger ingeschat. Maar ik weet hoe dat komt. De laatste jaren zijn ze bij Trencin bezig met de bouw van een nieuw stadion. Tscheu La Ling bekostigt dat helemaal. Daardoor is het sportieve budget teruggeschroefd. De meeste centen worden in stenen geïnvesteerd. Het vervolg laat zich raden: minder inkomende transfers en dus zijn die buitenlandse spelers blijven zitten. In hun comfortzone, zeg maar. Ik heb het nu aangedurfd om hen te passeren, ik heb een beroep gedaan op meer jonge spelers. Het doet me dan ook deugd dat ik met die tieners in de laatste weken 4 op 6 heb gepakt.”
Je verloor vroeg in het seizoen ook nog één van je basispionnen.
“Osman Bukari, inderdaad. Hij speelt nu bij Gent. Maar goed, dat is inherent aan de filosofie van de club. Probleem was dat zijn vervanger Philip Azango al in een van zijn eerste wedstrijden de kruisbanden afscheurde.”
En dat jullie nog altijd wachten op jullie eerste thuiswedstrijd.
“Zo is dat. Door de bouw van ons stadion moeten wij al onze thuismatchen om veiligheidsredenen elders afwerken. In het stadion van Zilina. 85 kilometer heen, 85 kilometer terug. In Zilina mogen wij bovendien de kleedkamer van de thuisclub niet gebruiken, die is op vraag van Zilina voor de bezoekers. Wij krijgen de kleedkamer van de U19. Een thuisgevoel hebben wij dus niet. Vergelijk het met Anderlecht, dat al zijn thuismatchen in Brugge moet spelen. Akkoord, door corona mag er nergens publiek komen kijken. Maar toch, het is niet prettig. Het kost punten.”
Dat gaat nu veranderen?
“Oef. Drie kwart van het stadion is af. Na de winterstop kunnen we opnieuw in onze eigen accommodatie terecht. Dan horen we op dat vlak bij de top in Slovakije. Een mooie voetbaltempel met een capaciteit van 12 tot 14.000 man. Mij is verteld dat Trencin in de kampioenenjaren geregeld zoveel supporters over de vloer kreeg. Net als in Zilina voetballen we op een kunstgrasveld. Het is ook daarom dat wij nu al over drie synthetische oefenvelden beschikken.”
De competitie hervat pas half februari. Hoe zien de komende weken eruit?
“Normaal gaat Trencin jaarlijks op stage in Turkije of Cyprus. Maar dat kan nu niet door die coronatoestanden. We blijven gewoon in de eigen omgeving. We zullen die zes weken voorbereiding goed kunnen gebruiken. In de zomer had ik maar twee weken. Veel te weinig. Ik verwacht alvast een betere terugronde. We zijn nu bezig met het maken van de omslag. Geleidelijk aan kan er weer meer worden geïnvesteerd in de ploeg. Dat bewijs is er al. Er zijn zes inkomende transfers gerealiseerd. Jonge talenten met veel potentieel. Zoals de clubfilosofie dat wil. Trencin is nu eenmaal een opleidingsclub.”
Vergelijkbaar met Genk?
“Met dit verschil dat in Genk de balans tussen enerzijds opleiding en doorverkoop en anderzijds het behalen van prijzen beter is (van 2014 tot 2016 pakte Trencin wel twee keer op rij de dubbel, nvdr.). Deze club heeft het enkele seizoenen moeilijker gehad maar nu moet er weer stilaan worden aangeknoopt met betere resultaten.
Wat niet vanzelf zal gaan, want onderschat deze competitie niet. Er zijn eigenlijk een viertal topclubs: Slovan Bratislava, Zilina, DAC Dunajska Streda en wij. Ik durf stellen dat die in België allemaal zouden meestrijden voor een plaats in play-off 1. Tachtig procent van de clubs mikt op een snelle omschakeling vanuit een stugge organisatie. De anderen pakken het anders aan. Neem Zilina. De gemiddelde leeftijd daar is 21 jaar, zij kopiëren op hun manier de Ajax-filosofie. Leuk om naar te kijken. Ook in Trencin verwachten ze dominant voetbal.”
Je weet waar je voor staat. Wat valt er nog te winnen buiten het behoud?
“Ik was aan een match begonnen met
negen Slovaken. Groot nieuws!”
Stijn Vreven
“Nog veel. Er moeten nog vier wedstrijden worden afgewerkt. Daarna worden de twaalf ploegen in twee poules opgesplitst. De top zes speelt voor de titel en de Europese prijzen, de onderste zes clubs vechten tegen de degradatie. Hoewel. De winnaar van poule B, zeg maar de nummer zeven, werkt nog een play-off finale af tegen de nummer vier van poule A met een ticket voor de Europa League als inzet. Op dit ogenblik staan wij op vier punten van plaats zes. Het wordt lastig om die kloof zo snel te overbruggen. Maar we gaan het toch proberen.”
Hoe ziet je toekomst eruit op langere termijn?
“Dat is nog niet duidelijk. Tscheu La Ling wil me eigenlijk langer vastleggen. Maar ik wil eerst zien hoe de rest van het seizoen mij afgaat. Dan kunnen we nog verlengen. Ik ben tussen Kerstmis en Nieuwjaar in Den Haag geweest, bij La Ling thuis. Hij vindt dat ik tot nu toe de afspraken nakom. Dat is leuk om te horen. Maar nu moeten de resultaten wel crescendo gaan. Hij denkt in termen van de ontwikkeling van het elftal. Hij wil jonge spelers zien groeien naar een hoog niveau dat ze vervolgens kunnen aanhouden. Met een doorverkoop als resultaat. Intussen moeten we toch proberen te mikken op een Europees ticket. Ik vind het een mooie uitdaging. In de kern zitten verschillende jongens die deel uitmaken van de nationale beloften, U19 en U17. Ik heb met Pirinen ook een Fins international, die wellicht naar het EK mag.”
Je zal de rest van het seizoen wel moeten afwerken zonder je vaste partner Werner Martens, de physical coach.
“Klopt. Hem neem ik overal mee naartoe. Ook naar Trencin eerder dit seizoen. Ik vind dat hij uitstekend werk levert. Maar om één of andere reden klikte het niet tussen hem en La Ling en dus werd zijn overeenkomst ontbonden. Dat was ook voor mij een knak. Maar dat zijn dingen die kunnen gebeuren. Dat verandert niks aan de relatie tussen Werner en mij. Er komt een moment dat we weer ergens zullen samenwerken.”
“Een thuisgevoel hebben wij dus niet. Vergelijk het met Anderlecht, dat al zijn thuismatchen in Brugge moet spelen”
Stijn Vreven