Limburg Shotguns-receiver Damon Ellison keert na drie jaar terug naar de States
“Voor een Amerikaan is het niet te vatten dat je hier gebouwen van honderden jaren oud ziet”
Bij dit artikel hoort een fiche met enkele eenvoudige personalia. Leeftijd, woonplaats, gezinssituatie enzovoort, maar blijkbaar zijn die niet voor iedereen even eenvoudig. Gelukkig is er FaceTime. “Hi mom, how old are you? And
what’s dad’s age?” De ouders van Damon Ellison wonen in de Amerikaanse staat Wisconsin, een tiental vluchturen van de plaats van het gesprek. Ze zijn hoorbaar blij dat ze hun zoon nog eens aan de lijn krijgen. Binnenkort zien ze hem voor het eerst sinds november 2017 weer in levenden lijve. Hij kijkt ernaar uit, maar voegt er meteen aan toe dat het afscheid van zijn collega’s in Kleine-Brogel en zijn ploegmaats van de Limburg Shotguns hem naar alle waarschijnlijkheid zwaar gaat vallen. We treffen hem in Beringen in de kantine van de Limburg Shotguns, de enige American footballclub in de Vlaamse oostgouw. “Hij heeft veel voor onze jeugdwerking gedaan én hij is een heel toffe gast”, zegt teammanager Michel Eeman. Dat blijkt. Innemend, niks uitpakkerij, het ene woord niet luider dan het andere. Erg diplomatisch ook. Over zijn job als security officer van US Air Force bij de NAVO mocht hij om evidente redenen niet veel zeggen, maar hij weidde evenmin uit over Donald Trump en Joe Biden, de aanpak van de pandemie in de VS, George Floyd, Black Lives Matter (“Ik ben nooit echt in aanraking gekomen met racisme”) en andere maatschappelijke issues. Daarmee schakelde hij heel wat gespreksonderwerpen uit, maar er bleef nog genoeg stof over om een lang gesprek te voeren. Over zijn jeugdjaren en keuze voor een legerloopbaan, bijvoorbeeld.
“Ik ben opgegroeid in Pepin, een dorpje van nog geen duizend inwoners op zo’n vier uur rijden van Milwaukee. Het leven was daar redelijk eentonig. Er viel nauwelijks wat te beleven en iedereen deed dezelfde job tot zijn pensioen. Daarom ging ik op vrij jonge leeftijd bij een tante in Spokane wonen, een stad in Washington State aan de westkust. Dat was al heel wat spannender.”
Hoe zat het met je schoolse prestaties?
“Ik hield niet van studeren. Daarom hoefde ik niet lang na te denken toen ik in 2009 de kans kreeg om voor een tijdje bij een andere tante en haar man in Duitsland te gaan wonen. Hij werkte bij het leger, vandaar. Zo kreeg ik de kans om een stuk van Europa te verkennen, want ik droomde van reizen. Ik ben twee jaar gebleven. De tijd was te kort om het hele continent te doorkruisen, maar ik ben toch in heel wat landen geweest. Groot-Brittannië, Spanje, Kroatië, Nederland…”
En daarna koos je voor een militaire loopbaan.
“In 2012 tekende ik een contract voor zes jaar, dat ik daarna verlengde. Na mijn opleiding bleef ik vijf jaar in eigen land, tot ik iets meer dan drie jaar geleden de kans kreeg om naar het buitenland te gaan. België was één van de landen op de lijst. Ik wist amper waar ik terecht zou komen, maar ik wist wel dat het dicht bij Duitsland was en dat kende ik wel. Intussen heb ik hier een reuzefijne tijd achter de rug, maar ik moet terug. Op 12 januari vertrek ik. Mijn volgende plek is Texas. Daar blijf ik nog twee jaar, dan loopt mijn contract af. Ik ga het niet verlengen. Niet dat ik het werk beu ben, maar ik vind dat je van meer dingen moet geproefd hebben. Daar word je als persoon rijker van. Ik zei net al dat in mijn dorp van herkomst te veel mensen in hun job blijven hangen. Dat wil ik vermijden. Het leven heeft zoveel te bieden. Het zou zonde zijn om er niet het maximum uit te halen.”
Hoe kwam je bij de Limburg Shotguns terecht?
“Via mijn collega Jason Jackson, quarterback bij de Shotguns. Hij praatte vol lof over de club en overtuigde me om me aan te sluiten. Ik was er nochtans al drie jaar mee gestopt, maar het leek me wel wat om via de sport nieuwe mensen te leren kennen. En inderdaad, mijn sociale kring werd veel groter. Bovendien werd ik betrokken bij de jeugdwerking, onder meer bij de opstart van de U13 en U16. We organiseerden trainingskampen, waarvoor we direct behoorlijk wat volk kregen. We gingen ook naar scholen om American football voor te stellen, want veel Europeanen zien bij wijze van spreken nauwelijks een verschil met rugby.”
Jongeren beginnen doorgaans met flag football. Wat is het verschil met American football?
“De spelregels zijn grotendeels dezelfde, maar bij flag football mag er niet getackeld of geblokt worden. Om die verdedigende ingrepen te vervangen, draagt iedere speler een lintje of een vlaggetje aan een riem. De baldrager kan afgestopt worden door dat lintje of vlaggetje af te pakken en op de grond te gooien. Omdat het fysieke contact beperkt blijft, is flag football heel geschikt voor kinderen. Wij passen die variant toe bij de U13. Vanaf de U16 wordt er wel gespeeld met contact, maar de coaches zorgen ervoor dat de intensiteit geleidelijk wordt opgebouwd.”
Het niveau is hier ongetwijfeld een stuk minder dan in de Verenigde Staten.
“Daar zou je je in vergissen. Je kan de Limburg Shotguns uiteraard niet vergelijken met pakweg de New York Giants en de New England Patriots, maar op amateurniveau wordt in België best wel goed gespeeld. Een evenement zoals The Super
Bowl heb je hier natuurlijk niet. Meer dan honderd miljoen tv-kijkers, dat is indrukwekkend. Om nog maar te zwijgen van de artiesten die in de loop der jaren de nationale hymne zongen. Whitney Houston, Beyoncé, Lady Gaga, Alicia Keys, Demi Lovato… Ook de halftime show is altijd de moeite. Kan ook moeilijk anders met artiesten als Coldplay, Justin Timberlake en Jennifer Lopez.”
In American football worden bijzonder felle duels uitgevochten. Ben je al vaak geblesseerd geweest?
“Dat valt wel mee. Een wide receiver ontvangt passes van de quarterback en moet proberen zo veel mogelijk terreinwinst te boeken en te scoren door de bal over de achterlijn te brengen. Hij mag niet in alle omstandigheden aangevallen worden, vandaar dat het blessureleed bij mij tot nog toe beperkt bleef.”
Wat is voor jou de leukste sportieve herinnering aan de Limburg Shotguns?
“Dat we twee keer vicekampioen werden. Dit seizoen wilden we voor de titel gaan, maar door Covid-19 viel die ambitie in het water. Daardoor is ook het derde jaar van mijn verblijf in België niet helemaal geworden wat ik ervan verwacht had. Ik had nog heel wat reisplannen, maar helaas. Gelukkig is tot nog toe - fingers crossed - niemand van mijn familie en vrienden getroffen door het virus.”
Wat ga je in Amerika vertellen over België?
“Dat jullie een geweldige architectuur hebben. Ik ben in Antwerpen geweest, Leuven, Brugge, Brussel en nog zoveel andere steden. Overal zie je gebouwen van honderden jaren oud. Dat is voor een Amerikaan bijna niet te vatten. Je moet bedenken dat onze geschiedenis pas in de zeventiende eeuw begon. De autochtone cultuur werd door de Europese kolonisatoren zo goed als vernietigd. Wij zijn een volk van blanke en zwarte immigranten. Mijn vader is zwart, mijn moeder blank, maar voor mij is dat geen thema. Ik heb nooit last ondervonden van mijn huidskleur.”
Je gaat vast ook wel wat weten te zeggen over het Belgische eten?
“Of course. Voor mosselen met frieten zal ik moeten terugkomen, want dat hebben we bij ons niet. En voor die verscheidenheid aan kazen, om nog maar te zwijgen van de verschillende soorten brood. Bruin, wit, meergranen, volkoren… Die zitten hier zelfs in een automaat. (lacht) Amerika is nochtans een land met automaten in alle vormen, maar dát hebben we niet.”
Kortom, je bevestigt de clichés over de Amerikaanse eetcultuur.
“Voor een stuk wel. Het klopt dat in grootsteden mensen ontbijten terwijl ze over straat lopen. Dat beeld wordt versterkt door de Amerikaanse films, maar je mag niet veralgemenen. Er is een groot verschil tussen de stad en de rurale gebieden, waar het leven veel rustiger is. Dat is hier toch ook zo? Ik zeg niet dat ik héél Amerika ken, maar ik ben toch al in zo’n twintig staten geweest. De mooiste zijn voor mij Wisconsin en Oregon, omdat de natuur er zo overweldigend is.”
Wat zijn je voornemens voor 2021?
“Ik zou het geen voornemens noemen, maar eerder specifieke doelen. Ik wil me meer toeleggen op fotografie, een huis kopen en reizen. Zodra het kan, kom ik zeker terug naar België om de vrienden te ontmoeten die ik in heel Europa leerde kennen. En daarnaast wens ik uiteraard wat iedereen wenst: dat Covid-19 verdwijnt, zodat we weer een normaal leven kunnen leiden.”
Wat is het eerste wat je gaat doen als je terug bent in de VS?
“Snowboarden in Colorado, een zogenaamde droge staat. De meeste neerslag valt in de vorm van sneeuw, ideaal voor wintersport. Ik begin pas half februari opnieuw te werken. Tijd genoeg dus. Ik ga samen met Tomasz Barba en Jason Jackson, twee landgenoten en ex-collega’s die ik in Kleine-Brogel leerde kennen. Jason is al een jaar geleden teruggekeerd, Tomasz in juni van dit jaar. Wij zijn hier heel goede vrienden geworden. Ik kijk er echt naar uit om hen terug te zien.”