VELDRIJDEN Waarom Limburg al meer dan 30 jaar geen BK organiseert
Woensdag raakte bekend dat het Belgisch kampioenschap veldrijden in 2024 opnieuw in Meulebeke neerstrijkt. Dat impliceert dat onze provincie gedurende meer dan 30 jaar geen titelrace in het veld meer zal hebben georganiseerd. In 1993 was HouthalenHelchteren het laatste Limburgse decor van een BK. Hoe is het zo ver kunnen komen?
Onze provincie is al meer dan 28 jaar een blinde vlek op de lijst van gastgemeenten van het Belgisch kampioenschap. En daar komt de komende jaren geen verandering in. Zo is het WestVlaamse Middelkerke volgende winter het strijdtoneel. Het OostVlaamse Lokeren een jaar later. En in 2024 is het opnieuw de beurt aan Meulebeke. Dat betekent een tijdspanne van meer dan dertig jaar zonder BK in Limburg. Het laatste nationale kampioenschap in het Bronsgroen Eikenhout dateert van 1993, toen HouthalenHelchteren het decor vormde van een heuse thriller. Paul Herygers maakte op Domein Hengelhoef komaf met de drie jaar durende hegemonie van Danny De Bie in een prangende sprint. Sindsdien trok het BK naar vijf provincies. In de periode tussen 1993 en 2024 zullen Luik (2x), Vlaams-Brabant (3x), Oost-Vlaanderen (7x), Antwerpen (10x) en West-Vlaanderen (10x) onze nationale kampioenen in het veld gehuldigd hebben. En Limburg, vraagt u zich luidop af ? Waarom blinken onze steden en gemeenten uit in een gebrek aan initiatief om het gemediatiseerde BK binnen te halen? We vroegen het aan Brecht Toelen, naast docent Sport- en Eventmanagement bij Syntra Limburg ook jaarlijks organisator van de jeugdcross in de Hechtelse duinen.
Kosten-baten
“Allereerst is er het hoge prijskaartje”, meent Toelen. “Dat is behoorlijk pittig voor een stad of gemeente. Het zijn immers de lokale overheden die in een opbodverhaal stappen met Belgian Cycling. Meulebeke betaalde naar
BK MEULEBEKE verluidt 250.000 euro om de titelstrijd dit jaar te organiseren. Daar komt de organisatiekost nog bovenop. Dat bedrag schrikt tal van gemeenten af. Nochtans is die som verdedigbaar. Zo is er een terugverdienmodel mogelijk dankzij ticketverkoop en bovendien is de publicitaire waarde van een BK enorm hoog. De organiserende gemeente staat een week lang in de schijnwerpers. Er verschijnen bladzijden voorbeschouwingen in de kranten en in het weekend krijg je vele uren live-tv in return. Tijdens een niet-coronajaar drie uur op zaterdag en bijna vier uur op zondag. En dan zwijg ik nog over de kijkcijfers. Want op dat vlak is een BK veldrijden een topper in Vlaanderen. De live-uitzending op de VRT van het BK in Kruibeke (2019, nvdr.) haalde liefst 1.145.000 kijkers, goed voor een marktaandeel van bijna 77 procent. Op het piekmoment keken zelfs 1.228.000 mensen (marktaandeel 81,3%). En ook de dames en junioren op zaterdag scoorden voortreffelijk met een gemiddeld aantal kijkers van 685.000 (bijna 70%). Het BK van 2019 liet daarmee de EK-kwalificatie-interland van de Rode Duivels tegen Rusland achter zich, maar evenzeer voorjaarsklassiekers als de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Dat zijn cijfers die voor zich spreken.”
Limburgse locaties?
Toch ziet Toelen vanaf 2025 niet meteen een BK veldrijden neerstrijken op Limburgse bodem. “Omdat je tal van gemeenten al meteen kunt uitsluiten”, aldus Toelen. “Wie krap bij kas zit, moet er niet aan denken om zich in het avontuur storten. Vandaar dat ik enkel grotere steden zoals Lommel, Genk, Hasselt, Sint-Truiden, Bilzen en Tongeren in staat acht om het financiële verhaal te dragen. Of gemeenten die al een internationale veldrit organiseren, zoals Beringen (Ethias Cross), Heusden-Zolder (Superprestige) of Zonhoven (Wereldbeker). De laatste jaren zie je immers steeds vaker dat een traditionele crosslocatie voor één jaar uit een klassement stapt om zich voluit op een BK te kunnen richten. Denk maar aan Antwerpen, Koksijde, Lille, Ruddervoorde, Meulebeke dit en Middelkerke volgend jaar. In die optiek schuif ik Zonhoven - maar die hebben in het verleden al eens vruchteloos een poging gewaagd en Beringen naar voren als voornaamste Limburgse kanshebbers. Al moet Beringen dan wel schaven aan het huidige parcours, wegens te zwaar voor de jeugd en de ongelukkig gelegen materiaalpost op de top van de terril, wat de factor geluk te doorslaggevend maakt. Nu, die mogelijkheden zijn voorhanden. Dat zou betekenen dat Beringen opnieuw aanknoopt met een oude traditie. Want zowel in 1979 als 1986 vond het BK plaats in Koersel. Het zou alleszins mooi zijn: een nationaal kampioenschap in Limburg. Ik heb het nog niet mogen meemaken. Het laatste vond namelijk plaats in mijn geboortejaar 1993, en dat in mijn thuisbasis HouthalenHelchteren (lacht).”