0,4 procent
Het klonk de vakbonden niet als muziek in de oren. De lonen in de privésector zullen dit en volgend jaar met maximaal 0,4 procent kunnen stijgen. Dat staat in het loonkostenrapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven dat donderdag werd gepubliceerd. Dat is een stuk minder dan in de twee voorgaande jaren, toen de lonen boven de indexaanpassing nog met 1,1 procent mochten stijgen. Dat had toen al maar 0,8 procent mogen zijn, maar door een truc werd toch nog 0,3 procentpunt extra gevonden.
De CRB bepaalt om de twee jaar hoeveel de lonen mogen stijgen bovenop de aanpassing aan de levensduurte. De CRB doet dat op basis van de evolutie van de lonen in onze buurlanden. Inzet is dat de loonkosten in ons land niet sneller mogen stijgen dan in onze buurlanden. Als dat wel het geval is, dan is dat slecht voor onze concurrentiepositie. Vakbonden en werkgevers, verenigd in de Groep van Tien, sluiten op basis van dat cijfer een loonakkoord. Dat wordt een moeilijke oefening. De werkgevers hebben de voorbije weken al laten verstaan dat er weinig ruimte is voor loonsverhoging. De coronacrisis heeft onze bedrijven al genoeg op de proef gesteld. Het water staat vele bedrijven aan de lippen. Als de Belgische econosommige mie de komende maanden ontwaakt uit zijn kunstmatige coma, veroorzaakt door tijdelijke werkloosheid en allerlei steunmaatregelen, volgt allicht een tsunami van faillissementen en ontslagen. De ondernemingen ook nog eens opzadelen met een dure loonsverhoging is te veel van het goede.
De vakbonden verwachten hoe dan ook een loonsverhoging. Rohnny Champagne, de Limburgse voorzitter van de Vlaamse vleugel van de socialistische metaalcentrale, zei in deze krant dat heel wat arbeiders tijdens de lockdown hebben doorgewerkt, vaak op gevaar van eigen leven. Daar moet iets tegenover staan, aldus Champagne.
In een gemeenschappelijke mededeling zeggen de drie vakbonden donderdag dat de loonnorm alleen indicatief kan zijn. Niet alle sectoren zijn even hard getroffen door de crisis. In sectoren is ruimte voor meer loonsverhoging. De vergelijking met het buitenland is moeilijk. De verhoging van de koopkracht komt bovendien de economie ten goede, omdat meer wordt besteed.
De coronacrisis heeft onze economie zwaar op de proef gesteld. Het ziet ernaar uit dat ook het sociaal overleg door de coronacrisis op de proef wordt gesteld, een sociaal overleg dat de voorbije jaren al geen goede beurt maakte. Arbeidseconoom Stijn Baert vergeleek het sociaal overleg met een vergeetput en pleitte voor een grondige hervorming. Benieuwd of vakbonden en werkgevers uit hun loopgraven komen. Er liggen immers nog andere zware dossiers op tafel: de minimumlonen, eindeloopbaan, werkbaar werk en pensioenen.