Het Belang van Limburg

Remco Evenepoel: “Ik ben te gretig geweest”

-

Remco Evenepoel (20) zit al een poos niet meer op de fiets. Een hapering in de revalidati­e. Wat is er aan de hand met de man die in 2021 de Giro, de Spelen en - vooruit dan maar - ook het WK zou winnen? Vanop zijn hotelbed in Spanje kijkt hij schuldbewu­st. “In februari zou ik pas weer deftig op de fiets zitten, zeiden de dokters. Gevolg: ik ging voor januari. Dat is mijn fout geweest.”

Noem het een cynische speling van het lot. Net deze week bracht Remco Evenepoel voor de derde keer zijn eigen kledinglij­n uit, samen met modeketen ZEB. Hij heeft er de afgelopen maanden de tijd voor gehad, zegt hij fijntjes tijdens het interview. “De grote lijnen van het design worden door anderen uitgeteken­d. Ik laat ze dan zien aan mijn ouders en mijn vriendin, maar vervolgens doe ik er echt wel mijn zeg over. Zo heb ik de quotes die erop staan helemaal zelf verzonnen.”

Dus dwarrelen er foto’s binnen van een stralend poserende Evenepoel, minder dan 24 uur nadat hij op de jaarlijkse ploegvoors­telling van Deceuninck - Quick-Step iedereen heeft verrast met het nieuws dat hij al een tijd niet meer traint. Op de T-shirts en sweaters lezen we wijsheden als Free to ride en Ride more, worry less.

“Fiets meer, maak je minder zorgen”. Wat het maar waar vandaag.

(lacht) “Daaraan merk je dat ik die slogans niet zomaar verzin. Het is hoe ik er echt over denk. Maar mijn favoriete quote is het niet. Dan kies ik voor Life is a time trial. Het leven is een tijdrit. Aan de ene kant zoekt iedereen naar structuur, aan de andere kant blijkt het leven toch vooral chaotisch. Zo is het ook in een tijdrit. Je bereidt je er heel gestructur­eerd op voor, maar bij de minste pech draait het in de soep en eindigt het allemaal in chaos. Ik heb er vrij lang over moeten nadenken, maar dat vind ik wel een leuke. Plus: net als in een tijdrit leven we allemaal onder tijdsdruk, toch?”

Spreek je nu over jezelf en je haperende revalidati­e?

“Ja. Dit is gewoon een moeilijke situatie. Ook ik zit midden in die combinatie van chaos en planning. Chaos omdat ik niet goed weet wat en hoe. Ik weet bijvoorbee­ld totaal niet wanneer ik mijn eerste koers zal rijden. Maar toch moet ik een strikte planning volgen en dit-en-dat doen om de blessure goed te laten genezen.”

Voor een goed begrip: fietsen zit al even niet meer in die planning. Dat mag pas volgende week weer, aldus de ploegdokte­r.

(knikt) “Dan zal het vijf weken geleden zijn dat ik nog op de fiets zat. Ik ben in november op stage vertrokken naar Calpe. Dat was drie maanden na mijn val in Lombardije. Uiteraard voelde ik dat nog. Ik had acht weken in een ziekenhuis­bed gelegen en had nadien nog weken op een geforceerd­e manier moeten stappen. Maar ik had groen licht gekregen om opnieuw te fietsen. Op een simpele manier: uren maken, kilometers doen. In het begin lukte dat perfect.”

Maar…?

“Zodra we met specifieke oefeningen begonnen, voelde ik dat het niet helemaal goed zat. Dan trainde ik in blokjes, moest ik bepaalde wattages aanhouden en kreeg ik kleine pijntjes. Wellicht zette ik te veel kracht en kwam er stress op die fractuur. Dat was een eerste signaal. Dat was mij vooraf heel duidelijk gemaakt: voel je iets van rare pijn, dan moet dat meteen weer onderzocht worden. Alleen: wat is rare pijn? Waarschijn­lijk heb ik dat niet snel genoeg aan de dokter gemeld. Die fout ga ik nooit meer maken.”

Uiteindeli­jk trok de ploegleidi­ng op de eerste ploegstage aan de alarmbel.

“In december trokken we op stage met de ploeg. Maar uiteindeli­jk heb ik daar maar één of twee trainingen met de andere jongens afgewerkt. Zoals ik zeg: ik kwam bij wijze van spreken recht uit het ziekenhuis, terwijl zij na vorig seizoen nog steeds in een heel goede vorm zaten. En hoe gaat dat als het iets te rap voor je gaat? Dan forceer je je een beetje. Zeker ik. Stond deze week niet in de krant dat ik soms te gretig ben? Ik vrees dat dat klopt. Vooral de eerste weken nadat ik uit mijn bed mocht, ben ik er te fel tegenaan gegaan. Ik wilde al ergens staan voor de decemberst­age. Terwijl de dokters altijd gezegd hadden dat ik pas in februari weer deftig op een fiets zou kunnen zitten. Maar zo ben ik: als zij februari zeggen, ga ik voor januari. Dat was mijn fout.

Het is goed om gedreven en gemotiveer­d te zijn, maar met dit soort blessures is dat het slechtste wat er is. Je moet geduld hebben. Mijn karakter heeft deze keer niet in mijn voordeel gespeeld. Daar heb ik uit geleerd.”

Is er een moment geweest dat je besefte: dit is écht niet goed?

“Op een trainingsr­it met de jongens sloegen we een weg in die er iets minder goed bij lag, een gravelpad bijna. Door die slechtere ondergrond voelde ik plots een paar kloppen op het bot dat ik in Lombardije gebroken had. Nadien kon ik nog met moeite op mijn zadel zitten. Ik moest mijn hand onder mijn zitvlak leggen om het te ondersteun­en en de pijn draaglijk te maken. Dat zag de ploegleidi­ng in de auto achter ons ook. Nog meer toen ik vervolgens nog met moeite een halfuur op een gewone stoel kon zitten. Dan volgden er nieuwe controles, nieuwe onderzoeke­n, een nieuwe scan in het ziekenhuis van Herentals. Waarna de onvermijde­lijke beslissing is genomen: even niet meer op de fiets.”

Alles heeft te maken met de breuk in het schaambeen die je opliep bij je val in Lombardije.

“In mensentaal: je hebt twee schaamtakk­en en op zich zitten die weer mooi tegen mekaar. Alleen zit het allemaal nog niet vast. De barst is nog niet helemaal genezen, zeg maar. Het gaat om millimeter­s. Mocht ik een bureaujob hebben, ik zou er geen last van hebben. Ook als ik wandel, voel ik er niets van. Maar als je fietst, vanuit je zadel druk zet, honderd toeren per minuut maakt en dat vijf uur lang, dan zorgt dat voor irritatie.”

Intussen zie je op Strava hoe al je collega’s en concurrent­en volop de training hervat hebben. Terwijl jij je fiets niet mag aanraken. Om je kas op te vreten?

“Dat is vervelend, ja. Maar ik probeer de gedachte dat zij wel op de fiets zitten en ik niet, weg te houden. Op een bepaald moment moet je de situatie aanvaarden en enkel aan je herstel denken. Dat hebben de dokters mij heel duidelijk gemaakt. Dit is een blessure die delicaat is voor een fietser. Het gaat om een bot waar je vijf tot zeven uur per dag op steunt. Als dat niet tweehonder­d procent genezen is, kan je simpelweg niet presteren. Het belangrijk­ste nu is dat alles heelt en dat ik mijn carrière niet in het gedrang breng. (kijkt schuldbewu­st) Als de dokter je dat op die manier zegt, geloof mij, dat maakt het net wat makkelijke­r om te accepteren dat je even niet mag fietsen.”

Toch stond je erop om opnieuw met de ploeg op stage te gaan in januari.

“Omdat ik bij de jongens wilde zijn. Dat ritme, die rituelen van een stage, ik hou daarvan. Thuis is ook maar thuis. De week met de feestdagen was een week die snel voorbijgin­g. Ik zat heel veel in het water voor aquarevali­datie. Maar hier slaap ik op de kamer bij Iljo (Keisse, nvdr.), sta ik mee op met hem, we ontbijten samen, als hij zijn corestabil­itytrainin­g doet, doe ik al wat stretchoef­eningen… En als de jongens op training vertrekken, trek ik naar de kine, de fysio of het zwembad. Daarna is het wachten tot ze terug zijn van training. Ik wil dat ritme niet verleren. Soms is het ook gewoon plezant. Straks kijk ik met Iljo naar De zonen van Van As. Een topprogram­ma. We noemen onszelf al Jempie en Frakke, omdat we er zo geweldig om moeten lachen.”

Zelfs in het zwembad zou je je van je meest competitie­ve kant laten zien, horen we.

(lacht) “Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Als we lengtes zwemmen, hoeft dat niet superrap te zijn, maar dan probeer ik die techniek wel onder de knie te hebben.

“Ik weet nu al: als ik straks zelfs maar anderhalf uur op de weg mag fietsen, zou ik door een muur kunnen rijden”

Remco Evenepoel

Dat verzet ook je gedachten. In het begin was het vooral crawl, tegenwoord­ig werk ik meer aan mijn schoolslag. Nu, ik denk niet dat er een topzwemmer aan mij verloren is gegaan. (wijst grijnzend naar zijn schouders) Mijn kas is daar niet breed genoeg voor.”

Wat opviel bij de ploegprese­ntatie: hoewel hij nog vier maanden weg is, hoefde je geen seconde na te denken over de startdatum van de Giro.

“8 mei! Dat weet ik uit mijn hoofd, ja. Omdat het momenteel de enige datum is die ik wil en durf uitspreken. Dan wil ik er staan. Alles daarvoor zal afhankelij­k zijn van hoe goed of hoe slecht mijn blessure geneest en wanneer ik weer écht aan fietsen zal toekomen. Het gevoel en de tijd zullen uitwijzen welke koersen ik als voorbereid­ing op die Giro kan rijden. De Ardennenkl­assiekers lijken een logische combinatie. Maar ook daar: het is allemaal afwachten.”

Maar je trekt wel naar de Giro om hem te winnen?

“Momenteel is mijn vorm weg. En uiteraard zal ik na acht weken ziekenhuis­bed en vijf weken zonder fiets tijd nodig hebben om opnieuw een basis te leggen. Maar net daarom blijf ik herhalen dat we nog altijd op schema zitten. Er ís nog tijd. Uit de vorm die ik vorig jaar in augustus had, heb ik bovendien geleerd dat we toen qua training en verzorging op de goereden. de weg zaten. Ik zat perfect op schema om te gaan voor de eindzege in de Giro in oktober. Richting mei gaan we die lijn opnieuw oppakken. Dat wordt copy-paste.

En dan zullen we zien waartoe ik in staat ben.”

Hoewel de Tour binnen je eigen ploeg wel als plan-B wordt geopperd, lijk je dat zelf uit te sluiten.

“Voor mij is dat geen plan-B. Mijn hoofddoele­n zijn de Giro en de Spelen. Er zijn wel ooit andere plannen uitgeteken­d, zoals een combinatie met de Tour. Maar als we mijn resultaten van de voorbije jaren analyseren, zie je gewoon dat ik beter presteer als ik kort voordien geen zware koers heb geTour-Spelen zou voor mij momenteel echt niet ideaal zijn.”

Tot slot: denk je ook al verder, aan doel nummer drie dit jaar, het WK in eigen land?

“Toch wel. De tijdrit wordt daar mijn hoofddoel. Maar zelfs tegen de wegrit op zo’n typisch Vlaams parcours zeg ik niet per definitie neen. Het zou een extreem mooie ervaring zijn. Welke Belg droomt er niet van om België te vertegenwo­ordigen op een WK in eigen land? Maar laat me eerst maar weer eens op de fiets zitten. Ik weet nu al: als ik straks zelfs maar anderhalf uurtje op de weg mag fietsen, zou ik door een muur kunnen rijden, gewoon omdat ik het zo graag doe.”

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO'S ZEB ?? Remco Evenepoel verzon zelf de opschrifte­n voor zijn nieuwe kledingcol­lectie. “Aan Ride more worry less zie je dat ik die quotes niet zomaar verzin, maar mijn favoriet is Life is a time trial.”
FOTO'S ZEB Remco Evenepoel verzon zelf de opschrifte­n voor zijn nieuwe kledingcol­lectie. “Aan Ride more worry less zie je dat ik die quotes niet zomaar verzin, maar mijn favoriet is Life is a time trial.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium