Te koop op Sotheby’s: sprookjeskasteel in Voeren
Opvallend immobericht op de website van het gerenommeerde veilinghuis Sotheby’s: Commanderie, Other Limburg, LI 3790 Belgium. 3790, dat is de postcode van Voeren en de commanderij is een kasteel in Sint-Pieters-Voeren, sinds 2006 het buitenverblijf van kunstliefhebbers Eric en Anne. Het Antwerpse echtpaar gunde ons een exclusieve inkijk in hun pied-à-terre.
“Goed over de oprijlaan geraakt? We laten die met opzet wat hobbelig, zodat er niet te snel wordt gereden”, lacht Eric Rochtus. Ons vehikel is via de brug over de slotgracht door het smalle poorthuis gedokkerd en staat nu op de binnenplaats van de commanderij van Sint-Pieters-Voeren. Sinds begin 2006 mogen Eric Rochtus en zijn echtgenote Anne Van Mulders zich eigenaars noemen van het fraaie kasteel in Maaslandse renaissancestijl, een gewezen commanderij - onderhorig aan Alden Biesen - van de Duitse Ridderorde. Het is hun Limburgse buitenverblijf dat zo’n 12 hectaren omspant.
“De bron van de Voer ligt in onze hof ”, leidt Anne ons door de parktuin. Het riviertje waar de hele streek zijn naam aan dankt, ontspringt achter tralies van een brongebouwtje en vloeit over in een paternoster van veertien vijvers die verhuurd worden voor visteelt. “De oudste forellenkwekerij van het land”, preciseert onze gids.
Achter de commanderij ligt een stukje privétuin met zwembad en de westelijke vleugel van het kasteel en het bijhorende weiland is verpacht aan een boer die er ook Voerense stroop stookt.
Bron
Het echtpaar Rochtus-Van Mulders heeft geen familieband met de streek. “We komen uit KleinBrabant en wonen in Schilde”, vertelt Eric. “Maar we kwamen vroeger al heel dikwijls naar de Voerstreek met de kindjes en met vrienden om hier te wandelen”, vult Anne aan. “Het is hier prachtig. De Bronwandeling die hier in onze tuin begint, is uitgeroepen tot mooiste wandeling van Vlaanderen”, knikt Eric.
Voor een oogstrelend kasteeltje in een heuvelachtig landschap komen al snel de termen charmant en pittoresk aanwaaien. Maar wat bezielt iemand om zoiets te kopen?
“Het was Erics droom”, lacht Anne. “Hij keek al jaren uit naar een historisch pand en toen kwam dit te koop, een domein met zo’n rijke geschiedenis in een regio met een rijke geschiedenis. Tuurlijk hebben we lang getwijfeld, we zijn verschillende keren komen kijken. Maar het is echt Erics droom en ik ben hem gevolgd want ik versta het wel.” “Het is de parel van de Voerstreek”, straalt Eric. Het prijskaartje van die parel blijft geheim. “Ik ben al veertig jaar gerechtsdeurwaarder, mijn vrouw was apotheker. We hebben een goed inkomen, maar daarvan konden we dit niet kopen. We hebben altijd belegd in vastgoed, daardoor hebben we geleidelijk iets opgebouwd. In plaats van een nieuwe opbrengsteigendom te kopen, hebben we in 2006 voor dit gekozen.”
Eeuwigheid
Kasteeleigenaar worden veroorzaakte slapeloze nachten. “Er kwamen enorm veel kosten bij kijken. Het eerste jaar heb ik daar wakker van gelegen”, geeft Anne eerlijk toe. “Ik dacht: ‘Dit hadden we niet mogen doen. Dit overstijgt onze financiële draagkracht.’ In het begin hebben we schrik gehad en hebben we ons afgevraagd waar we aan begonnen waren. Juist in het begin komen er veel kosten op je af.”
Eric en Anne pompten geld in de renovatie: het dak is grotendeels vernieuwd, er kwamen onder meer moderne sanitaire voorzieningen, centrale verwarming en nieuwe elektriciteitsleidingen. “We hebben goeie vakmannen gehad, allemaal met een hart voor dit gebouw. Er is over nagedacht. Want je kan in zo’n gebouw niet leven zoals in 1600 zonder het toevoegen van modern comfort, je moet het authentieke behouden maar ook een beetje praktisch denken”, verklaart Anne.
“En het kan altijd beter en meer, maar ergens stopt het. We zijn geen slaaf van het gebouw.” “Nu is het beheersbaar”, stelt Eric. “Dankzij de pacht en de verhuur van de vijvers dekken we de kosten. Af en toe huurt een evenementenbureautje de locatie. We krijgen ook wat subsidies. Als privé-eigenaar krijgen wij 40 procent gesubsidieerd maar je moet zelf voorsubsidiëren en 60 procent uit eigen zak betalen. En het is geen kleingeld.”
De Voerense commanderij is opgetrokken rond 1600 en herbergt nog de belopen tegels, robuuste houten trappen, magnifieke haarden en glas-inloodramen van destijds. “Alles wat authentiek is, willen we bewaren, er wordt niets afgebroken”, maakt Eric zich sterk.
“Ik ben trots dat mijn man dit gebouw heeft laten klasseren. Want wij zijn maar een schakel, het moet langer bestaan dan wij”, treedt Anne hem bij. “Een deeltje van de eeuwigheid zijn we”, knikt Eric.
Kunst
Het koppel heeft zich verdiept in de geschiedenis van de commanderij en verzamelt boeken, landkaarten, gravures en postkaarten die verband houden met het kasteel of de vroegere bewoners. Ook een deel van hun uitgebreide kunstcollectie kreeg onderdak in Voeren. De zeventiende-eeuwse muren van het hoofdgebouw kleden zich aan de buitenkant met blauweregen, aan de binnenkant met werken van Belgische kunstenaars uit verschillende stijlperiodes.
We zien tableaus hangen van Frans Masereel, Prosper De Troyer en Albert Van Dyck, om maar enkele bekende namen te noemen. Alsof we in een museum zijn beland. “We gaan heel graag naar tentoonstellingen, absoluut”, bekennen de collectioneurs.
Anne zwaait de deur open naar een ruim vertrek met donkere eiken vloer en forse balken aan het plafond: “Voilà, dit noemen we de ridderzaal!” De wanden zijn getooid in romantisch beschilderd canvas: kruistochttaferelen die de heroïsche strijd van de Teutoonse ridders tegen de Saracenen verbeelden. Een folietje van baron de Potesta de Waleffe, een van de vroegere eigenaars uit de negentiende eeuw. “Die man had gevoel voor cultuur en geschiedenis en beschikte over voldoende geld, een groot geluk voor deze commanderij”, vervolgt Anne. “Hij heeft een aantal zaken geoptimaliseerd: hij verplaatste het poortgebouw van de noord- naar de zuidzijde en liet de wapenschilden van belangrijke commandeurs in de plafondbalken aanbrengen. De baron staat ook zelf afgebeeld op doek: de aanvoerder van de ridders kreeg zijn gelaat.”
Parachutisten
Naast de ridderzaal wacht de Damessalon. “Hier hangen een aantal damesportretten of doeken die door dames geschilderd zijn”, verklaart Eric. Het verstilde vrouwenkransje zou niet misstaan in een museum.
En dan is er nog de kapel. “Het oudste stukje van de commanderij staat hier: een gotische schoorsteenmantel, gered uit de middeleeuwse burcht die hier verwoest werd”, doceert Anne. “Aan het wapenschild op de schouw zie je aan elke kant vier floshen - ik heb er geen betere naam voor - wat in de heraldiek betekent dat die commandeur dezelfde rang had als een bisschop.”
Een nis in de muur verbergt een altaartje. “In de Tweede Wereldoorlog zijn hier twee Canadese parachutisten neergekomen. Een van die twee heeft hier 48 uur in het holle altaar verstopt gezeten. De Duitsers zijn komen zoeken, maar hebben hem niet gevonden. De Canadees is in boerenkleren naar een post van het verzet gefietst met de kleindochter van de Potesta de Waleffe. Een patrouille hield hem tegen en vroeg om een vuurtje voor hun sigaretten. Hij haalde zonder nadenken zijn Canadese lucifers boven en vreesde dat hij door de mand zou vallen, maar de Duitsers hadden niks door. De man is veilig terug in Canada geraakt en is in de jaren zeventig nog eens op bezoek geweest”, leerde Anne uit een krantenartikel.
Spook
Vóór Eric en Anne eigenaar werden, was jonkheer van Rijckevorsel de baas op de commanderij. “Hij had het gekocht toen hij zestig was en heeft hier gewoond tot hij 91 was. Die sliep hier beneden”, vertelt de gastheer. “Maar het gelijkvloers is te groot voor ons. We hebben een soort loft gemaakt
de eerste verdieping, zodat het toch knus is als we hier met twee zijn”, legt Anne uit. “Onze vier kinderen kunnen ook allemaal afkomen met hun partners: er zijn acht slaapkamers. Televisie of wifi hebben we niet. We kunnen wel naar dvd’s kijken - Britse detectiveseries - maar we lezen vooral veel en gaan wandelen of fietsen.”
Het buitenverblijf heeft ook vaste bewoners: “Yevgeni is al vijftien jaar bij ons als conciërge. Hij en zijn echtgenote en dochter waren vluchtelingen. Wij hebben hen een mooie thuis gegeven hun appartement ligt boven de oude paardenstallen - maar zij doen ook veel voor ons.” Naar verluidt zou er ergens een geheime gang zijn, maar een kasteelspook is niet voorradig. “Mijn broer heeft hier wel eens spook gespeeld, om middernacht, met een laken over zich”, schaterlacht Anne.
Geubels
Er blijven nog veel onbenutte ruimtes over op de commanderij. “Ik heb er al eens aan gedacht om van de paardenstallen een tentoonstellingsruimte te maken”, mijmert Eric. “Er staan ook nog kelders leeg, het poorthuis moet gerenoveerd,...” “Het werk is hier nooit gedaan”, pikt Anne in. “En we zouden nog meer kunnen boenen, dan zou alles nog meer blinken. Maar het moet in balans blijven. We waken erover dat maximum de helft van de tijd naar inzet gaat en de rest naar ontspanning. We zijn hier een mooi engagement aangegaan, maar het moet wel in balans zijn.” “Het is een begeesterend project, je steekt er gans je ziel in”, schetst Eric. “Als pure belegging moet je het niet doen, een kasteel kopen. Uiteindelijk steken we er wat geld extra in, maar het is de moeite.”
“De commanderij heeft ons veel vreugde gebracht”, beaamt Anne. “We staan voor veel open en hebben veel mensen leren kennen en evenementen meegemaakt die we anders nooit zouden hebop ben beleefd. Zoals deze zomer de talkshow Vive La Vie!, de laatste aflevering namen ze hier op. Philippe Geubels is nog in het poortgebouw gekropen.”
Sotheby’s
Het echtpaar worstelt nog met de vraag hoe ze de toekomst van hun Voerense parel zullen inkleuren. Het goed staat discreet te koop via Sotheby’s. Prijs op aanvraag.
“Verkopen blijft in principe een optie, maar de belangrijkste optie is het te behouden en doorgeven aan een van de kinderen want we hebben hier onze ziel in gelegd”, herhaalt Eric geëmotioneerd. “Onze kinderen zijn nu tussen de 40 en 35, ze zijn allemaal hun eigen richting aan het vinden in hun levens en carrières. Er zijn er die het kasteel wel zouden willen overnemen, maar dat is niet evident”, verzucht Anne. “Ze hebben goesting, maar da’s niet genoeg.”
“Nog een optie is dat we een soort erfpachtovereenkomst zouden treffen met de Vlaamse, provinciale of gemeentelijke overheid. Het domein geeft culturele uitstraling aan de streek, een extra troef. Zo’n erfpacht lijkt ons ideaal: een privégedeelte voor ons en de rest voor publiek gebruik”, aldus Eric.
“Te koop stellen is het meest realistisch”, merkt Anne nuchter op. “Maar we zouden alleen verkopen aan iemand die net zo positief staat tegenover dit domein als wij, iemand die er zorg voor draagt”, benadrukt Eric. “We zoeken een mooie opvolging. We zullen zien, we hebben tijd.”