Archeologen vinden restanten van Kruisherenklooster uit zestiende eeuw
Op de bouwwerf van de nieuwe vertrekken van de Kruisheren in Maaseik zijn archeologen op de restanten van een oud klooster gestoten. De muren, opgebouwd uit mergelblokken, dateren uit de zestiende eeuw.
Archeologen van BAAC Vlaanderen kregen de opdracht om het perceel tussen de Bosstraat en de Pelserstraat in Maaseik te onderzoeken. “Daar komen de nieuwe vertrekken van de Orde van het Heilig Kruis of de Kruisheren”, vertelt Sarah Linten, regioverantwoordelijke voor BAAC. “Uit vooronderzoek bleek dat delen van het Kruisherenklooster ondergronds bewaard waren gebleven. Ons team kreeg daarom de opdracht om de bouwwerf te onderzoeken. En al snel vonden onze archeologen de funderingen van het oude klooster.”
Het gebeurt niet elke dag dat het team van Sarah een kloostertype uitgraaft. “Je moet het geluk hebben dat er toevallig op de locatie van het ontwikkelingsproject zo’n complex lag. De meeste kloosters in Vlaanderen staan vandaag ook nog recht, ook al worden ze niet altijd meer bewoond door een religieuze orde. Heel wat kloosterordes werden tijdens de Franse Revolutie opgeheven, maar de gebouwen kregen dan vaak een andere invulling. En dat gebeurde ook met het Kruisherenklooster in Maaseik.”
Kruisheren
De katholieke kloosterorde van de Kruisheren ontstond na de kruistochten in de middeleeuwen. In het jaar 1497 werd ook in Maaseik een klooster opgericht. Doorheen de eeuwen groeide het uit tot een centrum van cultuur en onderwijs in de stad. Zo richtten de Kruisheren een middelbare school op. Maar wanneer de Franse revolutionaire troepen binnenvielen, moesten de broeders vluchten. Hun eeuwenoude klooster werd inbeslaggenomen en gedeeltelijk afgebroken. De inboedel van de kerk werd verkocht. In de nog leegstaande gebouwen namen gendarmen hun intrek.
Uiteindelijk keerden de broeders terug naar Maaseik en bouwden ze een nieuw klooster op het terrein van het Sepulchrienenklooster in de Pelserstraat, waar ze nog steeds wonen in afwachting van hun nieuwe vertrekken op de locatie van het eeuwenoude klooster.
Plattegrond
Aan de hand van de gevonden funderingen konden archeologen van BAAC de plattegrond van dat klooster reconstrueren. “De muren werden opgetrokken uit mergel en dateren vermoedelijk uit de zestiende eeuw. Toen werden er aan het klooster een aantal ruimten bijgebouwd zoals een sacristie, een kapittelzaal en een gastenverblijf. Ook enkele ruime kelders vallen op, al behoorden die waarschijnlijk tot de latere gendarmerie. Helaas mochten we enkel zo diep gaan als de geplande werken reiken. Dat is jammer, wie weet wat we nog hadden kunnen vinden.”
BAAC Vlaanderen neemt al de vondsten onder de loep en presenteert ze binnenkort in een archeologisch rapport. Door de komst van de nieuwe vertrekken, zullen de funderingen wel niet langer te zijn zien. “De oude muren werden zorgvuldig afgedekt, de nieuwe vertrekken worden er gewoon bovenop gebouwd. De archeologische vondsten blijven zo bewaard voor de archeologen in de verre toekomst. Wie weet wat zij nog kunnen vinden.”
“De oude muren werden zorgvuldig afgedekt, de nieuwe vertrekken worden er gewoon
bovenop gebouwd”
Sarah Linten
BAAC Vlaanderen