“Fietstochten van meer dan 100 km”

In juni wordt ze 90 jaar, maar er gaat geen dag voorbij zonder dat Catherina Gijbels uit Lanaken haar kilometers wandelt en fietst. “En daarna ga ik in het huishouden aan de slag. Want stilzitten kan ik niet.”

Elke dag heeft Catherina een vast ritueel. “’s Ochtends sta ik rond half 7 of 7 uur op. Het eerste wat ik dan doe, is een kwartier fietsen op de hometrainer.” Daarna is het tijd voor enkele turnoefeningen. “Ik lig dan niet meer plat op de grond, maar doe bewegingen met mijn benen, armen en hoofd. Elke oefening herhaal ik twintig keer, in totaal zo’n twintig minuten lang.”

Na het ontbijt en de bijhorende koffie trekt ze dan haar wandelschoenen aan. “Ik stap dan ongeveer vijf kilometer”, vertelt ze. “In de namiddag, rond half 2 en als het weer het toelaat, stap ik op de fiets. Nu in de winter is dat zo’n 30 à 35 kilometer en telkens dezelfde route naar Kattevenia in Genk. Dat is een veilige route door het park en het bos, met niet te veel verkeer. In Kattevenia kan ik dan ook naar het toilet gaan, dat kan nu door de coronacrisis niet meer overal.”

Maar in de zomer fietst Catherina geregeld verder. “Voor de coronacrisis fietste ik met een groep van drie andere vrouwen uit Lanaken. Vorige zomer fietsen we naar Torn, goed voor 109 kilometer op een dag.” Al die kilometers legt de Lanakense af met haar elektrische fiets. “Dat is dan toch met snelheden tot 20 kilometer per uur.”

En het blijft niet bij die dagelijkse wandel- en fietstochten. “Een of twee keer per week wandel ik ook nog eens een grote ronde van 10 kilometer met mijn dochter. Voor de coronacrisis ging ik ook nog elke maandag naar de turnles, en twee keer per week twee uur petanquen. Tot mijn 85ste ging ik ook nog skiën, maar nu is mijn evenwicht daar niet meer goed genoeg voor. Ik kan absoluut niet stilzitten. Als ik thuiskom van het wandelen of fietsen, begin ik thuis weer van alles te doen. Veel bewegen is zeker de sleutel om gezond oud te worden. Dat, en content zijn.”