Het Belang van Limburg

Vital Vanaken: “Ik ben een echte denker, Hans ligt van niks wakker”

-

De Luminus Arena in Genk, het Jan Breydel Stadion in Brugge. Volgens Google Maps liggen ze 196 kilometer van elkaar. Een roteind naar Belgische maatstaven. Maar bij Vital Vanaken (58) hebben beide voetbaltem­pels een plaatsje in zijn hart. Zijn gloriejare­n als voetballer kende Vanaken senior bij Lommel en KV Mechelen. Maar zijn voetbalavo­ntuur startte in Waterschei, zoon Hans zet de traditie voort aan de kust. Of junior nog ooit terugkeert naar de heimat? “Ik denk het niet”, aldus Vital. “Hij en zijn vrouw Lauren hebben een huis gekocht in Duinbergen, Knokke-Heist. Ze hebben het daar uitstekend naar de zin. Ik heb het gevoel dat ze ginds gaan blijven plakken.”

Zelf ben je altijd Limburger gebleven. Sinds een jaar of dertig woon je in Lommel.

“Ik ben geboren en getogen in Waterschei. Mijn ouders hadden een slagerij in de Stalenstra­at. Het stadion van Thor lag op 2 kilometer. Ideaal. Kon ik met de fiets naar de trainingen en de matchen. Officieel mocht je toen pas een aansluitin­gskaart tekenen als je tien was. Maar ik heb een jaar gefoeteld. Ik was niet te houden.”

Een slagerij. Hard werkende mensen. Hadden pa en ma tijd om naar jou te komen kijken?

“Amper. Tot pakweg mijn 15de heeft mijn pa mij weinig zien spelen. Maar hij was wel een echte Waterschei-man. Thuismatch­en van de A-ploeg liet hij niet schieten. En als het kon, ging hij ook op verplaatsi­ng.”

Hoe zwaar had jíj de microbe te pakken?

“Heel zwaar. Ik was een diehard. Een Thoriaan. Geel-zwart geverfd. Ik ging met de bus mee op verplaatsi­ng. Wij vertrokken aan café Oberbayern op Hoevenzave­l.”

Jammer maar helaas, zelf heb je nooit echt de A-ploeg gehaald.

“Dat was wel een ontgoochel­ing, ja. Het zag er aanvankeli­jk nochtans goed uit. Toen ik UEFAjunior was, mocht ik samen met Tony Bialousz en Jos Conincx met de groten meetrainen. Onder Rik Pauwels en Ernst Künnecke. Het was de glorieperi­ode van Thor. Met de Europese uitschakel­ing van PSG. Die generatie voetballer­s was top in eerste klasse. Als jonge gast was het puffen op training. Ik voelde me met de jaren wel verbeteren. Maar tegen dat ik 21 was, had ik alleen maar van de beloften geproefd. De eerste ploeg was te hoog gegrepen, punt. Ik kon dus beter vertrekken. Al was dat best frustreren­d. Ik wilde absoluut sjotten bij de club van mijn hart.”

Via Bilzen, Overpelt en Lommel geraakte je later toch in eerste klasse.

“Juist. Maar enkel bij KV Mechelen ben ik profvoetba­ller geweest. Ik kon toen verlof zonder wedde nemen. Anders had ik het niet gedaan. Ik heb het voetbal altijd gecombinee­rd met een job. Van 1983 tot 1988 heb ik zelfs in de mijn van Waterschei gewerkt. Loonadmini­stratie. Eén keer ben ik ondergrond­s geweest. Met de lift naar duizend meter diepte en dan nog een uur met de trein. Ik geloofde mijn ogen niet, al die technische hoogstandj­es. Daar beneden is iedereen gelijk. Zwart. In 1988 is de mijn gesloten, in 1989 ben ik naar Lommel verhuisd. Daar vond ik op de Helix Campus, buitengewo­on onderwijs, een job als boekhouder. Ik werk er nu nog.”

Jij was een geslepen centrale verdediger met vista, zoals ze dat tegenwoord­ig noemen.

“Bij de UEFA-juniores heb ik een jaar in de spits gespeeld. Ik maakte toen een goal of vijftien. Maar in se was ik middenveld­er. Tot Jaak Dreesen mij in de verdedigin­g zette. Libero. In principe moest ik achter mijn twee stoppers, de mandekkers, blijven. Maar ik was te veel voetballie­fhebber, ik las het spel goed en dus schoof ik vaak in. Tot ergernis van mijn coaches. De schuld van Johan Cruijff. Ik was in mijn jeugd een bewonderaa­r van hem. Tot de dag van vandaag is hij voor mij de standaard. Het grote Ajax, dat drie keer op rij Europacup 1 won. Het Oranje van het WK 1974. Zo moet voetbal worden gespeeld. In doel kreeg Jan Jongbloed de voorkeur op Piet Schrijvers, omdat hij goeie voeten had. Toen al. Tegenwoord­ig is dat normaal. Het zijn de keepers die libero spelen.”

In je Lommel-periode werden Sam en Hans geboren. De ene speelt nu bij THES, de ander bij

Club Brugge.

“Van mij moesten ze niet voetballen. Maar wat ze ook deden, ze moesten er wel alles voor doen. Niet dat ik ze uit de zetel moest trekken. Motivatie is het begin van alles. Ik heb veel met hen geshot. In onze tuin ligt nu de zesde grasmat, denk ik.”

Ze startten beiden in Lommel, maar zaten al snel bij PSV.

“Voor ons was dat de ideale situatie. Mijn vrouw ging uit werken, ik was ook weinig thuis. Dus kwam het goed uit dat het busje van PSV de jongens aan de deur kwam oppikken en ‘s avonds weer terugbrach­t. In de voormiddag kregen ze les, na de middag trainden ze. Sam viel na twee jaar af, de twee scholieren­ploegen werden samengesmo­lten tot één. Hans keerde een paar jaar later ook naar Lommel terug. Uit eigen wil.”

Leg uit.

“Raar verhaal. Hans had op een bepaald ogenblik een enorme groeispurt. Daardoor mocht hij uit voorzorg een half jaar niet voetballen. Hij mop

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium