Regering talmt met uitvoering exportverbod
Blijft nog de vraag: waarom grijpt de politiek niet in? Dat gebeurt wel, maar niet echt doortastend. In maart 2019 voerde ons land een exportverbod voor groothandelaars in, maar dat werd twee maanden later vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Volgens de hoogste rechtbank van het land was een algemeen verbod te verregaand, aangezien er amper onbeschikbare geneesmiddelen uitgevoerd worden. Daarop keurde de federale regering in december 2019 een nieuwe wet goed. Daarin is een exportverbod opgenomen, maar enkel voor geneesmiddelen waarvan er vaak tekorten zijn. Eveneens werd vastgelegd dat patiënten de eventuele meerkost voor een alternatief product kunnen verhalen op het bedrijf dat het ontbrekende geneesmiddel op de markt brengt. Dat moet, samen met nog een aantal andere maatregelen, de tekorten terugdringen. Enig probleem: meer dan één jaar later zijn er nog geen koninklijke besluiten klaar om die wetten in praktijk te brengen. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke kreeg daarover deze week enkele vragen in de commissie Gezondheid. Uit zijn antwoord bleek dat de publicatie van de KB’s nog enkele maanden op zich zal laten wachten. Bovendien is het nog maar de vraag of die maatregelen meer zullen zijn dan wat Belgische druppels op een hete plaat. Moeten die tekorten, die zich wereldwijd voordoen, niet op Europees niveau aangepakt worden? “De Europese Commissie houdt vast aan die vrije handel, maar beseft nog niet dat geneesmiddelen geen auto’s zijn”, zegt professor De Loof. “Als Europa die nationale prijsverschillen zou aanpakken, zouden geneesmiddelen in België wel duurder worden. Dat zal moeilijk te aanvaarden zijn. Maar there is no such thing as a free lunch.”