Biden kiest voor aloude interventionisme
Het zal een voortzetting zijn van hetgeen Obama, vader en zoon Bush, en Clinton vóór hem realiseerden, met name de visie dat de VS het lichtend voorbeeld zijn voor de wereld, en manu militari een westerse vorm van liberal democracy trachten te verspreiden - en daarbij in recente tijden vaker faalden dan slaagden.
Wanneer men het bilan maakt van Trumps presidentschap, blijk dat hij de wereld in twee kampen verdeelde. Aanhangers verdedigen Trump door terecht te stellen dat hij onder meer de eerste president sinds lang was die geen internationaal militair conflict startte; en waren ze niet door corona geteisterd, dan zouden de Amerikaanse economische en financiële cijfers uitermate positief geweest zijn. Tegenstanders stellen, ook terecht, dat hij zijn eigen land in rep en roer zette en dat de interne Amerikaanse verdeeldheid buitensporige hoogten bereikte, onder meer door autoritair en narcistisch leiderschap. Om een deftige kritische analyse te maken is tijd nodig en een langetermijnperspectief, maar de waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het midden.
Wat het geopolitieke forum betreft, maakte Trump alleszins enige vooruitgang. Zijn toenadering tot Noord-Korea en initiatieven voor vrede in het Midden-Oosten, met de historische Abraham Akkoorden, zijn illustraties dat hij in eerste plaats aan het eigen volk dacht, en realpolitik boven wereldleiderschap verkoos, maar wel resultaten boekte. Anderzijds is het lijden in Jemen er zeker niet op verminderd en werd Trumps houding tegenover zowel China als Rusland zwaar bekritiseerd. Het is dus geen eenzijdig verhaal van winst of verlies, en dat zal Bidens interventionisme zeker ook niet zijn. Biden zal, na enkele initiële stappen die hem zeker in progressieve kringen wereldwijd credibiliteit en appreciatie zullen opleveren, op