Popsterren kiezen eieren voor hun hits
Voor sommige popartiesten lijkt het alsof Kerstmis nooit geëindigd is. Sinds het begin van het nieuwe jaar regent het berichten over muzikanten die miljoenen euro’s opstrijken met de verkoop van de auteursrechten op hun oeuvre. In de voorbije twintig dagen deden Neil Young, producer Jimmy Iovine, Shakira, Lindsey Buckingham en Mick Fleetwood (beiden Fleetwood Mac), Ryan Tedder (OneRepublic) en Ian Levine (Take that) hun royaltyrechten (of een deel ervan) van de hand. Net voor Nieuwjaar tekenden Stevie Nicks en Bob Dylan twee van de meest tot de verbeelding sprekende deals: de eerste mocht 82 miljoen euro op haar rekening schrijven toen ze akkoord ging dat muziekuitgever Primary Wave voortaan 80 procent van haar uitgavecatalogus mocht incasseren. Bawb kreeg liefst 240 miljoen van Universal voor zijn volledige catalogus.
Win for life-ticket
Die snelle opeenvolging is geen toeval, zegt Luc Gulinck. Met Never Mind The Small Print levert hij artiesten advies over de juridische en zakelijke aspecten van de muziekindustrie. “De exploitatiemogelijkheden voor auteursrechten zijn de afgelopen jaren verveelvoudigd. Voordien kreeg een auteur vooral kort na de release van een song een mooie vergoeding via de cd-verkoop, en druppelde er nadien nog geld binnen via bijvoorbeeld radio-airplay. Maar bij streaming levert elke nieuwe play ook een microvergoeding op. Op heel lange termijn kan dat voor succesvolle songs meer opleveren, zeker nu streamingdiensten uitbreiden naar nieuwe markten als China en India. Daarnaast zijn synchronisatiedeals, waarbij songs tegen een vergoeding gebruikt worden in films, advertenties, series of games, alleen maar belangrijker geworden.”
Met zo’n evolutie zou je verwachten dat de betrokken artiesten de ‘Win for life’ van een hit zelf in handen houden. “Maar voor artiesten aan het eind van hun carrière kan zo’n verkoop bijvoorbeeld een vorm van vermogensplanning zijn”, zegt Stefaan Moriau van de Belgische muziekuitgeverij CTM en docent Intellectuele Eigendom aan PXL Music. “Niet alle erfgenamen willen zich bezighouden met de administratie en het detectivewerk dat komt kijken bij rechtenbeheer.” Een jongere artiest als Blink-182-gitarist Tom DeLonge ziet de verkoop dan weer als een voorschot: hij noemde het “een financieel fundament om nog decennia muziek te kunnen maken.”
“En voor de duidelijkheid: die deals betekenen niet dat die artiesten géén inkomsten meer halen uit verkoop, streams of airplay”, zegt Moriau. “Het auteursrecht wordt vaak beheerd door een auteur en een uitgever, en de verkopen betreffen meestal enkel dat laatste deel. Dat aandeel onvervreemdbaar auteursrecht blijven songschrijvers incasseren. Zo profiteren ze mee van een gemotiveerde uitgever. En als ze de song niet alleen schreven, maar zelf ook opnamen, worden ze nog steeds vergoed via royalty’s van het label en de bijbehorende naburige rechten.”
#FixStreaming
Dat zoveel deals mekaar nu snel opvolgen, ligt ook aan de politieke context. Amerikaans president Joe Biden liet al verstaan dat hij de meerwaardebelasting wil optrekken van 20 naar 37 procent. Wie dus wil cashen moet het nu doen, zeker aangezien fondsen als Hipgnosis tot veertien keer het gemiddelde jaarlijkse royalty-inkomen uitbetalen in één uitkoopsom.
Het agressieve opkoopgedrag van dat investeringsvehikel van de voormalige muziekmanager Merck Mercuriadis is misschien nog de grootste factor in de opvolging van deals. Young, Iovine, Shakira en Buckingham verkochten hun uitgaverechten allemaal aan Hipgnosis. Door zijn fonds op de beurs te brengen, wist Mercuriadis een flinke oorlogskas te verzamelen bij investeerders: hij zou al meer dan 1,7 miljard dollar hebben uitgegeven aan catalogi.
Daar zitten prijsbeesten tussen. Via de rechten van coauteurs als The-Dream, Johnny McDaid en Poo Bear heeft Hipgnosis ook hits als Beyoncés
Stefaan Moriau
Docent PXL Music
Single ladies, Ed Sheerans Shape of you en Justin Biebers Despacito in de portfolio. Toch rijst de vraag: valt zo’n investering nog terug te verdienen? “Zo’n bedrijf weet waar het mee bezig is”, zegt Gulinck. “Ze hoeven hun investeringen niet terug te verdienen op drie jaar: ze hebben die auteursrechten tot zeventig jaar na het overlijden van de artiest. Bovendien exploiteren ze die rechten proactief, door goeie synchronisatiedeals te zoeken. En hoe groter hun catalogus, hoe sterker ze staan tegenover de streamingdiensten.” Want ook in het #FixStreaming-debat, waarmee het Britse parlement het uitbetalingsmodel van Spotify en co. onder de loep neemt, begint Mercuriadis zich te roeren. Hij bepleit onder meer dat Spotify het percentage van zijn inkomsten dat het doorstort aan auteurs (zo’n tien procent) moet optrekken ten nadele van het aandeel van platenfirma’s (zo’n zestig procent). “De reden dat de drie grootste muziekuitgevers dat zelf nog niet bepleitten, is omdat ze onderaannemingen zijn van de drie grootste platenfirma’s”, zei Mercuriadis daarover bij Music Week. Mocht dat lukken, dan wordt Hipgnosis’ catalogus plots een stuk meer waard.
Aandelen
Dat optimisme weerklinkt ook op de beurs van Londen. Wie in januari 2020 een aandeel van Hipgnosis Song Fund kocht, zag dat het afgelopen jaar met 11,4 procent in waarde stijgen. “Muziekrechten op bewezen hits kunnen behoorlijk crisisproof zijn als investering”, zegt Moriau. “Net voor de crisis in 2008 stapte CTM nog naar een Nederlands pensioenfonds met de boodschap dat ze beter ook in muziekrechten zouden investeren dan louter in bankaandelen. Dat heeft hen toen geen windeieren gelegd. Mensen vergeten soms dat muziek waarde heeft: mensen kopen tickets voor concerten, betalen voor hun streamingabonnementen, onthouden reclame door een leuk liedje. Dat levert geen snelle winsten op, maar het is wel stabiel: van Bob Dylan of Neil Young weet je dat die nog decennia beluisterd zullen worden.”