Vaccinatiedroom is al doorprikt
De vaccinatiecampagne sputtert. Na het debacle met de leveringen van Pfizer, is AstraZeneca in hetzelfde bedje ziek. Tot eind maart krijgen we maar zo’n 40 procent van de beloofde vaccins. “Uiterst pijnlijk”, zegt minister Frank Vandenbroucke.
De goednieuwsshow rond de vaccinatiecampagne is deze week op een erg brute manier aan diggelen geslagen. Na de aankondiging van Pfizer dat het de komende weken minder vaccins zal leveren, laat ook concurrent AstraZeneca het afweten. Het vaccin dat de Brits-Zweedse farmareus heeft ontwikkeld in samenwerking met de universiteit van Oxford, is nog niet eens goedgekeurd door Europa, of er duikt al een majeur probleem op. AstraZeneca liet weten dat het aan Europa maar 40 procent zal kunnen leveren van wat contractueel is vastgelegd. Een gegronde reden is daarvoor nog niet gegeven. Al gaat het volgens persagentschap Reuters om een productieprobleem in een Belgische fabriek. Ook voor ons land heeft die verminderde levering grote gevolgen. Normaal gezien zouden er tegen eind maart maar liefst 1,5 miljoen vaccins onze richting uit komen. Dat zullen er slechts 650.000 zijn.
Vertraging
“Dit is uiterst pijnlijk voor het begin van de vaccinatiecampagne”, zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (sp.a). “Er zijn veel onzekerheden en de mensen moeten begrijpen dat de vaccinatietaskforce zijn strategie voortdurend zal moeten herzien. Maar Pfizer en AstraZeneca maken onze opdracht extreem moeilijk.”
Omdat de beloofde vaccins van AstraZeneca meegerekend waren in het uittekenen van de vaccinatiestrategie, zal die dus bijgevijld moeten worden. Dat zal zich ongetwijfeld vertalen in een vertraging van de campagne, al kon niemand van de bevoegde taskforce duiden wat de concrete impact zal zijn. Er wordt pas gerekend op het AstraZeneca-vaccin vanaf maart, wanneer de vaccinatiecentra volledig operationeel zijn, maar Dirk
Ramaekers, voorzitter van de vaccinatietaskforce wil zich nu niet langer vastpinnen op dat tijdstip.
Lager pitje
Wat de impact van de verminderde levering van Pfizer zal zijn, is intussen wél bekend. We zullen niet langer hetzelfde aantal eerste Pfizerprikken kunnen geven als afgelopen week. Toen hadden we een versnelling hoger geschakeld, omdat de leveringen gegarandeerd waren: we gaven 125.000 mensen een eerste dosis. In de tweede week van februari moeten die mensen allemaal hun tweede prik krijgen. Samen met 54.300 nieuwe eerste inentingen komen we dan op een piek van 179.300 prikjes in één week tijd. Daarbij kunnen we door de gebrekkige leveringen voor het eerst in de problemen komen. Pfizer zal 12 procent minder leveren dan beloofd, waardoor we wellicht tijdelijk minder vaccins zullen hebben dan we er zouden moeten toedienen. Daarna gaat de vaccinatiecampagne noodgedwongen op een lager pitje draaien. Het is de bedoeling om een vast plateau te creëren rond het getal 54.300. Elke week zouden 54.300 mensen een eerste prik van Pfizer moeten krijgen, en 54.300 mensen hun tweede prik. Het is dus onze doelstelling om in de toekomst wekelijks 108.600 Pfizervaccins te zetten, terwijl we binnen twee weken dus nog (hopelijk) 179.300 prikjes halen. De impact van het terugschroeven van de leveringen wordt dus heel sterk voelbaar. Al spelen er ook veiligheidsredenen: de taskforce wil gestaag een strategische stock aan vaccins opbouwen.