Virusvariant zet WK op de helling
De uitbraak van de Zuid-Afrikaanse variant van het coronavirus in Oostende heeft mogelijk gevolgen voor het WK dit weekend. “Voorlopig gaat het door, onder strenge voorwaarden. Maar het blijft afwachten hoe dit evolueert”, aldus burgemeester Bart Tommelei
Het zit de organisatoren van het WK veldrijden in Oostende niet mee. Door de coronamaatregelen moesten ze al vips en publiek weren, maar nu dreigt een plaatselijke uitbraak met de besmettelijke Zuid-Afrikaanse variant helemaal roet in het eten te gooien. “Het is niet slim om nu extra volk naar daar te lokken”, vindt onder meer viroloog Steven Van Gucht. Burgemeester Bart Tommelein wacht nog even af. “Alles zal afhangen van de evolutie van het aantal besmettingen. Als die toenemen, zullen we in overleg met de ministers en de UCI (Internationale Wielerunie, nvdr.) een beslissing moeten nemen die we liever niet hadden moeten nemen. Voorlopig is het WK niet geschrapt, maar een verstrenging van de maatregelen is aan de orde.” De accreditaties van journalisten en begeleiders worden in ieder geval herzien, met de bedoeling nog minder aanwezigen te hebben. Rik Debeaussaert, voorzitter van het organisatiecomité WK Oostende, blijft positief. “Alles wordt volgens de regels tegen Covid-19 georganiseerd. Iedereen zal ook een PCR-test afleggen: renners, entourage, journalisten en medewerkers. Het aantal is ook zeer strikt herleid, om zo weinig mogelijk mensen op ons parcours te hebben. Het zal er veilig aan toegaan. Laat ons hopen dat we alsnog geen njet krijgen. We hebben zo veel inspanningen gedaan. We wilden, ondanks het feit dat we geen publiek en vips mogen ontvangen, toch doorgaan. Uit liefde voor de sport. Het zou jammer zijn dat we vier jaar werk zien tenietgaan.”
Waar dan wel?
Ook bij de UCI houden ze hun hart vast. “We moeten bekijken hoe alles evolueert, dit is een beslissing die niet zomaar genomen wordt”, zegt Christelle Reille, die het veldrijden coördineert. “Het is zeer complex. Op dit moment gaan we ervan uit dat het kan. Of we overwegen om nog ergens anders te organiseren? In Oostende is alles klaar. Als het daar niet kan, waar dan wel in deze tijden? Maar we moeten afwachten, het is nog te vroeg om een beslissing te nemen.”
WIELRENNEN
Wat deden ze dit weekend?
Mathieu van der Poel: “In Hamme won ik maar het ging niet zoals ik wou. Elke bocht die ik goed wilde aansnijden, miste ik. Het was glad en ik maakte fouten. In Overijse ging het veel beter, maar helaas reed ik op een heel slecht moment lek. Ik verloor niet alleen veel tijd, maar ook veel kracht. Dat ik bijna de kloof kon dichten was verrassend. En dat moet ik onthouden. Want die eerste twee ronden zat ik in het wiel van Wout op de limiet. Op het punt dat ik kon aansluiten, reed ik mij vast in de modder. Dan was ik de focus kwijt.”
Wout van Aert: “Hamme is niet mijn parcours. In dat agressieve gedrum om bonificatieseconden verzeilde ik op de vijfde plaats en net dan demarreerde Mathieu. Op dit soort omlopen is Mathieu gewoon beter. In Overijse nam ik meteen het initiatief. Als ik daarna een foutje maakte, pakte Mathieu over en probeerde hij het tempo te drukken, maar dat wou ik niet. Na die lekke band had ik een kloof maar toen viel ik en werd het toch spannend. Maar ik bleef tempo rijden, dat volstond.
Hoe zit het met hun vorm?
Van der Poel: “Zondag was ik beter dan zaterdag maar toch ben ik nog niet wat ik wil zijn. Ik merkte in het tweede deel van de cross dat ik nog niet fris genoeg ben om mijn inspanning vol te houden. Dat is logisch na mijn tiendaagse stage in Spanje. Ik heb er goede duurtrainingen gedaan en maar twee keer getraind op het strand (lacht). Om toch een beetje dat crossgevoel te behouden. Ik hoop dat ik in Oostende mijn supercompensatie heb na die stage.” Van Aert: “Ik haal mijn niveau van de kerstperiode. Ik zag er tegen op om na Mol voor zes dagen naar Spanje te vertrekken maar achteraf bekeken was dit een goede keuze. Het deed deugd om de ploegmaats te zien en alles was er piekfijn geregeld. Masseren, op bed liggen, eten en trainen: meer moest ik niet doen. Dat was een tijdje geleden. Het was weer een weekje 100 procent prof zijn, weg van het familiale. Tuurlijk miste ik Sarah en Georges, ik herkende hem bijna al niet meer (lacht).”
Wat hebben ze geleerd in functie van WK?
Van der Poel: “Ik heb geleerd uit het verleden dat resultaten een week voor het WK weinig betekenen. Het is wel duidelijk wie de twee favorieten zijn, Wout en ik zijn dik in orde. We kunnen allebei winnen. Voor mij is het WK de enige echte veldrit dit seizoen die er om doet. Maar dat zal voor Wout ook zo zijn, al heeft hij toch al de Wereldbeker binnen omdat hij er in Tabor wel bij was en ik niet. Maar zondag telt dat niet. Het wordt heel plezant.”
Van Aert: “Het is altijd leuk als je de laatste cross wint voor het WK. Ik heb al slaag gekregen op de laatste generale repetitie en dan moet je in die cruciale week toch opnieuw wat motivatie kweken. Winnen zorgt natuurlijk voor een betere uitganspositie. Het deed ook deugd om heel de tijd op kop te rijden, met Mathieu in de achtervolging. Het was aangenaam om konijn te zijn in plaats van jager.”
Zijn ze bang dat corona alsnog WK doet afgelasten?
Van der Poel: “Wat heeft die uitbraak in Oostende met het WK te maken? Wij koersen in een afgesloten ruimte. Iedereen die er aanwezig is, zal een negatieve PCRtest
moeten voorleggen. We doen het al heel het seizoen perfect, zonder ook maar één positief geval. We hebben bewezen dat het veilig kan, dus laat het WK maar doorgaan.”
Van Aert: “Afgelasten zou sneu zijn. Toen ik begin deze week hoorde dat er weer een paar voorbereidingskoersen op de weg werden geschrapt, kreeg ik een déjàvu. Maar waarom zondag afgelasten? Er zijn strenge maatregelen en iedereen heeft zijn al steentje bijgedragen.”
Wie wordt wereldkampioen?
Van der Poel: “We kunnen allebei winnen. We zijn al vaak met deze verhoudingen naar het WK getrokken, ik denk niet dat dit iets nieuws is. Ik durf ook niet zeggen wie nu beter is.”
Van Aert: “Na Overijse zou je kunnen denken dat ik op dezelfde hoogte start. Maar de vorige crossen heeft hij toch bewezen dat hij iets meer troeven heeft. Ik denk dat hij nog steeds de topfavoriet blijft. Om dit van mezelf te zeggen vind ik nogal raar. (grijnst) Ik denk dat we in de Belgische pers evenveel sterren zullen krijgen.”