“Plots boom voor ons huis”
COBBENBERG ik mijn auto aan de kant kon zetten. Hij had de opdracht gekregen om ook voor mijn huis een plantenbak uit te graven. Blijkbaar had hij van verschillende bewoners al boze reacties gekregen. Niemand hier wist van iets; noch van de plannen, noch van de start van de werken. Toen heb ik meteen gebeld en gemaild naar projectontwikkelaar Kolmont en naar de stad.”
Communicatie
Projectleider Frederic Aelterman van Kolmont: “De planten- en boombakken waren niet voorzien in de oorspronkelijke plannen. Maar in 2017 werd er herverkaveld, er kwamen meer huizen. Dus moesten we opnieuw de plannen voorleggen aan de stad, aan wie we het project opleveren. De stad wilde graag meer groen. De plannen werden daarop hertekend en goedgekeurd, met hagen en bomen. Maar daar hebben wij de bewoners niet over ingelicht.
Het was ook mijn verantwoordelijkheid om over de start van de werken te communiceren, dat is niet gebeurd. Daarvoor heb ik in een brief aan de bewoners al mijn excuses aangeboden.”
De stad was zelf ook niet op de hoogte over de aanvang van de werken, zegt schepen van Openbare Werken, Rudi Cober (N-VA): “Het is jammer dat de communicatie zo gelopen is. Zelf kregen we ook al heel wat telefoontjes binnen van de buurtbewoners. Maar de aanplantingen van de haag stond wel in de plannen die wij goedkeurden. We verwachten dan ook dat het project zo wordt afgeleverd. Maar ik begrijp dat het niet fijn is voor de mensen.”
Lichtinval
Door de plantenbakken moeten Thomas en de andere buurtbewoners hun wagen half op de weg parkeren. Een andere buurtbewoonster klaagt over het verlies aan lichtinval, ze krijgt een boom recht voor haar huis. “Ik kan nog altijd niet begrijpen waarom we geen bezwaar konden indienen tegen de plannen. Of waarom er niet eens een infosessie over de wijziging van de plannen was. Het is moeilijk voor te stellen dat zulke ingrijpende beslissingen genomen worden zonder terugkoppeling. Als burger moet je alles aanvragen en laten goedkeuren, de stad en de projectontwikkelaar moeten zich blijkbaar niet verantwoorden.”