“Niet blij met hoe ik reageerde”
Hoe erg is dit? Eén keer op een heel weekend ‘strandracen’ in Oostende zagen we iemand lekrijden. Uitgerekend Wout van Aert, uitgerekend net na het passeren van de materiaalpost. Voorsprong werd achterstand, mentaal overwicht werd berusting. En dus baald
Is het een schande dat ik na die lekke band een beetje het hoofd laat hangen?” antwoordde een zichtbaar gepikeerde Van Aert op de persconferentie. “Iedereen weet dat het verschil tussen Mathieu en mezelf verschrikkelijk klein is. Als je dan als gevolg van een lekke band dertig seconden moet prijsgeven, dan is dat een mentale tik.” Menselijk, evenzeer begrijpelijk, maar niet wat we van Van Aert gewend zijn. De drievoudige wereldkampioen werd de voorbije seizoenen terecht geroemd om zijn mentale weerbaarheid, die strijden-tot-op-de-finish-mentaliteit. Net daar liet hij het naar eigen zeggen afweten. “Ik ben niet blij met hoe ik reageerde”, klonk het. “Voor een keer vocht ik niet terug zoals ik normaal altijd doe. De moral zat in mijn schoenen.” Van Aert verbeet de frustratie, ventileerde zijn ontgoocheling richting hen die daar meer over wilden weten. “Als er op zulke momenten iets cruciaals fout gaat, dan is het normaal dat je het daar mentaal moeilijk mee hebt.” Waarna de deur op slot ging, discussie gesloten.
Druk zetten
En zeggen dat de aangekondigde titanenstrijd zo goed begon voor de kopman van de Belgen. Net zoals hij in 2017 de concurrentie op het BK met een verschroeiende start wilde versmachten, zo wilde de drievoudige wereldkampioen nu zijn Nederlandse rivaal een vroege tik uitdelen. “Ik aasde op een goede start waarbij ik Mathieu meteen onder druk wilde zetten. Dat plannetje lukte, temeer daar Mathieu ook nog eens vroeg in de wedstrijd ten val kwam. Plots reed ik in een comfortabele situatie en had ik de wedstrijd onder controle.”
Race gereden, dachten wij. Tot die lekke band. “Was het echt de enige lekke band die jij op die vier wedstrijden hebt gezien?” herhaalde Van Aert de vraag. “Tja, het bewijst dat het een eerlijk parcours was en dat ik enorm veel pech heb gehad. Ik kan ook niet zeggen waar of hoe ik lek ben gereden. Vermoedelijk bij het passeren van de materiaalpost. Het was nog een heel eind rijden.” Van Aert leek zich in de derde ronde nog één keer tot in het wiel van zijn Nederlandse uitdager te knokken. “Ik wilde die kloof zo snel als mogelijk dichten en net daar ben ik in de fout gegaan. In de loopfase naar de dijk toe ging ik over mijn limiet in mijn poging om in het wiel van Mathieu te geraken. Gevolg? Twee fouten in de zandstrook richting de brug. Ik was volledig mijn ritme kwijt en op de beklimming van de brug stond ik stil. En toen brak de veer. Of ik de kloof te snel wilde dichten? Ik moest absoluut vermijden dat Mathieu de controle kreeg over de wedstrijd. (Berustend) Voor die lekke band kon je echt wel zien dat ik super was. Maar om een WK van Mathieu te winnen, moet alles meezitten. Ik kan mezelf alleen maar verwijten dat ik op de een of andere manier niet meer door de muur kon gaan.” Mag het? Uiteraard, maar ook Van Aert was geschrokken. Om zichzelf meteen te herstellen. Van Aert: “Ik kom heel teleurgesteld over, maar Mathieu is een verdiende kampioen. Hij reed een halve koers voor mij uit, waarin ik geen meter dichter kwam. Dat zegt voldoende.”
Strade Bianche
Nu wacht er Van Aert een week rust. Op 8 februari begint de voorbereiding op het nieuwe wegseizoen met een hoogtestage van drie weken op Tenerife. Zijn eerste wegwedstrijd is voorzien op zaterdag 6 maart met de Strade Bianche, waar hij als titelverdediger start. “Daar ga ik de komende weken naartoe werken. Maar eerst die week rust met de familie. Ja, de Strade komt er snel aan. Dat is het mooie van koers, er komt altijd een volgende kans.” De vicewereldkampioen reed van bij zijn debuut in het veld in Kortrijk (28 november) tot nu in totaal veertien crossen, waarvan hij er uiteindelijk vijf won. Wat hij volgende winter gaat doen, is niet duidelijk. “Na het korte en intensieve wegseizoen vond ik het deze keer haalbaar om snel te hervatten”, klonk het. “Dus heb ik dit jaar tamelijk veel crossen gereden. Maar hopelijk volgt er nu een normaal wegseizoen. Het is te vroeg om al uitspraken te doen over volgende winter.”
TOP TIEN
1. Mathieu van der Poel (Ned)
2. Wout van Aert 37’’
3. Toon Aerts 1’24’’
4. Thomas Pidcock (GBr) 1’37’’
5. Laurens Sweeck 2’05’’
6. Michael Vanthourenhout 2’14’’
7. Eli Iserbyt 2’18’’
8. Quinten Hermans 2’23’’
9. Lars van der Haar (Ned) 2’41’’
10. Joris Nieuwenhuis (Ned) 3’15’’