“Moeten spelen met schuim op de bek”

Het was een bijzonder gedreven John van den Brom, die vooruitblikte op een cruciale derby. “Het is voor ons 1 voor 12 en zo’n derby moet je altijd spelen met het schuim op de bek”, sprak de Genkse coach.

In de beker telt maar één ding en dat is winnen. Net zoals in een derby. Een bekerderby…

John van den Brom: “Ik heb al heel veel derby’s gespeeld en merkte in de competitie dat ook deze erg geladen was. Ik was toen nog maar net op de club en volgde de wedstrijd in de tribune. Zelfs zonder publiek laaiden de emoties hoog op. Dat merk je ook nu in de aanloop. Als ik Domenico Olivieri en Michel Ribeiro zie spreken over de derby, dan merk je de passie. Zo’n wedstrijd hoor je te spelen met het schuim op de bek. Het is niet zomaar rustig een balletje tussendoor spelen.”

Die boodschap zullen maandag ook de supporters hebben overgebracht.

“Absoluut. Ze zijn met z’n vieren langsgeweest op de club. Ik begrijp hun frustratie helemaal. Want zij hebben thuis precies hetzelfde gezien als jullie in de tribune en wij langs de zijlijn: dit was niet het Genk dat wij willen zien. Dat is enorm frustrerend, in de eerste plaats voor de jongens zelf. Want geloof me, het is niet zo dat ze niet wilden. Integendeel, uit de data blijkt dat ze zondag heel veel gelopen hebben. Jammer genoeg meestal achter de bal.”

Het leek alsof ze van geen hout pijlen wisten maken. Dat moet frustrerend zijn voor een coach.

“Zeker omdat we precies wisten hoe Anderlecht zou spelen. We hadden gedetailleerd aangegeven wat we daar tegenover konden stellen. Nu, Anderlecht deed dat heel goed. Maar we maakten zoveel fouten bij het inspelen, dat we onszelf voortdurend in de problemen brachten. We slaagden er niet in om iemand tussen de linies aan te spelen, die kon wegdraaien en het spel openen. Bovendien moet je onder dergelijke druk af en toe de lange bal op Onuachu gebruiken en van daaruit beginnen voetballen. Ondanks zijn twee meter moet Paul daar nog beter in worden, hij is zeker geen typische targetman. Het zijn allemaal dingen die we uitgebreid besproken hebben.”

Hoe sta je tegenover de spelersgroep. Is het slaan en zalven? Of vooral veel vertrouwen proberen te geven?

“In eerste instantie moet je de realiteit onder ogen durven zien, de dingen benoemen. Tonen wat er slecht is en hoe we dat kunnen verbeteren. Juiste keuzes maken aan de bal, initiatief durven nemen, aanspeelbaar zijn. En vooral geen angst hebben om te verliezen. Het is niet zo dat ik hier nu rondloop en alleen maar zeg: ‘ach, het komt wel goed’. Nee, het is 1 voor 12.”

Je hebt ook veel met technisch directeur Dimitri de Condé gesproken. Voel je de ruggensteun van de clubleiding?

“Zeker, wij spreken elke dag. Maar het is iets waar ik me sowieso nooit zorgen om maak, om de simpele reden dat je dat toch niet in de hand hebt. Als je daarover begint te piekeren als trainer, dan heb je geen leven meer. Nee, die ervaring heb ik wel. Wat niet wil zeggen dat ik nu even makkelijk de slaap vat als anders. Want het houdt me 24/7 bezig hoe we weer ons beste voetbal op de mat kunnen brengen.”

Scherpte wordt cruciaal in een geladen bekerduel, tegen een ploeg waarin de coach en enkele spelers azen op revanche.

“We moeten klaar zijn om te strijden. Mis je die scherpte, dan haal je het nooit in een derby. Anderzijds moeten we durven voetballen naar onze kwaliteiten.”

Met een andere basiself dan zondag? In een andere veldbezetting?

“Onze formatie vind ik echt niet het belangrijkste, wij kunnen met drie achteraan spelen, maar ook in een 4-4-2 of de traditionele 4-3-3, die ook in deze club ingebakken zit. Het gaat erom wat je doet binnen dat systeem. En iedereen is fit, dan kan je na zo’n prestatie gerust voor enkele andere namen kiezen.”