Potentieel is er maar Nederland blijft probleem
De spoorlijn Hamont-Weert zou 1.000 reizigers per dag opleveren. Toch deinst de NMBS terug voor de uitbating. “De businesscase is negatief”, zegt federaal minister van Mobiliteit Gilkinet (Ecolo).
Het langverwachte onderzoek van de NMBS naar de grensoverschrijdende spoorverbinding Hamont-Weert is afgerond. Twee jaar geleden startte de spoorwegmaatschappij een haalbaarheidsstudie. Dat onderzoek kwam er nadat de regering-Rutte III in 2017 had beloofd werk te maken van de heropening van de lijn voor passagiers. Begin 2019 vroeg Nederland aan ons land om de lijn uit te baten. Eerdere onderzoeken gaven aan dat de heropening van de verbinding Hamont-Weert 800 tot 1.000 reizigers extra per dag zou opleveren. Dat potentieel wordt nu bevestigd door de NMBS, zo zei minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) woensdag in de Kamer. Daar werd gedebatteerd over de spoorlijn Hamont-Weert nadat CD&V vorige week een motie indiende om de regering op te roepen vaart te maken met het dossier.
Geen bovenleiding
Maar er is niet alleen goed nieuws. Volgens Gilkinet blijkt uit de studie dat de NMBS een eigen uitbating van de lijn (de huidige verbinding Antwerpen-Hamont zou worden doorgetrokken tot Weert) voorlopig niet ziet zitten. Volgens Gilkinet gaat het om “een negatieve businesscase”. Zijn woordvoerster verduidelijkt dat het potentieel werd afgezet tegen de kosten, zoals de homologering van Belgisch treinmaterieel, de personeelskosten en de infrastructuurwerken die nog moeten gebeuren. Het zou ook onduidelijk zijn of, gezien de snelheidsbeperkingen in Nederland, de huidige verbinding heen en terug kan worden gereden zonder extra treinstellen. Vandaag staat de trein 40 minuten stil in Hamont. Alles samen leidde dat tot de negatieve score. Vooral de infrastructuur in Nederland blijft het grote probleem. Op de 9 km spoor tussen Hamont en Weert, waarvan 90 procent op Nederlands grondgebied ligt, hangt er geen bovenleiding. Wanneer straks, in juni, de werken voor de elektrificatie van de spoorlijn Mol-Hamont zijn afgerond, wil de NMBS er met elektrische treinen gaan rijden. In Hamont overstappen op een dieseltrein voor 9 km is niet alleen onpraktisch, Nederland wil er ook geen dieseltreinen omdat het traject door natuurgebied loopt.
IJzeren Rijn
Nederland blijft dus het probleem. De stad Weert en de provincie Nederlands-Limburg reserveerden eerder al 6 miljoen euro voor de werken, maar infrastructuurbeheerder ProRail stelde de kostprijs voor de reactivering bij van 35 tot 50 à 150 miljoen euro. Kwatongen beweren dat de kosten worden opgedreven, omdat de noorderburen vrezen dat er straks ook goederentreinen zullen rijden als de lijn wordt heropend voor passagiersverkeer. De spoorlijn is een onderdeel van de IJzeren Rijn, de historische goederenroute die Antwerpen verbindt met het Ruhrgebied. Dat zou concurrentie betekenen voor de haven van Rotterdam.
De NMBS zelf wil voorlopig geen commentaar geven over het dossier, omdat het nog besproken moet worden tussen het kabinetGilkinet en Nederland.